Ga naar hoofdinhoud

Het geloof begint bij de verkondiging. Eerst wordt door de verkondiging het geloof gewekt. Daarna opent het geloof de ogen om Hem te herkennen.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Augustinus, in de kerk van de H. Willibrord te Oegstgeest om 11.00 uur, 17 april 2017, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2017TMPPMA

Lezingen

E.L: Handelingen der Apostelen 2, 14. 22-32
Psalm: Ps. 16 (15), 1-2a, 5, 7-8, 9-10, 11
Vers. Victimae Paschalis en: Alleluiavers: Dit is de dag
EV: Matteüs 28, 8-15

Homilie

Twee thema’s wil ik vandaag met u bespreken. Het eerste thema ontspringt aan de vrouwen. In de paasnacht (Matteüs 28,1-10) hoorden we hoe Maria Magdalena en de andere Maria naar het graf gingen kijken, vroeg in de morgen. Dan voelen ze een aardbeving en een engel rolt de steen weg. De bewakers zijn doodsbang. De engel spreekt de vrouwen aan en toont hen het lege graf. Dan zegt de engel: “Gaat nu terstond aan zijn leerlingen zeggen: ‘Hij is verrezen van de doden, en nu gaat Hij u voor naar Galilea; daar zult gij Hem zien’”. Als ze dan op weg gaan, komt Jezus hen tegemoet en zegt: “Weest gegroet”. Zij gaan naar Hem toe, omklemmen zijn voeten en aanbidden Hem.

Waarom zien ze eerst een engel, en daarna pas Jezus? Waarom moet eerst de engel zeggen: ‘Hij is verrezen van de doden’, voordat zij Jezus ontmoeten en hem aanbidden? Het is in zekere zin dezelfde vraag die de apostel Judas Taddeüs ooit stelde: “Heer, hoe komt het dat Gij Uzelf aan ons zult openbaren en niet aan de wereld?” Ofwel, hoe komt het dat wij U zien en zullen zien en de wereld niet. Waarom openbaart U zich niet na uw verrijzenis aan Pilatus, Herodes, de hogepriesters en schriftgeleerden, de farizeeën en sadduceeën, de keizer van Rome en alle heersers van de wereld? Waarom alleen aan ons, deze kleine groep, zo onmachtig en kwetsbaar? Jezus gaf hem ten antwoord: “Als iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord onderhouden, mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en verblijf bij hem nemen. Wie Mij niet liefheeft, onderhoudt mijn woorden niet; … (Johannes 14, 22-24).

Wij kunnen de verrezen Christus niet zien zonder het geloof. Het geloof begint bij de verkondiging. Eerst wordt door de verkondiging het geloof gewekt. Daarna opent het geloof de ogen om Hem te herkennen. Die verkondiging gebeurt niet alleen door mensenmonden. Dat is wel een belangrijke vorm, misschien wel de belangrijkste, het is ook de opdracht die de vrouwen meteen van de engel krijgen: “Gaat nu terstond aan zijn leerlingen zeggen: ‘Hij is verrezen van de doden …’ …” Zij moeten meteen verkondigen. Maar de verkondiging aan hen gebeurde door de engel, die boodschapper van God.

Zo is het ook met de verkondiging hier in de kerk, met de lector die de lezingen leest, de diaken, de priester of de bisschop die het Evangelie leest en de verkondiging doet in de homilie. Die verkondiging doen pastorale werkers en gebedsleiders als zij voorgaan. Die verkondiging gebeurt ook als u naar huis gaat en de Blijde Boodschap doorvertelt, als de leraren op school in geloof vertellen over Christus, maar meer nog dan de woorden zijn er de daden die als tekenen van de verkondiging dienen. Daden van liefde, moed om het lijden te dulden en te dragen, kracht om aan jezelf te werken, meer te geven dan redelijk verwacht kan worden, door te gaan tegen de wanhoop in. Dat is metterdaad verkondigen en getuigen van de verrijzenis.

