Ga naar hoofdinhoud

In Jezus komt het visioen van Jesaja tot vervulling. Maar dat gaat niet als bij toverslag. God wil de wereld herscheppen door Christus, door zijn Kerk, door u en mij.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Augustinus, in de kerken van Sint Willibrordus (Wassenaar) en de H. Laurentius (Voorschoten), weekeinde van 14 en 15 december van 2019, om 19.00, 09.30 en 11.00 uur, door pastoor Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2020ADV03A

Lezingen

E.L: Jesaja 35, 1-6a. 10
Psalm: Ps. 146 (145), 7, 8-9a, 9bc-10
T.L: Jakobus 5, 7-10
All: Jes. 61, 1 (cf. Lc., 4, 18)
EV: Matteüs 11, 2-11

Homilie

Verleden week begonnen we ook met een visioen van Jesaja: “In die dagen zal een twijg ontspruiten aan de stronk van Isaï, een scheut aan zijn wortels zal vruchten dragen. De geest van de Heer zal op hem rusten, de geest van wijsheid en verstand, de geest van raad en heldenmoed, de geest van liefde en vreze des Heren …” (Jesaja 11, 1-3). Vandaag horen we opnieuw zo’n visioen: “Woestijn en steppe zullen zich verheugen, jubelen en bloeien de dorre vlakte. Pronken zal zij met lelies, van blijdschap jubelen en juichen. De glorie van de Libanon valt haar ten deel, de luister van Karmel en Sjaron. Zij zullen de glorie van de Heer aanschouwen, de luister van onze God” (Jesaja 15, 1-2).

Verleden week vroeg ik me hardop af: “Zou Jesaja Jezus hebben herkend en Hem hebben erkend als de vervulling van zijn visioen?” Want de vervulling van zijn visioen ziet er zo anders uit. Inderdaad, de Geest van de Heer rust op Hem, inderdaad de Geest van wijsheid en verstand, de Geest van raad en heldenmoed, de Geest van liefde en vreze des Heren. Maar zou Jesaja ook niet, net als Johannes de Doper en zijn leerlingen zijn vragen hebben?

Johannes in de gevangenis: “Zijt Gij de komende, of hebben wij een ander te verwachten?” Is dit nu twijfel van Johannes? Of gaat het erom dat hij zijn leerlingen naar Jezus wil brengen? Moeten ze zelf op onderzoek uitgaan? Het antwoord van Jezus kan op beide slaan. Zijn antwoord is een troostvol woord voor Johannes zelf en een eye-opener voor de leerlingen van Johannes. Ze moeten anders gaan kijken. Jezus zegt: “… blinden zien en lammen lopen, melaatsen genezen en doven horen, doden staan op en aan armen wordt de Blijde Boodschap verkondigd. Gelukkig is hij die aan Mij geen aanstoot neemt.”

Dat antwoord, vinden rechtstreeks terug in de eerste lezing. Natuurlijk kennen ze die tekst van Jesaja: “God komt om te vergelden en om u te redden. Dan gaan de ogen van de blinden weer open en zullen de oren van de doven geopend worden. De lamme zal springen als een hert en jubelen zal de tong van de stomme”.

Feitelijk zegt Jezus dat het visioen van Jesaja in hem zijn vervulling vindt. Dit was voor de Joden die Christen werden van groot belang. Want de messias moet de vervulling brengen van wat God door zijn profeten heeft voorzegd. Helaas blijven daarover discussies ook met hedendaagse orthodoxe Joden die zeggen: “Nee, er zijn teveel voorspellingen die niet letterlijk genoeg door Jezus en door de Kerk zijn vervuld”. Maar voor hen die geraakt werden door het vuur van de Geest sprong de herkenning meteen in het oog en wisten zij dat in Jezus die vervulling werd gegeven.

