Ga naar hoofdinhoud

Jezus wordt op de proef gesteld. Ook wij mensen worden op de proef gesteld. De grote proef is uiteindelijk hoe wij omgaan met God en de naaste.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Augustinus, in de kerken van H. Joannes de Doper (Katwijk) en de H. Willibrord (Oegstgeest), weekeinde van 28 en 29 oktober 2017, om 19.00, 09.30 en 11.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2017DHJ30A

Lezingen

E.L: Exodus 22, 20-26
Psalm: Ps. 18 (17), 2-3a, 3bc-4, 47 en 51 ab
T.L: 1 Tessalonicenzen 1, 5c-10
All. Vers. Johannes 14, 23
EV: Matteüs 22, 34-40

Homilie

Verleden week hoorden we in het Evangelie over een strikvraag: “… is het geoorloofd belasting te betalen aan de keizer of niet?” Verleden week gaf Jezus antwoord op die strikvraag, want het was een belangrijke vraag. Vandaag net zoiets, een wetgeleerde vraagt Jezus (om Hem op de proef te stellen): “Meester, wat is het voornaamste gebod in de Wet?”

De vorige keer kwamen ze naar Jezus toe om Hem in een strik te vangen in zijn eigen woorden; deze keer komt er een wetgeleerde naar Jezus om hem op de proef te stellen. Wat betekent dat op de proef stellen? Het is niet hetzelfde als een strikvraag, het is wel een soort test. Je kan er twee kanten mee op. De Evangelist Lucas beschrijft een soortgelijk gesprek.

Op de proef stellen is niet verkeerd. Kijken wat vlees je in de kuip hebt, hoort bij het leven. Welke vader of moeder wil niet weten met wat voor soort jongen hun dochter thuis komt, of op wat voor meisje hun zoon verliefd is. Elk bedrijf dat een vacature heeft onderzoekt de sollicitant.

In de Bijbel komt het woord op de proef stellen dikwijls voor. Maar de voornaamste die op de proef stelt is God zelf. God stelt ons op de proef. God is onze Schepper en Hij heeft dus het recht ons op de proef te stellen. Dat begint al met de eerste verhalen van de Bijbel, Adam en Eva. Dat verhaal in de tuin, is een proef, een toets, een examen, een beproeving. Maar zij zijn gezakt en er was geen herexamen; je kunt het leven niet overdoen.

De proef betrof hun gehoorzaamheid aan God. Naar wie luister je? Luister je naar de verleider die tegen je zegt dat God niet goed is, dat God je de leuke dingen van het leven niet gunt? Luister je naar de leugenaar die op je inpraat dat jij zelf je geluk moet grijpen, dat jij gelijk aan God kunt worden door de kennis van goed en kwaad, dat jij alles zelf kunt bepalen, de grote bekoring van de autonome mens? Luister je daarnaar of luister je naar Gods stem, die zacht spreekt.

Over Jezus schrijft Matteüs: ”Hij zal niet twisten, Hij zal niet schreeuwen en op straat zal men zijn stem niet horen (Matteüs 12,19 – Jesaja 42,2). Jaren geleden gebruikte bisschop de Korte deze zin: Het kwade schreeuwt, het goede fluistert. En inderdaad, het kwaad schreeuwt. De buitenwereld dringt zich aan ons op met groot geweld, of het nu via gedrukte of digitale media gaat, via het beeldscherm of posters langs de weg. Het goede fluistert, God spreekt in ons hart. Een vriendelijk woord wordt niet geschreeuwd.

Maar denk niet dat het kwaad ook niet kan fluisteren. Als dat beter uitkomt is elk middel geoorloofd. Bij het verhaal van de slang denk ik eerder aan gelispel, aan kruiperig bedrog, ingefluisterde onzekerheid en aangeblazen angst. Naar wie luister je? Welke gedachten dringen zich aan ons op?

Ook Jezus werd op de proef gesteld, in de woestijn, veertig dagen en nachten. Degene die hem beproefde was de duivel en God liet dat toe. Sterker nog, er staat de heilige Geest Jezus naar de woestijn bracht om door de duivel op de proef gesteld te worden. De duivel popelt om ons te beproeven, het is de kracht die zich niet kan plooien naar Gods bedoeling, die weerstand biedt met alle intelligentie en alle mogelijkheden die hij in zich heeft. De duivel, maar ook de mensen, zoals vandaag de wetgeleerde, iedereen stelt Jezus op de proef.

Dat is vandaag de dag niet anders, met dit verschil, nu wordt de Kerk op de proef gesteld, de Kerk als Lichaam van Christus. In de Kerk gaat de aanwezigheid van Christus op aarde verder, dus gaat ook de beproeving door.

Het woord op de proef stellen dat vandaag in het Evangelie wordt gebruikt is hetzelfde woord dat staat in het Onze Vader, als we bidden: “Breng ons niet in beproeving.” Dat is interessant: Jezus leert ons bidden tot God: “Breng ons niet in beproeving”. Waarom doet Hij dat? Denken we aan Adam en Eva, Abraham, Samson. Denk aan de apostelen en zoveel anderen. Hielden zij stand in de beproeving? Lieten de apostelen Jezus niet in de steek? Doorstonden zij de proef. Eerst niet, later wel.

Jezus zelf hield ten einde toe stand in de beproeving, tot in de dood, de dood op het kruis. Na zijn verrijzenis, zijn overwinning, hielden ook de apostelen stand in de beproeving. Na hen hielden de martelaren stand in de beproeving. De wereld zal ons Christenen beproeven. De duivel zal ons beproeven. Jezus leert ons bidden tot God de Vader: Beproef ons niet. Hij zegt ons: Vraag dat aan de Vader. Jezus weet hoe zwak wij zijn.

Daar is wel een keerzijde aan. Wij moeten ook onszelf niet in beproeving brengen, we kunnen veel verleidingen en bekoringen in ons leven binnenlaten. Dan leiden we onszelf in bekoring en beproeving.

De grote test is uiteindelijk of wij stand houden in de liefde, liefde voor God, God op de eerste plaats en de liefde voor de naaste, net zo belangrijk. Dat we net zoveel liefde voor de naaste hebben als voor onszelf. De eerste lezing geeft enkele suggesties hoe je die liefde in de praktijk brengt. Houden wij stand in die proef zoals de eerste Christenen, dan volgen we hem na, dan mogen we ook delen in zijn overwinning en gaan we binnen in Gods Koninkrijk. Amen.

Voorbede

Wij bidden tot God in geloof en vertrouwen.

Wij bidden voor Gods Kerk op aarde, dat alle gelovigen stand houden in de beproeving, dat zij God voorrang geven boven de wereld, dat zij de naasten liefhebben als zichzelf, dat zij luisteren naar de zachte stem van de heilige Geest in hun hart. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze samenleving, dat we minder schreeuwerig ons gelijk willen halen. We bidden voor de partijen in het conflict met Macedonië, om wijsheid en geduld. We bidden om wijze wereldleiders dat zij begrijpen dat de zachte krachten eens zullen winnen. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen. Wij vragen om Gods genade dat wij het dubbelgebod werkelijk beleven; dat wij God liefhebben en de naaste, dat we eigenliefde overwinnen en gul worden naar hen die het moeilijk hebben. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen, dat we elkaar bijstaan in de beproevingen van het leven, dat we met name elkaar ondersteunen wanneer ons geloof beproefd wordt en twijfels zich opdringen, dat we samen sterk staan in ons geloof. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top