Ga naar hoofdinhoud

Een hervormer moet ook een heilige zijn, wil zijn werk volop goede vruchten dragen.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Augustinus, in de H. Willibrord (Oegstgeest), 4 november 2017, om 19.00, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2017DHJ31A

Lezingen

E.L: Maleachi 1, 14b-2,2b. 8-10
Psalm: Ps. 131 (130), 1, 2, 3
T.L: 1 Tessalonicenzen 2, 7b-9. 13
All. Vers. Matteüs 23, 9a en 10b
EV: Matteüs 23, 1-12

Homilie

Bescheidenheid. Eenvoud. Vertrouwen. Geduld.

Het zijn woorden die je niet snel zult vinden in de carrière-race van de zakenwereld, maar ook niet in de wereld van grote media, daar moet je juist jezelf verkopen. Hetzelfde geldt tegenwoordig ook in de wereld van de wetenschap, in de politiek, in overheidsinstituten … waar eigenlijk niet?

Vandaag stelt Jezus ons een valkuil van de schriftgeleerden en de Farizeeën voor ogen. De valkuil is dat je zelf op de leerstoel gaat zitten, dat je jezelf tot meester verklaart en dat je jezelf zo ook gaat zien.

Op zich is het niet eens het ergste dat zij die positie vervullen. Want Jezus zegt tegen zijn tijdgenoten dat ze goed moeten luisteren als schriftgeleerden en de Farizeeën de heilige Schrift en de Wet van Mozes voorhouden en uitleggen. Waar zit het grote bezwaar van Jezus? Hij zegt: “ … maar handelt niet naar hun werken; want zelf handelen ze niet naar hun woorden”.

Dit is voor Jezus van groot belang. Hij zegt het ook met andere woorden: “Wacht u voor de valse profeten, mensen die tot u komen in schaapskleren, maar van binnen roofzuchtige wolven zijn. Aan hun vruchten zult ge ze kennen. Plukt men soms druiven van dorens of vijgen van distels? Zo brengt iedere goede boom goede vruchten voort, maar de zieke boom brengt slechte vruchten voort” (Matteüs 7,15-17).

Voor Jezus is het een toets van waarachtigheid, of mensen doen wat ze zeggen, volbrengen wat ze beloven, trouw zijn aan hun gegeven woord, de Wil van de Vader volbrengen. Hij zegt het ook met de vergelijking van het huis op het zand of het huis op de rots: “Ieder nu, die deze woorden van Mij hoort en ernaar handelt, kan men vergelijken met een verstandig man die zijn huis op rotsgrond bouwde. De regen viel neer, de bergstromen kwamen omlaag, de storm stak op en zij stortten zich op dat huis, maar het viel niet in, want het stond op gegrondvest op de rots” (Matteüs 7,24-25).

Waarom stond Moeder Teresa in heel de wereld in groot aanzien? Ze begreep haar roeping om God te dienen in de armsten van de armen. Ze liet de veilige muren van het klooster achter zich om Gods stem te volgen. Ze deed wat ze verkondigde, ze haalde de stervenden van de straat om ze een menswaardige dood te geven.

Deze dagen hebben we veel gehoord over het Luther-jaar. Er zijn grote bijeenkomsten geweest en de Rooms Katholieke Kerk heeft op veel plaatsen geparticipeerd in de Luther herdenkingen. De Kerk heeft waarderende woorden gesproken naar de kerken uit de Reformatie, ook waarderende woorden over Luther zelf. Toch zal de Rooms Katholieke Kerk Luther niet heilig verklaren. Hij was een theoloog, een hervormer, maar ook één die zichzelf op de zetel plaatste en tegelijk in zijn doen en laten geen voorbeeldig mens was. De vruchten van de Reformatie zijn zeker niet allemaal even zoet of heilzaam. Ook die geluiden hebben geklonken in de afgelopen periode in de publicaties en documentaires.

Hetzelfde gold helaas voor veel Romeinse ambtsdragers in die tijd, ook de pausen van die tijd waren niet in hun doen en laten het voorbeeld dat ze hadden moeten zijn. Dat maakte dat de hervorming nodig was. Tegelijk beseffen we dat een hervormer ook een heilige moet zijn, wil zijn werk volop goede vruchten dragen.

God rekent het de ambtsdrager zwaar aan, als deze zijn werk niet goed doet, als door zijn nalatigheid de kudde afdwaalt. Dat hoorden we in de eerste lezing: “Daarom zal Ik zorgen dat gij bij het hele volk verguisd en versmaad wordt, omdat gij mijn wegen niet hebt bewandeld en in uw lering de mensen naar de ogen hebt gezien”. De profeet Ezechiël zegt het nog anders: “Wee de herders van Israël die zichzelf weiden! Moeten de herders niet hun schapen weiden?” “ … daarom, herders, hoort het woord van de Heer. Dit zegt God de Heer: Ik keer mij tegen de herders! Ik zal mijn schapen van hen opeisen en henzelf als herder ontslaan. De herders zullen niet langer zichzelf weiden; Ik zal mijn schapen uit hun mond bevrijden … (Ezechiël 34,2b. 9-10).

Toch gaat het niet alleen over de ambtsdragers. Het gaat niet alleen over de bisschop, de priesters, de diakens en de bestuurders of de leden van de pastoraatgroepen en beheercommissies, het gaat over ieder van ons. Paulus zegt God dank in de tweede lezingen omdat de Christenen van Tessalonica het Evangelie hebben aangenomen en in de praktijk brengen: “En daarom danken wij God zonder ophouden, dat gij het goddelijk woord der prediking van ons hebt ontvangen en aanvaard, niet als een woord van mensen, maar als wat het inderdaad is: het woord van God; en het blijft werkzaam in u die gelooft”.

Het Woord dat Jezus ons verkondigt gaat iedereen aan. “ … gij moet u geen rabbi laten noemen. Gij hebt maar één Meester en gij zijt allen broeders. En noemt niemand van u op aarde ‘vader’; gij hebt maar één Vader, de hemelse. En laat u ook geen ‘leraar’ noemen; gij hebt maar één leraar, de Christus. Wie de grootste onder u is, moet uw dienaar zijn. Alwie zichzelf verheft, zal vernederd, en wie zichzelf vernedert, zal verheven worden.” Amen.

Voorbede

Wij bidden tot God in geloof en vertrouwen.

Wij bidden voor Gods Kerk op aarde, voor een voortdurende hervorming van ons hart door een blijvende bezinning op de navolging van Christus. Dat de inzet voor een geloofwaardig Christelijk leven ons in een nieuwe oecumene samen mag brengen. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze samenleving, dat de Evangelische waarden vanuit het voorbeeld van Christus door mogen dringen in de zakenwereld, in entertainment en wetenschap, dat ook daar bescheidenheid, eenvoud, vertrouwen en geduld voorrang krijgen. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen. Dat we onszelf niet tot meesters maken, dat we luisteren naar God en naar elkaar, dat we beseffen dat niemand de wijsheid in pacht heeft, dat we ruimte geven aan de heilige Geest. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen, dat we elkaar bij Christus brengen als onze ene leraar, dat we elkaar bij de Vader brengen en elkaar liefhebben als broers en zussen. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top