Ga naar hoofdinhoud

Je kunt op veel manieren blind zijn, je kun dan ook geestelijk blindgeboren zijn.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Augustinus, in de kerk van de H. Willibrord (Oegstgeest), de H. Joannes de Doper (Katwijk) en de H. Willibrord (Oegstgeest), weekeinde van 29 en 30 maart 2014, om 19.00 uur, 09.30 en 11.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2014QDR04A

Lezingen

1 Samuël 16,1b,6-7.10-13a
Ps.: 23 (22), 1-3a, 3b-4, 5 en 6
T.L.: Efeziërs 5,8-14
VE.: Joh. 8,12b
Ev.: Johannes 9,1-41 of 9,1.6-9.13-17.34-3

Homilie

Een van mijn tantes had maar één goed oog en de dokter durfde de staar aan dát oog niet te opereren, vanwege het risico. Toen ze na een aantal jaar ook met dat oog bijna niets meer zag, heeft hij haar geopereerd. De operatie slaagde en na lange tijd kon ze alles weer zien. Heeft Jezus met die modder op de ogen van deze man een soort miraculeuze staaroperatie verricht? Nee, want de man was blind van zijn geboorte af. Hij had nooit kunnen zien.

Er zijn op het ogenblik proeven met elektronische implantaten voor mensen die vanaf hun geboorte doof of blind zijn. Daar is echter een probleem bij waar je niet meteen aan denkt. Onze hersenen leren vanaf onze geboorte wat horen en kijken is en hoe al die indrukken te verwerken. Als dat niet getraind wordt, weten we niet wat we zien. Mensen die nooit iets gezien hebben vanaf hun geboorte moeten leren kijken en leren onderscheiden.

Jezus geneest een man die vanaf zijn geboorte blind is geweest. Dat is een ongekend mirakel, ook voor onze moderne wetenschap. Door het gebaar dat Jezus stelt, Hij maakt met speeksel wat modder, verwijst Jezus naar het scheppingsverhaal. Daarin vormt God de mens uit kleiaarde. God heeft de mens goed geboetseerd. Met deze genezing herstelt Jezus iets wat in de loop van de tijd en in de ontwikkeling van deze mens fout is gegaan. De mogelijkheid voor deze man om te kunnen zien is een heel nieuwe schepping.

In het Evangelie ontspint zich daarna een lang gesprek over de vraag of je op de sabbat mag genezen. God rustte toch op de sabbat. Waarom wacht Jezus niet tot vrijdag, de zesde dag, de dag waarop God de mens maakte, dan was de tekenwaarde nog veel groter geweest? Waarom verstoort Jezus deze mooie sabbatgewoonte, die goede gewoonte die bedoeld is om de mensen eerbied voor de sabbat te leren en hen te helpen een dag rust te nemen?

Mag je op de sabbat het geloof onderrichten in de synagoge? Is dat niet ook werken? Mag je de boekrol openen, de Tora, de profeten, de Psalmen uitleggen op de sabbat? Mag je dan deze man niet genezen zodat hij de Tora kan lezen met nieuwe ogen? Is de sabbat niet juist een dag om een mens te genezen, tot Gods eer? Wie is hier blind; deze blindgeborene of de Farizeeën? Hoe komt het dat zij niet zien wat hier gebeurt, maar gevangen blijven in hun interpretatie en toepassing van hun Sabbatsregels? Wat blokkeert de ogen van hun hart, de ogen van hun geest, de ogen van hun geloof?

Die vraag mogen we ook aan onze tijd stellen; Waarom zien veel mensen in de schoonheid van de natuur, in de kracht van het leven en in de liefde van mensen niet God als Schepper? Hoe komt het dat ze Gods werk niet zien maar alles wegredeneren en voortdurend binnenwereldse verklaringen zoeken?

Je kunt op veel manieren blind zijn, je kun dan ook geestelijk blindgeboren zijn. Net als mensen die niet kunnen zien vanaf hun geboorte, hebben geestelijk blindgeboren mensen ook niet de vaardigheid ontwikkeld om te zien met de ogen van het geloof, te zien wat mensen door hun geloof kunnen zien die dit vanaf hun jeugd hebben meegekregen.

Zien met je ogen en geestelijke zien kun je goed vergelijken, maar is er ook een duidelijk verschil. Het natuurlijke genezingsproces is iets van het lichaam. Daar kun je in de moderne tijd met nieuwe technieken veel aan doen. Maar door onze fixatie op het lichaam, vergeten we dat we ook andere ogen hebben, ogen van het hart en van onze ziel, ogen van het geloof, ogen waarmee we leren kijken op de manier van Jezus, op de manier van de hemelse Vader, ogen waardoor de heilige Geest ons de ander op een nieuwe manier leert zien.

De Farizeeën hadden het geloof tot een systeem gemaakt. Maar daarmee ontwikkelden ze een soort groene staar, glaucoom voor de ziel. Ze keken door een koker en zagen alleen nog dat waar ze hun blik op richtten. Gewone glaucoom is al erg genoeg, maar soms kunnen artsen daar nog iets tegen doen. Maar als je geestelijke blik verkokert, heb je een andere dokter nodig.

Het Evangelie van vandaag laat uitgebreid zien hoe de Farizeeën vast zitten in hun smalle kijk op de dingen. Ze zijn gevangen in hun eigen systeem. Ze hebben bevrijding nodig, maar weten het niet. Ze hebben Jezus nodig, maar zijn overtuigd van hun gelijk en superioriteit. Ze zijn blind maar denken alles te zien. De blindgeborene komt tot geloof. De Farizeeën niet.

Wat zegt dat over ons en onze tijd? Hoeveel mensen worden geboren in een gezin waarin niemand gelooft? Dan is het des te wonderlijker dat er steeds weer mensen komen naar de priesteropleidingen, dat zustercongregaties toch steeds weer roepingen krijgen. Het betekent dat als je van huis uit het geloof niet hebt mee gekregen, God toch zijn wegen heeft om ons hart, onze ziel te raken en te genezen, ons te herscheppen en te bevrijden.

Het Evangelie laat ons een soort spraakverwarring zien tussen Jezus en de Farizeeën, zoals ooit begonnen in Babel. Hier in de Kerk leren we luisteren met nieuwe oren, leren we zien met nieuwe ogen, en leren we in eenheid spreken met woorden van ons geloof; tot eer van God en heil van de mensen. Amen.

Voorbede

Bidden wij tot God.

Bidden we voor de Kerk in deze veertigdagentijd; dat de soberheid die wij betrachten, ons helpt vrij te worden en te zien met ogen van ons hart en ogen van ons geloof. Dat we God leren zien in zijn schepping en elkaar zien als kind van de ene Vader. (Laat ons [zingend] bidden.)

Wij bidden voor Kerk en wereld, dat Christus ons bevrijdt van alle verkokering, alle versmalling waarin we de grootheid en wijsheid van Gods heilsplan niet meer zien. Vragen we dat het profetisch geluid van de Kerk in de wereld mag blijven klinken tot bevrijding van velen. (Laat ons bidden.)

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekern, dat we met inzet deze gunstige tijd benutten om ons los te komen van de macht van de wereld die ons voortdurend inpalmt en claimt, dat we vrij worden voor God en de naaste. (Laat ons bidden.)

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor ouders, kinderen en kleinkinderen, dat we met vreugde deze veertigdagentijd benutten om ons voor te bereiden op het feest van Pasen. Vragen we Gods kracht dat we anderen laten delen in het vele goede dat we hebben ontvangen. (Laat ons bidden.)

Back To Top