Ga naar hoofdinhoud

Laat de verrijzeniskracht van Jezus hier in je doordringen en geef het dan door, zodat er geen spoor van duisternis in enig mensenhart achterblijft.

Eucharistieviering 30 maart 2002, om 21.30 uur, in de parochie van de H. Bartholomeus te Poeldijk, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2002TMPPWAJONGEREN

Lezingen

E.L: Ex. 14,15 – 11,1
EV: Mt. 28, 1-10

Homilie

Robert heeft zijn achtste rijles. Zijn instructeur zegt: “Het gaat prima, we gaan het examen aanvragen.” Vreugde, maar ook enige vrees. Natuurlijk vreugde, want het gaat goed, maar ook vrees, want Robert heeft altijd last van examenkoorts. Joop en Tessa zijn verliefd. Het klikt geweldig terwijl ze elkaar pas twee maanden kennen. Grote vreugde, maar ook enige vrees, sluipende zorgen, want ze zijn allebei de veertig al gepasseerd, dus lang vrijgezel. Zal het lukken of wordt het na verloop van tijd een teleurstelling? Vrees en vreugde. Pascal zit voor een gesprek bij de bank, hij heeft een idee voor een speciale teelt. Nog niet alles is onder controle, maar hij moet stappen gaan zetten. De bank gaat akkoord. Vreugde, maar ook vrees, want nu gaat het er van komen, maar zal het gaan? Wordt het geen fiasco?

Wie kent die gevoelens niet, gemengde gevoelens. Een dierbare overlijdt, droefheid, maar het leven was inmiddels wel heel zwaar, dus je gunt het je dierbare. Enerzijds dankbaarheid maar ook het gemis. Vandaag treffen we ook gemengde gevoelens in het Evangelie. Waarom? Hier zou dat toch niet nodig zijn? Waarom vrees en niet alleen grote vreugde bij die vrouwen. Jezus heeft de dood toch overwonnen, waarom nog vrees? Daar is toch alleen nog ruimte voor vreugde?

Laten we even kijken naar die eerste lezing, van die wonderbaarlijke redding bij de vlucht uit Egypte. Een ongelooflijk verhaal: daar, in een gebied waar men geen eb en vloed kent, omdat het om een binnenzee gaat en een rivier. Daar zakt onverwacht in een paar uur tijd het water tot het weg is. Verdwenen, alsof een onzichtbare hand het tegenhield, alsof er muren in het water waren gezet. De rivier die eerst nog een definitieve barrière is, wordt een weg naar de overkant. De doodlopende weg, wordt een levensweg. En kijken we dan naar het einde van die eerste lezing, dan staat daar: “Zij waren vol ontzag en vertrouwden zich toe aan God en aan zijn dienaar Mozes”. Vol ontzag, staat er en dat is net zoiets als die grote vrees van die vrouwen in het Evangelie. Misschien lijkt het iets anders, maar het heeft verband met elkaar. In de Bijbel is vrees voor God is niet een soort angst, zoiets als zwaar opzien tegen een groot probleem, het is veel meer zoiets als ontzag, respect, heilige eerbied die een spontane bescheidenheid en terughoudendheid oproept.

Wat denk je dat er door je heen gaat als je daar net als de twee Maria’s aan het graf staat. Er is toch maar één zekerheid in dit leven? En is dat niet de dood. Worden we niet geboren om dood te gaan? Dus pluk de dag, geniet ervan, laat je leven niet vergallen door al die serieuze lui. Morgen kun je dood zijn. Voor hoeveel mensen is dat niet de enige zekerheid? Wat denk je dat er door die twee vrouwen heengaat bij dat graf. Een open graf, een leeg graf, is dat het resultaat van die aardbeving of is die aardbeving resultaat van de verrijzenis. Verdriet en teleurstelling, hebben ze nu samen hallucinaties, is daar iemand in het wit, horen ze nu allebei hetzelfde, verzinnen ze het samen, maken ze elkaar gek? Of is het andersom, komt er vanaf de andere kant een levensechte boodschap naar hen toe die hun verdriet en angst overwint? Er is geen twijfel mogelijk, ze zijn wakker, het graf is leeg, en als die boodschapper in het wit verdwenen is, ontmoeten ze Jezus in levende lijve. Het graf, het absolute sluitstuk van het leven, de weg die doodloopt, is een levensweg geworden.