Zo getuigt God ook niet alleen met woorden, God getuigt ook met daden. Daarvan zijn de grote daden die we in de paasnacht herdachten met de schepping en de doortocht door de zee zijn getuigenissen. Boven al getuigt God door de verrijzenis van Christus zelf. Het gaat gepaard met natuurgeweld, licht als van een bliksem, stralend licht, de engel die tot de vrouwen spreekt.

Het doet me denken aan Fatima, honderd jaar geleden, 13 oktober 1917, met het zonnewonder. De 70.000 aanwezigen zagen op hetzelfde moment de zon draaien en op zich afkomen. Waren ze eerst nog druipnat van de regen, na het zonnewonder waren hun kleren plotseling droog. Die gebeurtenis versterkte het getuigenis van Maria aan de kinderen. De kinderen van Fatima moesten getuigen en verkondigen, zoals vandaag de vrouwen bij het graf. Eerst komt de verkondiging door woord en door teken. Daarna pas gaan we zien en herkennen, verstaan en begrijpen.

Hoe zit het nu met die soldaten. Zij voelden de aardbeving, zagen een bliksem, angst overviel hen. Ook zij zagen de steen die wegrolde en ook zij gingen iets vertellen, iets over verrijzenis. Maar zij verkondigden niet vanuit geloof, zij verkondigden vanuit angst, angst dat ze gestraft zouden worden of angst dat ze hun salaris niet zouden krijgen.

De hogepriesters kunnen niet geloven en hebben maar een gedachte: Die soldaten liegen, ze zijn in slaap gevallen en de leerlingen van Jezus hebben zijn lichaam weggehaald. Misschien hebben die leerlingen van Jezus de soldaten wel betaald en omgekocht om dit verhaal de wereld in te sturen. Een verhaal over een geweldige gebeurtenis, een aardbeving, licht, een engel van God, een steen die wegrolt en een graf dat leeg is. Die leugen moeten we bestrijden. Dan moeten wij meer betalen dan die leerlingen van Jezus. Dat is toch het enige waar die soldaten op uit zijn. “Oké, zeg gewoon wat er gebeurd is, dat zijn leerlingen hem hebben gestolen toen jullie in slaap waren gevallen. Hier, we betalen jullie er zelfs flink voor, dan weet je dat we het menen”.

Ongeloof leidt tot leugen, omdat het ongeloof de waarheid niet wil aanvaarden. Wie zijn de hogepriesters van deze tijd, die blijven verkondigen dat Jezus niet is verrezen, die blijven zeggen, dat dood gewoon dood is en dat er geen leven is na de dood? Daartegenover staan de Maria’s en de apostelen, de verkondigers die getuigen omdat zij door het geloof zijn gaan zien, de de levende Heer herkennen in het leven van alle dag, in de Sacramenten, de tekenen van zijn aanwezigheid, die Hem navolgen en getuigen in woord en daad. Amen.

Voorbede

Bidden wij tot God die onze ogen opent voor de levende Heer.

Wij bidden voor de Kerk, bijzonder voor alle verkondigers, dat zij blijft getuigen van de levende Heer, dat zij zelf hun geloof blijven verdiepen, opdat zij door het geloof zien en verstaan. Wij bidden voor een nieuwe evangelisatie in woord en daad. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze samenleving, we vragen om Gods heilige Geest, dat er een nieuwe cultuur mag groeien waarin mensen weer oog krijgen voor Gods werkelijkheid, wij bidden voor wetenschappers, dat zij niet alleen met de ogen van de wetenschap kijken, maar ook met de ogen van het geloof. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochiegemeenschap en onze parochiekernen, wij vragen om Gods genade, dat de verkondiging ons innerlijk raakt, zodat ons geloof zich herstelt en verdiept, dat wij door ons geloof de grote waarde van de Sacramenten meer gaan inzien en waarderen. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen, dat er een wederzijds getuigenis mag groeien in de gezinnen, van oud naar jong en van jong naar oud, getuigenissen van geloof, hoop en liefde in woord en daad. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top