Ga naar hoofdinhoud

Ook deze zondag horen we een gelijkenis van Jezus, deze keer die over het feestmaal van de Zoon van de Koning. We worden uitgenodigd niet te snel naar de ander te wijzen, maar te zien wat die boodschap voor onszelf kan betekenen.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Augustinus, in de kerken van Sint Jozef (Wassenaar), Sint Willibrordus (Wassenaar), en de H. Laurentius (Voorschoten), weekeinde van 14 en 15 oktober 2017, om 19.00, 09.30 en 11.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2017DHJ28A

Lezingen

E.L: Jesaja 25, 6-10a
Psalm: Ps. 23 (22), 1-3a, 3b-4, 5, 6
T.L: Filippenzen 4, 12-14. 19-20
All. Vers. Cf. Efese 1, 17-18
EV: Matteüs 22, 1-14 of 1-10

Homilie

Als u het Evangelie van verleden week en dat van vandaag naast elkaar zou leggen, dan zou meteen een overeenkomst opvallen. Verleden week hoorden we over de slechte pachters die niet alleen weigerden het deel van de oogst als pacht te betalen, maar die daarbij ook de dienaren van de landheer mishandelden, stenigden en doodden en vervolgens ook de zoon van de landheer vermoordden.

Vandaag in de gelijkenis over het feestelijke bruiloftsmaal van de zoon van de koning, lezen we opnieuw zoiets. De koning stuurt zijn dienaren uit met de uitnodiging voor de bruiloft, en dan staat er: “Maar zonder er zich om te bekommeren gingen zij weg, de een naar zijn akker, de ander naar zijn zaken. De overigen grepen zijn dienaars vast, mishandelden en doodden hen”.

Twee keer gebruikt Jezus het voorbeeld van de mishandeling en de moord op de dienaren die uitgezonden werden. Het is duidelijk dat Jezus daarmee doelt op de geschiedenis van de profeten van Israël, en niet alleen die uit het verleden; Jezus kijkt ook naar het heden en naar de toekomst, Hij denkt ook aan zijn leerlingen en zijn Kerk. We lezen een hoofdstuk verder, hoofdstuk 23. Daar lezen we: “Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars! … zonen … van profeten-moordenaars. … maakt gij de maat van uw vaderen maar vol! … Daarom zend Ik tot u profeten, wijzen en schriftgeleerden. Sommigen van hen zult gij doden en kruisigen, anderen zult gij geselen in uw synagogen en achtervolgen van stad tot stad …”.

Jezus trekt een lijn uit het verleden door naar het heden en de toekomst. Het werk van de profeten gaat via Jezus en zijn leerlingen verder. Maar bij dat werk ondervinden ze tegenwerking. Verleden week was dat omdat de pachters de pacht niet wilden afdragen en zich de wijngaard wilden toe-eigenen. Vandaag is het omdat ze de uitnodiging van de koning niet aannemen en daarna vervallen in wreedheden. In beide situaties is duidelijk dat die landheer en die koning allebei God aanduiden en dat Jezus hier stelt dat zij geen liefde hebben voor God (Johannes 5,42) en gebrek aan liefde slaat snel om in haat.
Wie zijn nu die pachters en die genodigden. In het Evangelie gaat het over de hogepriesters en de oudsten van het volk, over de Farizeeën en de Sadduceeën. Zij zijn degenen met wie Jezus voortdurend in conflict raakt.

Wie zijn dat nu, in onze tijd? We moeten zorgen dat wanneer iemand niet hetzelfde denkt als wij, we hen niet meteen zo’n etiket opplakken dat we hen niet wegzetten als Farizeeër en huichelaar. Want, … misschien horen we zelf wel bij de Farizeeën van onze tijd. Wij zijn Jezus niet, onze blik is niet net zo zuiver als die van Hem. We kunnen van de heiligen uit de geschiedenis leren om terughoudend te zijn. De grote en kleine heiligen waren altijd bereid eerst in het eigen hart te kijken. Ook hielden ze dit woord van Jezus vast, waarin Hij zegt hoe we met elkaar moeten omgaan: “Oordeelt niet, dan zult ge niet geoordeeld worden; veroordeeld niet, dat zult ge niet veroordeeld worden; spreekt vrij en ge zult vrijgesproken worden” (Lucas 6,36). Die hogepriesters en oudsten, die Farizeeën en Sadduceeën kunnen in onze tijd dus heel veel mensen zijn, ook wijzelf, u in de kerkbank en ik hier op de preekstoel. Het Evangelie is een spiegel voor iedereen.

