Ga naar hoofdinhoud

Vandaag worden we geconfronteerd met de dood. Hoe gaat Jezus hiermee om? Hoe staan wij tegenover de dood? Samen met Martha, Maria en Lazarus; met de leerlingen en de omstanders mogen ook wij getuigen zijn van Gods grote daden.

Eucharistieviering 9 maart 2008, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2008QDR05A

Lezingen

E.L: Ezechiël 37, 12-14
Psalm: Ps. 130 (129, 1-2, 3-4ab, 4c-6, 7-8)
T.L: Romeinen 8, 8-11
Vers. Johannes 11, 25a, en 26
EV: Johannes 11, 1-45

Homilie

Vandaag de derde in een trilogie van lange Evangelieverhalen volgens Johannes. Twee weken geleden de vrouw aan de put. Het ging over dorst. Verleden week de blindgeborene met de discussie over de sabbat. Het resulteerde in botsingen met de Judeeërs. En vandaag op de vijfde zondag van de veertigdagentijd het derde lange verhaal, over de opwekking van Lazarus. Opnieuw een teken met daaromheen allerlei discussies. Telkens lijken er misverstanden een rol te spelen, maar het gaat eigenlijk niet om de misverstanden; het gaat om geloven of niet. Geloven de omstanders dat Jezus tekenen doet waaruit blijkt dat Hij namens God spreekt, of geloven ze Hem niet?

Verleden week spraken we al over de bereidwilligheid die nodig is om tot geloof te komen. Daarbij keken we ook naar de hindernissen die er zijn om te groeien in geloof. Vandaag komt dat opnieuw naar voren. Maar laten we beginnen met een opmerkelijke uitspraak van Jezus.

Martha stuurt een bericht naar Jezus omdat Lazarus, haar broer op sterven ligt. Dan antwoordt Jezus als volgt: ‘Deze ziekte voert niet tot de dood, maar is om Gods glorie, opdat de Zoon Gods er door verheerlijkt moge worden.’ Is dat niet opmerkelijk? Een ziekte die moet voeren tot verheerlijking van Gods Zoon! Zou je daar niet iets anders voor kunnen bedenken? Een ziekte die ons moet brengen tot ‘Eer aan God’.

Ook hier geldt weer dat Jezus de werkelijkheid neemt zoals die komt. Dit leven is het uitgangspunt. En binnen deze werkelijkheid brengt God zijn plan tot voltooiing. Gods plan wordt wel bedreigd door tegenkrachten. Gods plan met de mens wordt gehinderd door andere krachten die de mens van God weghouden, die den mens hinderen om tot voltooiing te komen. Maar God laat niet toe dat kwade machten zijn plan werkelijk frustreren. Gods plan is altijd groter en zijn plan kan misschien worden vertraagd, maar het kan net zo goed zijn dat door geloof en vertrouwen zijn plan juist in een versnelling komt. Niets gebeurt buiten Gods uur.

Wat kunnen we leren van Martha en Maria of de omstanders. Het zijn rollen in een hemels drama. Martha is de doortastende vrouw. Zij weet wat ze gelooft. Zij beleeft haar geloof in het hier en nu. Haar woorden zijn mooi. Maar soms iets te mooi. Het lijken uit het hoofd geleerde woorden uit de catechismus, als ze zegt: ‘Ik weet dat hij zal verrijzen op de laatste dag.’ Jezus geeft daarop het antwoord: ‘Ik ben de verrijzenis en het leven …’ En Martha zegt: ‘Ja, Heer, ik geloof vast dat Gij de Messias zijt, de Zoon Gods, die in de wereld komt.’ Een schitterende geloofsbelijdenis die Johannes hier optekent uit de mond van Martha. Te mooi te zijn om waar te zijn. Want wat betekenen die woorden: Messias, Zoon Gods, de komende die is gekomen? Even later wordt haar geloof beproefd, en zal haar geloof blijken.

Aan het graf zegt Jezus: ‘Neemt de steen weg.’ Martha reageert spontaan: ‘Hij riekt al, want het is reeds de vierde dag.’ Jezus moet nu haar geloof versterken. Ondanks haar mooie geloofsbelijdenis weet Martha niet echt wat die woorden betekenen: Messias, de Zoon van God, de komende die gekomen is. Daarom zegt Jezus: ‘Zei Ik u niet. Dat als ge gelooft, ge Gods heerlijkheid zult zien?’ Daarna pas halen ze de steen weg. En roept Hij Lazarus naar buiten. Nu weet Martha pas wie de Messias is.

