Ga naar hoofdinhoud

Vandaag houdt Jezus ons een spiegel voor. Welke wijsheid volgen we, is dat de wijsheid van de wereld of de wijsheid van God? Zijn Woord en Sacrament mag in ons het geloof, de hoop en de liefde op peil houden, zodat we het uithouden in de tijd van wachten.

Eucharistieviering in de kerken van de H.H. Laurentius en Elisabeth (Kathedraal), de H. Liduina (Hillegersberg) en de H. Petrus Banden (Overschie), weekeinde van 31 oktober en 1 november 2020, om 17.00, 09.30 en 11.00 uur, door plebaan Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2020ALLHA

Lezingen

E.L: Apokalyps 7, 2-4. 9-14
Psalm: Ps. 24 (23), 1-2, 3-4ab, 5-6
T.L: 1 Johannes 3, 1-3
All: Matteüs 11,28
EV: Matteüs 5, 1-12b

Homilie

“Dat zijn degenen die komen uit de grote verdrukking, die hun gewaden hebben wit gewassen in het bloed van het Lam.” Dit is de laatste regel uit de eerste lezing. De tekst komt uit de Apokalyps van Johannes, het laatste boek uit het de Bijbel. Zoals Jezus sprak in parabels en gelijkenissen, zo beschrijft Johannes wat hij ziet in visoenen. Johannes zag in zijn visioen een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle rassen en stammen en volken en talen. Zij stonden voor de troon en voor het Lam, gekleed in witte gewaden en met palmtakken in de hand. En zij riepen allen luid: “Aan onze God die op de troon is gezeten en aan het Lam behoort de overwinning!”

Johannes beschrijft het als een menigte die niemand tellen kan. Dan moet ik denken aan de belofte aan Abraham; zijn nakomelingen zouden zijn als de sterren aan de hemel en de zandkorrels aan het strand. Ze zijn niet meer te tellen. En ze staan daar gekleed in witte gewaden en met palmtakken in de hand. Ze roepen en juichen en zingen: “Aan onze God die op de troon is gezeten en aan het Lam behoort de overwinning!” Het is als een hemelse liturgie. Onze liturgie is daar een aardse weerspiegeling van.

Die palmtakken herinneren ons aan Palmzondag, als we de intocht in Jeruzalem gedenken. Het is de erkenning van Jezus als de Messias, Zoon van David, onze Verlosser. Het zijn overwinningspalmen, want ze juichen: “Aan onze God die op de troon is gezeten en aan het Lam behoort de overwinning!”

Hoe kom je daartussen, hoe kom je daarbij, wanneer mag je horen bij die grote ontelbare menigte, in witte gewaden, zingend en juichend en roepend: “Aan onze God die op de troon is gezeten en aan het Lam behoort de overwinning!” Hoe kom je daarbij? Is het Doopsel genoeg? Johannes beschrijft het in de tweede lezing: “Wij worden kinderen van God genoemd en we zijn het ook”. Die nieuwe geboorte als kind van God wordt werkelijkheid in het doopsel. Maar daarover hebben we verleden week nog gesproken: ‘Niet ieder die tot Mij zegt: “Heer! Heer!” zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar hij die de wil doet van mijn Vader die in de hemel is” (Matteüs 7, 21).

Dat vinden we terug in de zin waarmee we deze overweging begonnen. Wie zijn dat, die mensen in die witte gewaden, die ontelbare menigte die God looft en prijst? “Dat zijn degenen die komen uit de grote verdrukking, die hun gewaden hebben wit gewassen in het bloed van het Lam.”