Wat denk je dat er door die vrouwen heengaat? Hoezeer de vreugde ook doorbreekt en de overhand heeft, hier is ook een heilig ontzag, heilige huiver voor dit teken dat de hemel op aarde heeft ingegrepen. Respectvolle eerbied, zoals jonge mensen bij de geboorte van hun eerste kind vol bewondering en onder de indruk zijn voor het wonder van het nieuwe leven. Zoals iemand voortaan heel anders naar de wereld kijkt wanneer hij door een uiterst zware operatie is heen gekomen en letterlijk als herboren, als opgestaan uit de dood het leven tegemoet gaat.

Wat gaat er door die vrouwen heen als zij de dode komen balsemen, komen treuren bij het graf. In plaats van de dood, ontmoeten zij het leven. Zo moeten zij ontdekken wie Jezus eigenlijk is. Alles wat bij Hem mislukking lijkt, ondergang, een verloren partij, alles wat bij Hem het onderspit delft, blijkt het tegendeel te zijn. Had Hij het niet gezegd: ‘Zalig die treuren, Zalig de armen, Zalig die blijven zoeken naar gerechtigheid, Zalig die vervolgd worden. Heeft Hij niet gesproken van dat mosterdzaadje, die graankorrel die in de aarde valt en sterft. Heeft Hij niet gezegd, Ik ben gekomen om te dienen, om mijn leven te geven als losprijs voor velen? Heeft Hij niet gezegd, ze zullen mij gevangen nemen en doden, jullie zullen mij overleveren en verloochenen, maar de derde dag zal Ik verrijzen? Is heel zijn leven al niet één totale omkering van deze wereld? De kleinen zijn groot en kinderen gaan het Koninkrijk binnen.

Is bij Hem niet steeds het onmogelijke mogelijk geworden? Blinden zien, lammen lopen, doven horen en gevangen wordt vrijheid verkondigd. God spreekt in mensen-woorden, tekenen worden werkelijkheid, een vrouw die maagd en moeder is, baart een kind die God en mens is, Gods Zoon, die gevangen wordt genomen en ons zo bevrijdt, die alles verliest en zo de hele wereld wint, die sterft en eeuwig leeft. Is dat niet het geheim van het licht in de paasnacht? Dat er geen duisternis zo groot is, geen weg zo uitzichtloos, of het levenslicht van Jezus haalt je erdoorheen. Wie zich aan Hem toevertrouwt gaat delen in zijn onoverwinnelijke levenskracht.

Aan wie moet ik deze boodschap brengen? Aan jullie die hier zitten, maar misschien ook aan anderen die nu niet komen. Ik liep langs een bankje in het dorp en hoorde twee oude mensen tegen elkaar praten: Deze dagen vind ik de ergste, de feestdagen en met name Kerstmis en Pasen, waar kan je nog heen, je ziet geen kip. Ik zou ze het liefste overslaan. Feestdagen als een doodlopende weg. Wie brengt hen het geheim van het leven? Kunnen ze dat op die leeftijd nog vinden. We zijn de afgelopen jaren ook meerdere malen opgeschrikt door overlijdens die ons aan het denken hebben gezet. Wie brengt anderen het echte geloof dat er geen weg op aarde, geen probleem of wat dan ook definitief uitzichtloos is. Hoe vaak treffen we jongeren die zeggen, ik geloof wel dat er iets is, maar mij zegt het niet veel. Wie brengt hen die Blijde Boodschap, wie haalt hen erdoorheen en zegt tegen ze, pak je geloof op, durf te geloven. Of moeten we eerst bij onszelf beginnen?

De twee vrouwen kregen een opdracht: “Ga nu meteen aan zijn leerlingen zeggen: ‘Hij is verrezen uit de doden. Hij gaat voor jullie uit naar Galilea; daar zullen jullie Hem zien’.” Laat niemand van ons vanavond weggaan, zonder deze opdracht voor anderen. Laat die verrijzeniskracht van Jezus hier in je doordringen en geef het dan door, zodat er geen spoor van duisternis in enig mensenhart achterblijft. En zie dan met bewondering en respect, met heilig ontzag, ofwel in vrees en grote vreugde hoe Jezus’ Blijde Boodschap mensen tot leven wekt. Amen. Alleluia. Zalig Pasen.

Back To Top