U kent de reactie van Jezus bij strikvraag of je de keizer belasting moet betalen. Toen antwoordde Jezus: “Laat Mij de belastingmunt eens zien. Zij hielden Hem een denarie voor. Hij vroeg hun: “Van wie is deze beeldenaar en het opschrift?” Zij antwoordden: “Van de keizer.” Daarop sprak Hij tot hen: “Geeft dan aan de keizer wat de keizer toekomt, en aan God wat God toekomt” (Matteüs 21,19-21)”. Hierin horen we de vraag uit de parabel van verleden week en vandaag: Zijn wij bereid aan God te geven wat God toekomt?

De twee gelijkenissen, die van verleden week en die van vandaag, bestrijken twee domeinen van het leven. Jezus laat zien dat beide domeinen bij God horen. Het eerste domein is dat van de pachters en de wijngaard; dat is ons dagelijks leven, ons materiële bezit, ons werk en onze inkomsten. De eerste Christenen gaven daarvan weg wat ze over hadden, ze gaven het aan God, door het aan de armen te geven, door tijd te geven in liefdewerk, door zich in te zetten voor Gods werk in de Kerk en de wereld.

Het tweede domein is de gelijkenis van deze zondag. Het is de uitnodiging voor het bruiloftsmaal van de Zoon, dat is de samenkomst in de tempel, de viering hier van de Eucharistie, de Communie, het bruiloftsmaal van het Lam. Voor Jezus is die bijeenkomst net zo belangrijk. Ben je bereid op de uitnodiging van de koning in te gaan voor het feestmaal van de Zoon?

In plaats dat wij wijzen naar anderen, mogen we ons door Jezus uitgenodigd weten om onze belangen niet krampachtig vast te houden, maar God te geven wat God toekomst. In het dagelijks leven geven wij aan God door onze naasten lief te hebben en uit te delen van onze overvloed. Hier in de liturgie, delen we in de overwinnings-maaltijd van Jezus’ dood en verrijzenis, hier zeggen wij God dank door Christus onze Heer. De apostel Paulus herinnert ons in de tweede lezing aan dat basisvertrouwen op God als hij zegt: “God zal met goddelijke rijkdom in al uw noden voorzien door u de heerlijkheid te schenken in Christus Jezus. Aan onze God en Vader zij de eer in de eeuwen der eeuwen!” Amen.

Voorbede

Wij bidden tot God die ons uitnodigt deel te nemen aan zijn Koninkrijk.

Wij bidden voor Gods Volk op aarde, dat wij allen bereid zijn onze dankbaarheid aan God te tonen in materieel opzicht, in tijd en aandacht en in aanwezigheid in de liturgie. Dat we durven te leven in vertrouwen op God die ons liefheeft en geeft wat wij nodig hebben. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor alle mensen die het moeilijk vinden om hun bezit, hun tijd en hun mogelijkheden belangeloos te delen met hun naasten; dat zij geraakt door Gods liefde openbloeien en meewerken aan het feestmaal van Gods Koninkrijk. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen. Wij vragen om een steeds grotere saamhorigheid en om openheid in ons hart, dat we de eredienst zien als een uitnodiging van God zelf, dat we in de Eucharistie onze dankbaarheid tonen aan God die ons samenbrengt aan de maaltijd van zijn Zoon. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen, dat we elkaar opvoeden in gulheid en vrijgevigheid, in liefde voor God en de naaste, in het vertrouwen dat God ons geeft wat wij nodig hebben, nu en eens in Gods Vaderhuis. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top