Ga naar hoofdinhoud

De Goede Herder brengt ons samen aan zijn gastmaal. Hier wordt opnieuw werkelijkheid wat we zien in het Evangelie.

Eucharistieviering in de parochie van De H. Lambertus en de H. Hildegardis om 19.00 uur, om 09.00, 11.00 en 13.00 uur. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2020DHJ18A

Lezingen

E.L: Jesaja 55, 1-3
Psalm: Ps. 145 (144), 8-9, 15-16, 17-18
T.L: Romeinen 8, 35. 37-39
All: Matteüs 4, 4b
EV: Matteüs 14, 13-21

Homilie

Verleden week hoorden we de laatste tekst uit de reeks over het zaad en de vissen met de uitspraken hoe het zal gaan op het einde van de wereld. Dat was hoofdstuk dertien van Matteüs. Vandaag maken we een sprongetje naar hoofdstuk veertien. Daarbij slaan we wat teksten over. Die stonden verdeeld over donderdag, vrijdag en zaterdag. Maar ik ga ervan uit dat de meesten van u niet altijd door de week de lezingen volgen, daarom even een korte uitleg.

Aan het einde van hoofdstuk dertien komt Jezus in Nazareth waar hij was opgegroeid. Maar daar kon hij weinig wonderen doen vanwege het ongeloof dat Hij daar trof. Dan in het begin van hoofdstuk veertien hoort Jezus over de dood van Johannes de Doper; zijn onthoofding in de gevangenis. Het bekende verhaal over de dans van de dochter van Herodias en van koning Herodes die niet zwak wilde lijken voor zijn hooggeplaatste gasten.

Als Jezus dat hoort, dan, zoals we vandaag hoorden, stapt Hij in een boot en vaart naar een eenzame plek om alleen te zijn. Je kunt je voorstellen wat er in Hem omgaat, gewoon menselijk gezien. Johannes, een achterneef, een geestverwant in het verlangen naar het Rijk Gods. Een krachtig mens, trouw, oprecht, zuiver op de graad. Jezus noemde hem de lamp en Johannes noemde zichzelf de vriend van de bruidegom.

De onthoofding van Johannes is als een voorbode op zijn eigen kruisdood. Met die confrontatie zoekt Jezus de stilte, de afzondering. Hij gaat niet alleen maar met zijn leerlingen. Jezus op retraite. Maar dan. Het volk kwam dit te weten en zij gingen Hem vanuit hun steden te voet achterna. Toen Hij bij zijn landing dan ook een grote menigte zag, kreeg Hij diep medelijden met hen en Hij genas hun zieken.

Hier zien we Jezus als de Goede Herder. Niet zijn eigen zorgen (de confrontatie met de gewelddadige dood) zijn het belangrijkst, ook niet zijn eigen plannen (nu even weg uit al die drukte), ook niet zijn verwachting (even tot rust komen in het gebed met God zijn Vader), ook niet de afspraken met zijn leerlingen die meegaan. Toen Hij bij zijn landing dan ook een grote menigte zag, kreeg Hij diep medelijden met hen en Hij genas hun zieken. Diep medelijden.

Hier zien we Jezus als de Goede Herder die zijn leven geeft voor zijn schapen; nog niet letterlijk, dat komt als hij sterft aan het kruis; je leven geven begint in het leven van alledag. Zijn liefde voor de mensen is groter dan zijn persoonlijke bekommernis. En die houding vraagt Hij ook van zijn leerlingen.

De leerlingen beginnen een beetje als toeschouwers, ze zien alles gebeuren. Aan de ene kant is Jezus hun Heer, hun Leraar en hun Voorbeeld tot navolging; aan de andere kant maken ze zich zorgen. Ze denken na en bedenken ze zo hun eigen oplossingen. Met name als de groep groot is en de avond begint te vallen. Heer, deze plek is eenzaam en het is al laat op de dag. Stuur dus het volk weg om in de dorpen eten te gaan kopen.