Naast Martha staat Maria, haar zus. Zij is anders. Ze is gevoeliger en ook bescheidener. Ze heet ook niet voor niets ‘Maria’, ze is een van de vele Maria’s in het Evangelie van Johannes die de bruid vertegenwoordigen. Maria zegt bijna hetzelfde, maar ze blijft wachten tot Jezus haar roept. Ze huilt, ze knielt neer, en haar houding ontroert Jezus. Maria toont een ander geloof. Niet het geloof van: ‘Ik weet het’. Haar geloof is het geloof van de overgave en de ontvankelijkheid van de liefde.

En dan is er nog een groep Judeeërs, een gemêleerde groep. Sommigen zijn echt betrokken, en zeggen: ‘Kijk eens hoe Hij van Hem hield.’ Anderen mopperen en zeggen: ‘Kon Hij die de ogen van een blinde opende, ook niet maken dat deze niet stierf?’ Hoe moet je hun houding beschrijven? Ongeloof of onwil? Zij zien de werkelijkheid uit hun perspectief en zijn geneigd Jezus ter verantwoording te roepen. Het lijkt wel wat op de mensen die in onze tijd zeggen: Waarom heeft God deze wereld niet anders gemaakt? Waarom laat God toe dat er kwaad op aarde geschiedt?

Verschillende rollen in een bijzonder drama. Maar een vierde rol mogen we ook niet vergeten, en dat is Lazarus zelf. Lazarus ondergaat hier alles. Van hem hebben we geen woord. Hij is ziek. Je hoort alleen de mensen om hem heen, zijn zussen en de Judeeërs, Jezus en zijn leerlingen. Maar wat maakt hij zelf mee? Ziek worden, overlijden, de kou van de dood ondergaan. Wat Lazarus hier meemaakt, lijkt op die bijna dood ervaringen van mensen die zeggen: ‘Op het laatst werd ik teruggeroepen.’ Zo hoort Lazarus de stem van Jezus en hij keert uit de dood terug. Als er één is die de kracht van Jezus’ Woord, van Jezus’ Stem, heeft ervaren dan is het hij wel. Een onweerstaanbare kracht, die doordringt tot binnen in het domein van de dood.

En wat betekent het voor ons. Dit teken is opgeschreven opdat wij tot geloof komen, of in ons geloof worden versterkt. Wij zijn misschien een Martha, met een helder geformuleerd geloof. Maar als het erop aankomt is dood toch wel echt dood. Misschien zijn we als een Maria en laten we alles in vertrouwen over aan Jezus, maar durven we Hem wel ons verdriet te tonen. Misschien horen we bij de leerlingen en staan we vol verbazing te kijken wat Jezus hier doet. Misschien horen we bij de Judeeërs en zijn we sceptisch, of vragen we ons af: Hoe kan Jezus van Lazarus houden en hem toch de dood laten ondergaan?

De mensen toen en wij nu; het maakt niet zoveel uit. Hun vragen zijn onze vragen al gebruiken we misschien andere woorden. Hun nood is onze nood al zijn er accentverschillen. De dood is ook voor ons het uiterste in de beproeving. Daarom is dit terugroepen van Lazarus een teken vooraf voor Jezus’ eigen verrijzenis. Gods Woord is sterker dan de dood. Jezus is het Woord dat de duisternis doorbreekt, ook de ultieme duisternis, de dood. Kunnen wij liefde verbinden met de dood?

Jezus zal Zelf de dood ondergaan, de onschuldige voor de schuldigen. Zijn dood zal een daad zijn van de volmaakte liefde. Zo breekt het leven door de dood heen. Amen.

Voorbede

Wij bidden om geloof, liefde en vertrouwen, vooral daar waar we geconfronteerd worden met de dood.

Wij bidden voor alle Christenen wereldwijd, in zoveel verschillende omstandigheden. Om geloof en kracht in de beproeving, om liefde waar haat heerst, om vrede waar oorlog is en om troost in droefheid. Laat ons bidden.

Wij bidden voor allen die met de dood worden geconfronteerd zonder de steun van geloof of Kerk. Dat ook zij een bemoedigend woord ontvangen en dat zij openstaan voor God en voor het mysterie van het leven voorbij de dood. Laat ons bidden.

Wij bidden om vrede in het Midden Oosten. We bidden voor internationale bereidheid om armoede, honger en ziekte te bestrijden, om gebrek aan onderwijs op te heffen, om schoon water voor iedereen en menswaardige arbeid. Laat ons bidden.

Wij bidden voor onze gezinnen. Om een nieuwe vroomheid, passend in onze tijd, steunend op Christus en zijn Kerk, om vindingrijkheid en durf, om vreugde en solidariteit, om soberheid en een nieuwe stijl van leven. Laat ons bidden.

Back To Top