Ga naar hoofdinhoud

Geef aan God wat God toekomt. Wij zijn niet van onszelf.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Augustinus, in de kerken van: Sint Willibrordus (Wassenaar), Sint Jozef (Wassenaar), en de H. Laurentius (Voorschoten), weekeinde van 21 en 22 oktober 2017, om 19.00, 09.30 en 11.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2017DHJ29A

Lezingen

E.L: Jesaja 45, 1. 4-6
Psalm: Ps. 96 (95), 1 en 3, 4-5, 7-8, 9-10a en c
T.L: 1 Tessalonicenzen 1, 1-5b
All. Vers. Filippenzen 2, 15-16
EV: Matteüs 22, 15-21

Homilie

In mijn preek van verleden week heb ik de vraag gesteld: Geef ik aan God, wat God toekomt. Daarmee greep ik al een beetje vooruit naar het Evangelie van vandaag met de strikvraag van Farizeeën en Herodianen. Viel het u op hoe doortrapt het gebeurde? Ze komen niet zelf, maar ze sturen hun leerlingen naar Jezus toe, hun studenten. Ze hebben ook nog de begroeting uit hun hoofd geleerd: “Meester, wij weten dat Gij oprecht zijt en de weg van God in oprechtheid leert; Gij stoort U aan niemand, want Gij ziet de mensen niet naar de ogen …”

Valt het u op dat Jezus niet hard uitvalt reageert met woorden als: “Slangen, adderengebroed, hoe zult ge het hellevonnis ontkomen? (Matteüs 23,33). Of: witgekalkte graven vol huichelarij en ongerechtigheid (Matteüs 23,27-28), waarom zou Ik eigenlijk nog met u spreken?” Zulke woorden zal Jezus op een goed moment wel gebruiken. Nu blijft het beperkt tot een stevige opmerking: “Waarom probeert gij Mij te vangen, gij huichelaars?”

Waarom gaat Jezus in gesprek met mensen die er alleen maar op uit zijn Hem te vangen? Het antwoord is: Uit liefde. Ook de Farizeeën en de Schriftgeleerden, ook de Sadduceeën, de oudsten, de hogepriester en zeker deze studenten, ze gaan Hem allemaal aan het hart. Daarom gaat Hij met ze in gesprek, daarom geeft Hij antwoord. Wie weet komen enkele toch nog tot inzicht, Hij geeft ze steeds weer een kans. Het zou me niet verbazen als een van die studenten later de kant van Jezus heeft gekozen.

Jezus stelt wel hun huichelarij aan de kaak. Hij laat heb weten dat hij de valstrik doorziet. Daarmee laat Hij hen ook weten dat hij boven al dat gekonkel staat. Laten we daarom eens kijken wat het voorbeeld dat Jezus nu geeft voor ons kan betekenen.

Jezus zegt: “Laat Mij de belastingmunt eens zien.” Toen vroeg Hij hun: “Van wie is deze beeldenaar en het opschrift?” Zij antwoordden: “Van de keizer.” Daarop sprak Hij tot hen: “Geeft dan aan de keizer wat de keizer toekomt, en aan God wat God toekomt.”

Het kan lijken dat dit een aardig voorbeeld uit het Evangelie is, maar het heeft rechtstreeks te maken met het leven van alledag. Wij hebben geen keizer meer, wie is in onze tijd de keizer? Is dat de politiek, het nieuwe kabinet, is dat Brussel, of is het de publieke opinie die geen tegenwerping of andere mening verdraagt? Wie is in onze tijd de keizer? Wie heeft macht over mensen? Is dat de commercie of de media? Is dat de werkgever, of de de filmbaas die jarenlang de vrouwen naar zijn pijpen liet dansen, omdat hij de macht had?

Was dat vroeger de Kerk, komt daar het kindermisbruik vandaan? “Alle macht corrumpeert”, stelde Montesquieu. En daar zit wat in. Een simpel Nederlands gezegde luidt: “Het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen”.

Wie is de keizer in onze tijd? Of zijn er inmiddels talloze keizers die allemaal een deel van de macht over de mens opeisen. Keizer economie zegt dat we moeten kopen en uitgeven, want alleen als het geldt rolt, draait de economie goed. Keizer economie zegt ook: “Man en vrouw beiden een betaalde baan, want we hebben die arbeidskrachten nodig voor de economische groei” en dat is het nieuwe dogma van onze wereld. Hoeveel keizers zijn er in onze tijd?

Er is ook een verborgen keizer die tegelijk slaaf is. Dat is de mens zelf, de mens met zijn eigen ik. De mens die denkt dat hij vrij is en dat het om hem draait. De klant is tenslotte koning, keizer, admiraal. Dat wordt ook in alle reclame uitgeroepen, het gaat om jou, met jouw wereld, met jouw kansen, je kan het betalen, we maken het geld goedkoop. Maar al die slogans dienen er alleen maar om de mens gevangen te houden in de slavernij van de economie, de mens als economische motor. De economie als de Matrix en de mens die denkt vrij te zijn, maar slechts een schakel is in een onpersoonlijke keten.

Dan klinkt de vraag: Moeten we aan de keizer betalen of niet? Jezus geeft antwoord. Want ook al is het een strikvraag, het is ook een goede vraag, een vraag die een antwoord verdient. Dat antwoord luidt dan: “Geeft dan aan de keizer wat de keizer toekomt, en aan God wat God toekomt.”

Dat antwoord roept een nieuw vraag op en daar moeten wij in onze tijd antwoord op geven: “Wat komt de keizer toe en wat komt God toe?” Jezus wijst naar de belastingmunt. Daarop staat het gezicht van de keizer. Dat hoort dus bij hem, méér niet. En wat komt God toe? Iedereen begrijpt meteen wat Jezus bedoelt. “En God schiep de mens als zijn beeld; als het beeld van God schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen. (Genesis 1,27).

Geef aan God wat God toekomt. Wij zijn niet van onszelf. De wereld roept dat wij van onszelf zijn, maar roept dat alleen om ons te gebruiken in haar genadeloze systeem. Jezus zegt: Jij bent niet van jezelf, jij draagt Gods beeld. Jezus zegt dat om ons vrij te maken, want als wij echt van God zijn, gaan we delen in Gods vrijheid. Geef aan God wat God toekomt. Volg Gods Zoon. Geef jezelf, met wat je bent, wat je kunt en wat je hebt. Dan geeft God zich aan jou en word je vrij, beeld van God, geliefd kind van God. Amen.

Voorbede

Wij bidden tot God in geloof en vertrouwen.

Wij bidden voor alle gelovigen, dat zij zich aan God durven toe te vertrouwen, dat zij de weg van Jezus vastberaden opgaan, dat zij zich geven aan God en de naaste, dat God hen vrij maakt en doet uitgroeien tot zijn kinderen. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze wereld, om een groter bewustzijn welke machten onze samenleving beheersen, dat we ze steeds beter herkennen en in ons eigen leven ontmaskeren, dat mensen het gelaat van Christus voor ogen houden op de weg naar vrijheid. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen. Wij vragen Gods genade, om een nieuwe gulheid in ons hart naar Christus toe en naar zijn Kerk, dat we tijd en energie, bezit en talenten inzetten voor Gods Koninkrijk, dat we elkaar daarin stimuleren en zelf het voorbeeld geven. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen, om een nieuw evenwicht, dat we terugnemen wat de keizer niet toekomt, dat we onszelf leren zien als Gods Verbondspartners die met God meewerken in zijn netwerk van liefde. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top