Wat heeft Jezus gezien, wat heeft Hij ervaren, dat Hij plotseling met een heel andere oplossing komt. Toen Jezus de menigte zag, herkende Hij daarin de hand van zijn Vader en zijn roeping als Goede Herder. Dan is dit moment ook gegeven als het goede moment, het uitgelezen ogenblik, door de Vader zelf aangereikt om een teken te stellen van de Goede Herder. Jezus leest de omstandigheden. Wat Hij de Vader ziet doen, doet Hij net zo. Maar als Hij zijn teken stelt, betrekt Hij zijn leerlingen daarbij. Hij doet niets zonder zijn Kerk. “Het is niet nodig dat zij weggaan” zei Jezus hun, “geeft gij hun maar te eten.”

Geven jullie ze maar te eten. Daarbij geldt hetzelfde. Jezus ziet de rol van zijn leerlingen anders dan zijzelf. De leerlingen denken na wat er nodig is. Wat is verstandig beleid? Neem de veiligheidsvoorschriften in acht. Kijk eens hoeveel mannen en vrouwen en kinderen. Is de groep leerlingen wel groot genoeg om alles in goede banen te leiden? Maar Jezus kijkt anders. Zijn leerlingen zijn zijn handen, zijn voeten, zijn mond. Zij leggen zijn woorden uit aan de mensen, zij gaan naar hen toe. Wat Hij door hen aan de mensen geeft behoudt zijn kracht.
“Geven jullie ze maar te eten”. De rest is bekend. Het waren ongeveer vijfduizend mannen die hadden gegeten, vrouwen en kinderen niet meegerekend. Allen aten tot ze verzadigd waren en aan overgebleven brokken haalde men nog twaalf volle korven op.

Het teken van de Goede Herder die zijn schapen brengt naar grazige weiden. Dat is in onze tijd niet anders. De Kerk is het Lichaam van Christus in de tijd. Wij zijn voor onze tijd zijn handen en voeten en mond. Hij wil door ons zijn goedheid tonen aan al diegenen die zijn als schapen zonder herder. Hij wil hen genezen, voeden en sterken.

Wij moeten van Hem leren dat dit alleen kan in verbondenheid met de Vader. Hij nam de vijf broden en de twee vissen en sloeg de ogen ten hemel, … Alles doet Hij in verbondenheid met zijn hemelse Vader, God die de Goede Herder van in den beginne is, de Goede Herder voor zijn Volk en voor alle mensen. U begrijpt dat dit in de Eucharistie die wij vieren niet anders is, wanneer de priester de dankzegging uitspreekt het brood breekt en uitdeelt aan de gelovigen. Ook de Eucharistie is het teken van de Goede Herder die ons voedt en ons maakt tot zijn lichaam, zijn handen en voeten, zijn ogen en oren, zijn mond, om het Evangelie te verkondigen aan de mensen van deze tijd. Amen.

Voorbede

Bidden wij tot de Goede Herder die medelijden heeft met de mensen.

Wij bidden voor de Kerk, het Lichaam van Christus en het Volk van God, dat wij medewerkers van Christus zijn, dat wij ons brood delen met anderen, dat we uitdelen wat we van Hem ontvangen dat we onder zijn zegen goed doen zoals Hij. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze wereld, dat de crisis in gezondheid, economie en milieu, onder Gods zegen en met Gods wijsheid nieuwe krachten losmaakt, nieuwe solidariteit en vindingrijkheid, dat we leren zien welke kansen God ons biedt en dat we die benutten. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen, dat we de grote gave van de Eucharistie door laten werken in het leven van alle dag, dat we met Jezus gaan zien wat de vader aan het doen is, dat we meewerken met de Goede Herder tot opbouw van Gods Koninkrijk. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, dat we niet om onszelf draaien, maar onze plannen bijstellen wanneer we zien hoe God aan het werk is, dat niet onze verwachtingen bepalend zijn maar onze liefde voor God en de naasten. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top