Ga naar hoofdinhoud

Wat is de grootste schat in je leven, waar heb je alles voor over? Vandaag horen we Jezus spreken over een schat en over een parel, maar ook over tandengeknars. We zijn hier samen om onze blik weer te richten op Gods Koninkrijk en vrij te worden zodat we kiezen voor God en de naaste.

Eucharistieviering in de parochie van De H. Laurentius en Elisabeth en de kerk van de H. Liduina, weekeinde van 25 en 26 juli 2020, om 17.00 en 19.00 uur, om 09.30 en 11.00 uur, door plebaan Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2020DHJ17A

Lezingen

E.L: 1 Koningen 3, 5. 7-12
Psalm: Ps. 119 (118), 57 en 72, 76-77, 127-128, 129-130
T.L: Romeinen 8, 28-30
All: Matteüs 11, 25
EV: Matteüs 13, 44-52 of 44-46

Homilie

Ik heb de indruk dat de mensen in de tijd van Jezus niet veel anders waren dan in onze tijd. Het gaat vandaag over een schat. Dat prikkelt onze fantasie. Laatst was er weer een schat gevonden in een graf in Egypte. De gedachte die erachter zit is dat je in één klap rijk bent en dat hebt wat je heel je leven al had willen hebben. Voor ik verder ga, zou ik dan ook de vraag willen stellen: Wat zou u nu heel graag willen hebben? Doet u mee met de vriendenloterij, hebt u een staatslot, doet u mee met Lotto of Toto en hebt u dan een idee wat u zou doen als u 1 of 2 of 3 miljoen Euro belastingvrij ontvangt?

Jezus heeft zorg voor rijk en arm. Toch ligt zijn grootste sympathie bij de armen. Voor de rijken heeft Hij regelmatig een waarschuwing. Zoals in de gelijkenis van de man die een grote oogst had en nog grotere schuren wilde gaan bouwen om daarna te gaan genieten van zijn ruime pensioen. Van hem zei Jezus dat hij niet rijk was bij God en zijn dood naderde snel.

Hoe was het toen Jezus nog thuis bij Jozef en Maria was, waren ze arm of rijk? We weten het niet, maar de kans is groot dat ze het wel goed hadden binnen hun dorp. Een timmerman had een belangrijke positie, vergelijk het met een aannemersbedrijf. Jezus weet wat werken is en wat geld verdienen is. Jezus weet ook hoe Jozef wel eens iemand hielp die het hele bedrag niet kon betalen.

De apostel Paulus schrijft over Jezus: “De liefdedaad van onze Heer Jezus Christus hoef ik u niet in herinnering te brengen: hoe Hij om uwentwil arm is geworden, terwijl Hij rijk was, opdat gij rijk zoudt worden door zijn armoede” (2 Korinte 8, 9).

Wat bedoelt Paulus als hij zegt dat Jezus rijk was. Ik neem aan dat hij niet doelt op de situatie thuis bij Jozef. Jezus bezat een andere rijkdom die onze aardse rijkdom onmetelijk overtreft. Daarover schrijft Paulus een andere keer: “Hij, die bestond in goddelijke majesteit heeft zich niet willen vastklampen aan de gelijkheid met God. Hij heeft zichzelf ontledigd en het bestaan van een slaaf op zich genomen. Hij is aan de mensen gelijk geworden” (Filippenzen 2, 6-11).

Jezus is het hoogtepunt van de vrije mens, niet de vrijheid om wel of niet een mondkapje te dragen, ook niet de vrijheid om op vakantie te gaan of niet, maar de vrijheid om te kiezen wat nu goed is voor ons, voor wat Gods wil is en wat Gods koninkrijk nabij brengt. Hij is de koning van de vrijheid; Hij is zo vrij dat Hij alle bezit, waardigheid en status aflegt en ons bestaan deelt; Hij is zo vrij dat Hij zelfs zijn leven prijsgeeft om ons tot leven te wekken, zodat wij gaan delen in zijn vrijheid.

Als Jezus spreekt over een schat, dan gebruikt Hij onze natuurlijke gehechtheid om onze blik te richten op een andere schat. Zoals Hij ooit tegen de rijke jongeling zei: “Wilt ge volmaakt zijn, ga dan naar huis, verkoop wat ge bezit en geef het aan de armen; daarmee zult ge een schat in de hemel bezitten. En kom dan terug om Mij te volgen” (Matteüs 19, 21).

