Ga naar hoofdinhoud

Drievuldigheid: Hij gaat inderdaad ons verstand te boven, maar niet onze ervaring. Want het is dezelfde ene God, die zich drievoudig openbaart aan ons, driemaal persoonlijk God voor ons. Maar meer dan ons verstand erover breken, mogen we eruit leven.

Eucharistieviering 25 en 26 mei 2002, om 19.00 en 10.00 uur, in de parochie van de H. Bartholomeus te Poeldijk, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2002TRIN1A

Lezingen

E.L: Ex. 34, 4b-6. 8-9
T.L: 2 Kor. 13, 11-13
EV: Joh. 3, 16-18

Homilie

De genade van onze Heer Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap van de heilige Geest zij met u allen. Zo luidt bij ons vaak de openingsbegroeting in de viering. Het is een vertrouwde begroeting, hij valt eigenlijk niet meer zo op, maar wie goed oplet zal in de viering op meerdere plaatsen deze drievuldigheid tegenkomen. We beginnen altijd al met het kruisteken, Vader, Zoon en heilige Geest. We eindigen ook zo, met de zegen in de naam van de Drieëne God. Het Gloria is opgebouwd rond Gods Drievuldigheid, het Credo ook en in het Eucharistisch gebed is altijd aandacht voor Vader, Zoon en heilige Geest. Bovendien eindigen de gebeden dikwijls met een trinitaire formule.

Vandaag op Drievuldigheidszondag aandacht voor dit grote mysterie. Nu loop ik de kans om in een heel theoretisch verhaal te belanden, zodat u na drie minuten afhaakt en alleen nog uw eigen gedachten volgt. Want de triniteitsleer, over Gods drievuldigheid, is natuurlijk theologisch hogeschoolwerk. Is het dan mogelijk om het mysterie van Gods heilige Drieëenheid ook vanuit de ervaring te benaderen? Een poging:

Als ik met families spreek, bijvoorbeeld bij een uitvaartgesprek, als ik met jongeren spreek, bijvoorbeeld bij de huwelijksvoorbereiding, als ik met jonge echtparen spreek, bijvoorbeeld bij de doopgesprekken, dan blijkt het dat heel veel van hen wel iets geloven, maar, zeggen ze dan, je weet het niet, je moet het maar afwachten, je hoopt het wel, maar het blijft een kwestie van geloven.

Misschien zou u het zelf ook zo zeggen: ‘er is wel iets’. Soms stel ik dan de vraag, bid je wel eens? En meestal bidden ze toch wel op bepaalde momenten. Maar bid je dan tot iets of tot Iemand? Een lantarenpaal is iets, een persoon is iemand. Tegen een lantarenpaal praat ik niet, als ik praat dan praat ik tegen iemand, een persoon. Ja, maar, zal iemand tegenwerpen, God is toch geen persoon, ik bedoel, God heeft toch geen lijf, Hij is toch niet een oude man met een lange baard op soort wolkentroon? Hoe kun je dan zeggen dat God een persoon is?

We zeggen het nog sterker, God is driemaal persoonlijk, ook zonder lijf is God persoonlijk. God is driemaal een persoonlijkheid, God is geen eenzame Ik, maar God is innerlijke Dialoog, God is Wij, God is onderlinge Liefde, God is Saamhorigheid, wederzijdse Betrokkenheid, de ideale Tegenover, God is Gemeenschap, God is Naastenliefde in zijn oorsprong en wie in deze wereld kijkt, ziet overal de sporen van Gods drievuldige liefde.

De mens als kroon van de schepping, kent die drievuldige liefde. Man en vrouw, en de vruchtbare liefde in de kinderen. Welke vader en moeder geniet niet intens, als het hele span thuis is, in goede harmonie, gewoon gezellig. Gemeenschap van man en vrouw, vruchtbaar in liefde, uitdrukking van dezelfde Goddelijke drieëne liefde.

Maar, hoe zijn de eerste Christenen nu op dat idee gekomen dat God drie en toch één is? Ook dat is eerst een ervaringsverhaal en pas daarna een theologisch inzicht. Het valt natuurlijk al op dat eerste Christenen Gods Naam drievuldig gebruikten bij de doop, zo lezen we dat aan het einde van het Evangelie van Matteus (28,19). Dat is dus al heel vroeg, en we kunnen dat met een gerust hart op Jezus Zelf betrekken. Tijdens zijn leven heeft Hij heel nadrukkelijk gesproken over de Vader en de Geest, en over Zichzelf als de Zoon. Daar ligt het begin van dit Christelijke inzicht. Maar hoe ligt dat in de ervaring.