Verleden week hoorden we in dat visioen van Jesaja: “Dan huist de wolf bij het lam, vlijt de panter zich neer naast het geitje, grazen tezamen het kalf en het leeuwenjong …” Toen vroeg ik hardop: Wie is die wolf, wie is die panter, wie is die leeuw?” Met als conclusie dat als je Jezus wilt volgen, je de wolf, de panter, de leeuw, de berin en de slang in jezelf moet overwinnen. En met zijn hulp is dat mogelijk. Dan komt er eerst vrede in je eigen hart en vervolgens ook met je naaste. Dat wordt de basis van vrede op aarde.

Vandaag dat visioen met de woorden: “Maak slappe handen sterk, geef kracht aan knikkende knieën. Spreek tot allen die de moed verloren hebben: vat moed en vrees niet: uw God komt om de wraak te voltrekken, God komt om te vergelden en om u te redden.”

Daarbij moeten we dezelfde stap zetten. Wij zelf moeten onze handen versterken, wij zelf moeten opnieuw moed vatten. Inderdaad, het God die aan de slag gaat en orde op zaken komt stellen, het is God die ons komt redden, maar dat gebeurt niet als wij maar afwachten en niets doen. Hij doet het door ons heen. Zoals Jezus zijn leerlingen roept en uitzendt met de woorden: “Verkondigt op uw tocht: Het Koninkrijk der hemelen is nabij. Geneest zieken, wekt doden op, reinigt melaatsen en drijft duivels uit. Voor niets hebt gij ontvangen, voor niets moet gij geven” (Matteüs 10, 7-8).

Hoe gaat God ons redden? Niet door een Luilekkerland te creëren waarin Hij alle problemen voor ons oplost. Dat is de redding en het visioen dat de wereld ons voorhoudt. Die nieuwe toekomst kan je kopen, als je genoeg betaalt. Nee, de toekomst waar we het met Jezus over hebben is de toekomst waarbij God in ons en door ons en met ons zijn wonderlijke werk doet.

Daar zitten twee kanten aan die allebei noodzakelijk zijn; de binnen- en de buitenkant. Zoals de heilige Benedictus leert: “Ora en labora”; bid en werk. Zoals Martha van Jezus hoort dat je met het betere deel moet beginnen. Maar daarmee eindigt het niet. Het begint met gebed, het begint met het Woord van Christus, met zijn wijsheid, met zijn Geest en zijn. Maar daarna moeten onze handen weer sterk worden in diaconie, dan moeten we ze uitstrekken naar vluchtelingen en anderen die onze hulp nodig hebben. Dan moeten we onze knieën strekken op weg gaan om de Blijde Boodschap rond te brengen.

Maar het visioen vraagt ook geduld. Jacobus geeft in de tweede lezing een mooi beeld. “De boer die uitziet naar de heerlijke vrucht van zijn land, kan alleen maar geduldig wachten, totdat de winter- en voorjaarsregens gevallen zijn”. Gods koninkrijk komt niet op commando. Wij moeten ploegen en zaaien. De Heer geeft de vruchtbaarheid en de wasdom. De oogst komt later. Amen.

Voorbede

Bidden wij vol verlangen om de vervulling van Gods belofte.

Wij bidden voor alle mensen die de moed verloren hebben, dat de Advent en het Kerstfeest hen zal helpen op krachten te komen, dat ze het geloof en het vertrouwen hervinden en zich met nieuwe moed inzetten voor Gods Koninkrijk. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze samenleving, voor allen die opgesloten blijven in het beperkte denken van onze cultuur, dat zij bevrijding vinden in het Woord van Christus en door Hem de vrijheid verkrijgen mee te bouwen aan een beschaving van liefde. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen, dat we ons door Johannes de Doper laten verwijzen naar Jezus, dat we oog krijgen voor hoe Jezus in ons, in anderen, in zijn Kerk en in de wereld doorgaat met zijn werk. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen, dat we geduld leren hebben met anderen en met ons zelf, met de wereld en met de Kerk, dat we ons niet laten ontmoedigen maar in kleine dingen blijven doen wat we kunnen. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top