Wanneer baby’s, kinderen of volwassenen gedoopt worden, dragen ze dikwijls een wit kleed, als ze dat niet aanhebben, wordt een wit kleed over de schouder gelegd. Daarbij klinkt de tekst: “Jij bent bekleed met Jezus Christus en een nieuwe mens geworden”. Het gaat om een geestelijk kleed. In de eerste eeuwen lieten sommigen zich pas dopen op hun sterfbed, want dan was dat witte kleed nog hagelwit, dan konden ze toetreden tot die grote menigte. Die praktijk heeft de Kerk steeds afgewezen, want je kunt niet denken, ik leef nu als een ongelovige en de doop is een superpaspoort waarmee ik altijd binnenkom. Je komt die gedachte nog wel tegen bij de ziekenzalving. Mensen denken dan dat ze die moeten vragen als ze op het randje van de dood zijn. Maar de ziekenzalving is bedoeld als je ernstig ziek wordt, niet als de dood zich aandient. Zo is het doopsel bedoeld voor het leven en niet voor het sterven.

Die menigte heiligen zijn dus degenen die komen uit de grote verdrukking, die hun gewaden hebben wit gewassen in het bloed van het Lam. Wat is die grote verdrukking? Dat is alles waar mensen onder te lijden hebben omdat zij Christus willen navolgen, bewust of onbewust. Het zijn de mensen die vanuit een diep verlangen opkomen voor gerechtigheid en vrede, die zuiver zijn van hart, leven en werken met oprechte bedoelingen, die de weg bewandelen van barmhartigheid en niet van wraak en vergelding, die teleurstelling en verdriet weten te verdragen zonder terug te slaan of geweld te hanteren. Het zijn degenen die treuren omwille van alles wat God en de mensen wordt aangedaan maar daarin stand weten te houden

We hoorden het Jezus in het Evangelie zeggen. Degenen die Hij zalig prijst zijn degenen “die komen uit de grote verdrukking, die hun gewaden hebben wit gewassen in het bloed van het Lam.” Het zijn de mensen die deze verdrukking op allerlei manieren ervaren; het zijn “de armen van geest, de treurenden, de zachtmoedigen, zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid; het zijn de barmhartigen, de zuiveren van hart, zij die vrede brengen, zij die vervolgd worden om de gerechtigheid, zij die worden beschimpt, vervolgt en lasterlijk van allerlei kwaad beticht omwille van Christus en zijn houding en voorbeeld. Hij zegt: verheugt u en juicht, want groot is uw loon in de hemel.”

Daarvoor zijn we hier in de kerk, of volgen we de Mis via de Livestream. We ervaren de verdrukking, maar we gaan er niet aan ten onder. We hebben een hekel aan al die corona-maatregelen, maar schieten niet in oppervlakkige boosheid en protest. We kennen de risico’s maar laten ons niet weerhouden om naar de kerk te gaan. We voelen de zorgen en de dreiging van besmetting, maar blijven bekommerd om onze naasten. Houden we stand in die verdrukking, dan gaan we steeds meer horen bij degenen die komen uit de grote verdrukking. Beantwoorden we kwaad met goedheid, agressie met geduld, haat met liefde, dan wassen we onze gewaden wit in het Bloed van het Lam. Zo mogen we gaan horen bij Alle heiligen. Amen.

Voorbede

Bidden wij tot God die ons uitnodigt op het bruiloftsfeest van zijn Zoon.

Wij bidden voor de Kerk, dat alle gedoopten zich inspannen om geloof, hoop en liefde op peil te houden, dat zij de moed niet verliezen als er nog maar weinig uitzicht is, dat zij God blijven beminnen en de naaste, dat zij kracht krijgen door Gods Woord en Sacrament. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze wereld, om een nieuwe wijsheid die niet gevangen blijft in korte termijn geluk, om wijze mensen in de politiek en in de media, om naastenliefde bij economen, in handel en wetenschap. Bidden we voor de slachtoffers van stormen en aardbevingen, van corona en andere ziekten, om daadwerkelijke nabijheid en hulp. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen, dat we niet afhaken als we langere tijd niet naar de kerk kunnen, dat we ons blijven inspannen om goedgehumeurd te zijn, dat we elkaar opbeuren en de middelen gebruiken om met elkaar verbonden te blijven. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen, dat we de lampen van de liefde voor elkaar brandend houden, dat we het geloof en de hoop voeden. Voor de kinderen die hun Eerste Communie hebben gedaan of gaan doen, dat zij vreugde vinden in hun verbondenheid met Christus en zijn Kerk. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top