Hoe kunnen we ons dat voorstellen? Zie hoe het Joodse Volk God heeft leren kennen. Dat is een heel moeizame weg geweest, een weg in het gewone leven, in de gewone mensengeschiedenis. Soms verbazen mensen zich dat er in de Bijbel zoveel verhalen over oorlogen en geweld te vinden zijn. Maar dat zit hem juist hierin, dat het ons leven is, onze geschiedenis met alle rottigheid en menselijke onvolmaaktheid, waarin God ons zijn trouw toont. God is niet bij om ons uit de wereld weg te halen en zo in een Paradijs te planten, nee, God begeleidt ons op onze weg en begeleidt ons op onze ontdekkingstocht, de leerschool van het leven. En zo leren de volkeren God kennen. Van elk volk kun je een geloofsgeschiedenis schrijven, kijkend naar de allereerste ervaringen met God, de meest primaire en schijnbaar primitieve inzichten zijn belangrijk, van de bosjesgoden tot de God van Israël, van de Griekse filosofen tot de Bijbelse wijsheidsboeken.

Israël heeft God leren kennen, omdat God zich aan Israël openbaarde in allerlei bijzondere momenten. De ervaringen van Abraham, de tocht uit Egypte, het optreden van de profeten. Het waren mensen van geloof die door het geloof al die bijzondere momenten herkenden en opschreven. Zo groeide het geloof in God als een vader, een vader voor zijn volk, een herder, een koning, een bruidegom, God die een Verbond met ons sluit.

Maar wat gebeurt er met de eerste leerlingen van Jezus? Zij ervaren in Jezus datzelfde, diezelfde Goddelijke onverdeelde goedheid, die genezende liefde, zorg, wijsheid, kracht, trouw, geduld, zuiverheid, dienstbaarheid, eenvoud en majesteit tegelijk. Zij ervaren God. Precies zoals Israël in de geschiedenis God heeft leren ervaren, zo ervaren zij God nu in die mens, Jezus van Nazaret. Zo kan Tomas, wanneer Jezus als eerste uit de doden verrijst en terugkomt om Zich aan zijn leerlingen te tonen, na alle twijfel tot Jezus uitroepen: ‘Mijn Heer en mijn God.’ Ja, alle twijfel is weg, Jezus is Gods Zoon, Jezus is God. Jezus is Gods definitieve Verbond met ons.

En de derde fase is de fase van de Kerk. Nu vandaag op de zondag na Pinksteren. Ik zend jullie de Helper. Dat is niet iets, dat is Iemand. Ik zend jullie de heilige Geest. Dat is opnieuw een echte persoonlijkheid met wie je opnieuw een relatie opbouwt. Alles in God is persoonlijk. En de leerlingen gaan die Geest ervaren, de troost van de Geest, de wijsheid van de Geest, het vuur van de Geest, de liefde van de Geest, steeds opnieuw. De Geest doet wonderen door hen, de Geest spreekt door hen, de Geest bouwt de Kerk op in liefde en waarheid. In alles ervaren ze het; die Geest is Gods Geest, die Geest is de Geest van Jezus, die heilige Geest is God, die Geest voltooit Gods Verbond in ons.

En wanneer je God zo eenmaal hebt ervaren, in het diepst van je ziel. Dan kun je alleen nog maar zeggen: Hij gaat inderdaad ons verstand te boven, maar niet onze ervaring. Want het is dezelfde ene God, die zich drievoudig openbaart aan ons, driemaal persoonlijk God voor ons. Maar meer dan ons verstand erover breken, mogen we eruit leven. Want God is een God van ervaring, dezelfde Vader nu als toen in de geschiedenis van Israël, dezelfde Christus nu als toen Hij hier op aarde rondliep en voor ons stierf, en dezelfde heilige Geest nu als toen op dat eerste Pinksterfeest. God is de ene God, drievuldig in zijn liefde voor ons. Daaruit mogen wij leven, en Hem ervaren in de gewone dingen van alledag. Amen.

Back To Top