Jezus is innerlijk zo vrij dat Hij kan zien wat werkelijk waarde heeft. Als Hij het Rijk der Hemelen vergelijkt met een schat, verborgen in een akker, dan is het Rijk der Hemelen iets dat iedereen zou willen bezitten. Hetzelfde geldt voor die koopman die een parel van grote waarde had gevonden. Over beiden zegt Hij dat ze alles verkochten wat ze bezaten om dat ene stuk land of die ene parel te kopen. Het Rijk Gods is het waard om alles ervoor over te hebben, alles.

In de eerste lezing zien we het voorbeeld van Salomo. Van hem wordt gezegd dat hij heel rijk was, maar hij werd vooral geroemd om zijn wijsheid. Daar gaat deze lezing over. God waardeert het dat Salomo niet om rijkdom vraagt maar om een opmerkzame geest, om recht te kunnen spreken voor Gods volk en onderscheid te kunnen maken tussen goed en kwaad. Uiteindelijk krijgt Salomo beide, hij krijgt wijsheid en ook koninklijke rijkdom.

Van Salomo werd gezegd dat hij een geest vol wijsheid en begrip kreeg, zoals vóór hem niemand ooit heeft gehad en ook na hem niemand zou hebben. Toch kan Jezus over zichzelf zeggen: “Hier is meer dan Salomo” (Lucas 11, 31). Jezus overtreft Salomo niet alleen in wijsheid, ook in rijkdom, maar die rijkdom geeft Jezus volledig prijs. God is zijn rijkdom, zijn spijs is het de wil van de Vader te doen, zijn dorst is gericht op ons geloof en onze wederliefde.

In het laatste deel van het Evangelie herneemt Mattheüs het thema dat we de afgelopen zondagen ook hoorden over de oogst, als het onkruid bijeen wordt gehaald en in het vuur geworpen, als ook de ranken die geen vrucht dragen bijeen worden gehaald en in het vuur geworpen en zoals nu de vissen die niet eetbaar zijn, worden weggeworpen. De uitleg is: “Zo zal het ook gaan op het einde van de wereld: de engelen zullen uittrekken om de slechten tussen de rechtvaardigen uit te zoeken en in de vuuroven te werpen. Daar zal geween zijn en tandengeknars”. Het is het tandengeknars van hen die terugkijken en zien hoeveel kans ze hadden om goed te doen, maar hebben toegegeven aan hun egoïstische levensstijl, tandengeknars, vanwege de gemiste kans die dan onherstelbaar is. Daartegenover staat de uitnodiging van Jezus: “Zoekt eerst het Koninkrijk en zijn gerechtigheid: dan zal dat alles u erbij gegeven worden” (Matteüs 6, 33). Zet al je kaarten op het Koninkrijk Gods, zoek de schat die alles waard is, en geef al het aardse daarvoor prijs, dan pas ben je rijk. Amen.

Voorbede

Bidden wij tot God die ons zijn koninkrijk wil schenken.

Wij bidden voor allen die door het doopsel tot Gods Kerk behoren, we vragen de genade van de innerlijke vrijheid om te kiezen voor wat goed is en edel, wat rechtvaardig is en wijs, om alles los te kunnen laten wat ons hindert in de navolging van Christus. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze wereld, om wijsheid voor hen die leiding geven in de corona-crisis. Voor politici en media, dat zij niet de verwarring voeden maar mensen stimuleren tot verstandig gedrag, zodat zij alle goede middelen gebruiken uit liefde voor de naaste. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen, dat we oog krijgen voor dat waartoe God ons uitnodigt, dat we de kansen zien om goed te doen, dat bezit ons niet hindert en op onszelf richt, maar de ogen opent voor de nood van de naaste. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen, voor groot en klein, dat we in deze vakantietijd dankbaar zijn voor wat ons gegeven is, dat we vreugde vinden in het delen met elkaar, dat we niemand uitsluiten en in alles Gods Koninkrijk zoeken, zijn Rijk van Liefde, Gerechtigheid en Vrede. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top