Ga naar hoofdinhoud

We worden opgeroepen om goed zaad te zijn, maar ook om geduld te hebben, verdraagzaam te zijn en vol te houden. Christus Zelf zal ons daarvoor de kracht geven.

Eucharistieviering 19 en 20 juli 2008, om 17.00 en 19.00 uur, en om 09.30 uur, in de parochies van De Goede Herder en de heilige Willibrord, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2008DHJ16A

Lezingen

E.L.: Wijsh. 12, 13. 16-19
Ps.: 86 (85), 5-6, 9-10, 15-16a
T.L.: Rom. 8, 26-27
Al.: Apoc. 2, 10c
Ev.: Mat. 13, 24-43

Homilie

Vandaag het vervolg op de parabel van verleden week. Eerst heeft Jezus gesproken over de problemen die er zijn voor het zaad, problemen vanwege de ondiepe aarde, problemen vanwege de vogels, de zon, de distels. Maar desondanks is er na verloop van tijd toch weer die oogst.

Vandaag het vervolg in drie gelijkenissen. Eerst die over de vijand, dan over het mosterdzaadje en tenslotte over het gist.

De vijand. Het lijkt erop dat wij in onze tijd dit beeld een tikje achteloos opzijschuiven. Ik hoor mensen zeggen: ik geloof niet meer in een hel en ik geloof ook niet meer in een duivel. In de psychologie is het beeld van een duivel gereduceerd tot een idee dat handig is, maar waar niet een bepaalde werkelijkheid achter staat.

Waarom hanteert Jezus dat zo duidelijk dit beeld. Laten we er wat nauwkeuriger naar kijken. Matteüs gebruikt het woord diabolos, dat is zoiets als tweespaltzaaier, onrustzaaier, de verstoorder. En voordat we nu oude beelden in ons hoofd hebben van een mannetje met bokkenpootjes en hoorntjes, kunnen we beter nadenken waar Jezus het over heeft.

Voor Jezus is die tegenstander, die vijand heel concreet. Net zoals God de Vader onzichtbaar is, zo is ook de boze tegenstander onzichtbaar. Zoals God zijn kinderen op aarde heeft in de mensen die zijn wil volbrengen, zo heeft ook de boze zijn kinderen op aarde, zij die de wil van de boze volbrengen.

En zoals een rechtvaardig mens zich niet altijd bewust is dat hij door zijn rechtvaardig leven met God meewerkt. Zo is een onrechtvaardig iemand die slecht leeft zich niet bewust dat hij met de boze meewerkt en in feite doet wat de boze wil.

Maar wat is nu die boze macht, wie is nu die vijand? Is dat belangrijk? Jezus noemt hem de verstoorder, de tweedrachtzaaier, en andere namen zijn de leugenaar vanaf het oerbegin, en Jezus noemt hem de vijand.

Dat betekent dat er talloze hindernissen voor het zaad op natuurlijke wijze aanwezig zijn, vanwege de gewone rijkdom of juist vanwege grote zorgen en armoede. Vanwege de gewone luiheid van ons hart en oppervlakkigheid.

Maar het kan dus ook gebeuren dat die tegenkracht van Gods koninkrijk die natuurlijke hindernissen extra versterkt.

Onze paus heeft in Australië gewaarschuwd tegen de bekoringen van deze tijd en met name ook onze verantwoordelijkheid voor de natuur en het klimaat onder de aandacht gebracht. Hij bouwt daarmee voort op zijn voorganger, paus Johannes Paulus II. Onze vorige paus was daarin reeds heel helder. Johannes Paulus II heeft in zijn leven veel te lijden gehad van het Communisme. Hij wist dat dit systeem dat tegen God gekeerd was, ten dode was opgeschreven, maar hoe lang zou het stand houden. Vooral wist de paus ook dat de draak van de Apocalyps meerdere koppen heeft en zich steeds aanpast aan de tijd.

Onze vorige paus wees er nadrukkelijk op dat het materialisme net zo gevaarlijk of nog gevaarlijker is. En daar lijkt de parabel van vandaag op. Er is geen armoede, maar overvloed. Er is een zaad dat sneller opgroeit dan de rest. Het draagt ook eerder vrucht, maar je kunt er niet van eten, het kan je niet voeden, dan is het nog slechts een bedwelmend kruid (Dolik).

Wat moeten we dan doen? Dat is heel lastig, want we moeten wachten, geduld hebben, volhouden, doorgaan. Dat kruid is gezaaid, dat kun je niet meer ongedaan maken. De vijand is ongrijpbaar als een dief in de nacht. Die zal steeds weer zijn kop opsteken. Je moet die vijand niet willen bestrijden. Dat doet Jezus in de parabel ook niet. Je moet geduld hebben en vertrouwen dat het graan uiteindelijk groter word, langer, en met de korenaar een stuk boven het onkruid uit groeit. Dan kan het op de juiste tijd gemaaid worden en geoogst.

Daarom geeft Jezus nog twee korte parabels, die van het mosterdzaadje en van het gist. Het zijn troost-parabels, parabels om ons moed te geven en aan te moedigen om vol te houden. Een mosterdzaadje is geen tarwe. Er groeit een boom uit, al is het maar een klein zaad. En gist valt niet op als je het door het deeg kneedt. Maar het brood wordt na verloop van tijd luchtig en vol van. Met andere woorden, een paar Christenen kunnen het verschil maken in een maatschappij. Met deze voorwaarde, dat het echte Christenen zijn.

In alle drie de parabels speelt de tijd een grote rol. Bij alle drie is het wachten tot het graan volgroeid is, tot de mosterdboom boven de andere struiken uit komt, tot het brood in zijn geheel gegist is. Geduld hebben tot de tijd daar is.

Is de tijd al daar? Zien we de tijden veranderen? Verandert de maatschappij? Met hoeveel zijn we nog over? Hoe stevig zijn we nog? En zal die vijand dan niet weer opnieuw beginnen, word je daar niet moedeloos van?

Een troostvolle gedacht mag er doorheen klinken. Zoveel geduld heeft God met de wereld, en dus ook met ons. Wij zien het onkruid, dat is duidelijk. We moeten ons er niet mee bezig houden. Zorg alleen maar dat het goede graan opgroeit. Eens is het groot genoeg en zal God ermee aan de slag gaan. Amen.

Voorbede

Bidden wij om meer vertrouwen tot God onze Vader.

Bidden wij voor onze Kerk. Vragen we om zegen over de Wereldjongerendagen. Voor de jongeren die uit alle landen samen zijn. Dat in hun harten het zaad van Gods Blijde Boodschap mag gedijen en vrucht dragen. Laat ons bidden.

Bidden we voor onze wereld, om geduld en wijsheid, opdat het goede de kans krijgt te rijpen en sterker te worden dan alle onkruid. Bidden we om zegen over de Kerk, dat alle gelovigen het goede zaad van het Evangelie blijven uitdragen en voorleven. Laat ons bidden.

Bidden we voor de gezinnen, voor allen die deze dagen op vakantie zijn of gaan, om een gezonde ontspanning, om voorzichtigheid en veiligheid, om een open oog voor de schoonheid van Gods schepping, om een groeiend geloof. Laat ons bidden.

Bidden we voor om roepingen, voor priesters en religieuzen, diakens en pastorale werkers, voor bestuurders en werkers in het veld. Bidden we om een verdiept geloof en een gerijpte liefde om samen Gods Kerk op te bouwen. Laat ons bidden.

Back To Top