Ga naar hoofdinhoud

Een tocht met tegenwind, Jezus die over het water gaat en angstige leerlingen. Wat de leerlingen daar meemaken, maken wij mee in onze tijd.

Eucharistieviering in de parochie van De H. Laurentius en Elisabeth en de H. Liduina, weekeinde van 8 en 9 augustus 2020, om 17.00 en 19.00 uur, om 09.30, 11.00, door plebaan Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2020DHJ19A

Lezingen

E.L: 1 Koningen 19, 9a. 11-13a
Psalm: Ps. 85 (84), 9ab-10, 11-12, 13-14)
T.L: Romeinen 9, 1-5
All: Matteüs 4, 4b
EV: Matteüs 14, 22-33

Homilie

We volgen Jezus in zijn opgang naar Jeruzalem. We zijn in hoofdstuk 14 van Matteüs beland. Dat begon met de onthoofding van Johannes de Doper. Toen Jezus dat te horen kreeg, wilde Hij zich terugtrekken op een eenzame plek. Maar als Hij daar aankomt zijn er al duizenden mensen. Hij heeft medelijden met hen en dat leidt tot het broodteken. Daarna volgt de lezing van vandaag.

We mogen die onthoofding van Johannes niet vergeten. Het is als een soort profetie. Jezus ziet zijn eigen dood naderen. Daarom wil Hij de berg op en bidden. Aan het begin van zijn openbaar leven trok Hij zich veertig dagen terug in de woestijn om daar allerlei beproevingen te weerstaan. Nu trekt Hij zich terug, om bij de Vader te zijn, omdat Hij geconfronteerd wordt met de ultieme beproeving: zijn kruisdood. Daar, op de berg, in zijn nachtelijk gebed, overwint Hij reeds de dood; in gebed met zijn Vader, gaat Hij de confrontatie aan met de macht van de duisternis, de macht van zonde en dood. Zoals Jezus na Goede Vrijdag in de nacht van zaterdag op zondag zal verrijzen in de vroege ochtend als het nog donker is, zo staat Hij nu op en tegen de morgen gaat Hij naar de overkant.

Waarom loopt Jezus over het water? Waarom hebben de evangelisten deze gebeurtenis zo opgeschreven? Waarom doet Jezus dit teken? Het water is teken van leven en dood. Overal in de Bijbel kom je water tegen, vanaf de schepping als de Geest over de oerzee zweeft, naar Noach met de zondvloed, naar Mozes en het volk als het droogvoets door de zee gaan, naar het doopsel van Johannes de het doopsel van Jezus. Water als teken van dood en leven. Jezus loopt over het water. Dat betekent hier dat Jezus de dood trotseert, dat de dood geen macht over Hem heeft. En dat betekent dat niets, geen goede macht en geen kwade macht, niets wat er zich dan afspeelt of wat er nog gaat komen, geen macht in den hoge of in de diepte, geen enkel wezen in het heelal hem zal kunnen weerhouden van de voltooiing van zijn zending.

Jezus volbrengt waartoe God Hem heeft gezonden. Alle weerstanden die er zijn of kunnen zijn, die zich opstapelen, die zelfs grip op zijn leerlingen krijgen, heeft Hij die nacht, daar op de berg reeds overwonnen. Als Hij dan van de berg afdaalt, loopt Hij naar de overkant. Land of water, rust of storm, het maakt niet uit, Hij loopt naar de overkant waarheen ook zijn leerlingen op weg zijn.

Maar dan de leerlingen. Zij worden door Jezus in de boot gestuurd om naar de overkant te gaan. Weet Jezus dan niet van de stormachtige tegenwind. Weet Hij dan niet hoe moeizaam dat gaat. Blijkbaar kan Jezus je een opdracht geven die niet licht valt en waarbij alles tegenzit. Is dat bootje niet het beeld van de Kerk door alle eeuwen heen? Jaar na jaar, eeuw na eeuw, millennium na millennium, hebben we te maken met dreiging van ondergang en dood, met tegenwind van allerlei ideologieën die allerlei krachtent. Maar Hij heeft ons die kant op gestuurd. Hij wist wat ons te wachten stond.

Toen de leerlingen Hem zo over het meer zagen gaan, raakten zij van streek omdat zij een spook meenden te zien en zij begonnen van angst te schreeuwen.

Waarom raakten zij van streek? Het lijkt op hun angst na de verrijzenis van Jezus als Hij hen verschijnt. Maria Magdalena herkent Jezus pas als Hij haar naam noemt. En de vrouwen gaan weg van het graf met vrees en grote vreugde. Ook nu kunnen de leerlingen hun ogen niet geloven en ze denken aan een spookbeeld, een phantasma. Pas als Jezus hen toespreekt en zegt: “Weest gerust, Ik ben het. Vreest niet.”, dan pas wordt hun angst overwonnen.

De reactie van Petrus is tekenend voor Petrus, maar ook voor ons. Straks staan wij op om de geloofsbelijdenis uit te spreken. Dan zeggen we dat we geloven in de verrijzenis en het eeuwig leven. Maar als ziekte en dood naderen, als er economische tegenslag is, als ongeloof de Westerse wereld overspoelt, en in deze Corona-tijd speelt dit allemaal, hoe sterk is dan ons geloof dat we hier zometeen belijden?

Op het horen van Jezus’ stem durft Petrus naar Jezus toe te gaan. Hij durft de dood te trotseren, Hij durft zijn zending aan te nemen, want ook de zending van de Kerk is te leven vanuit de verrijzenis en de dood te trotseren. Niet uit eigen kracht, maar op basis van ons geloof in de verrezen Heer.

Zo loopt Petrus naar Jezus toe. Het maakt niet uit, land of water, storm of rust, hij gaat naar zijn Heer toe die de dood heeft overwonnen. En zo het gaat goed. Door zijn geloof overwint hij de dood. Totdat … Totdat hij merkt hoe sterk de wind is. Als Petrus zijn blik niet meer op Jezus richt, zijn oor niet meer keert naar zijn stem, als hij vooral het gieren van de storm hoort en kijkt naar de hoogte van de golven, dan krijgt de angst weer grip op hem, dan komt hij weer in de macht van de dood en zinkt hij weg naar de onderwereld.

Dit Evangelie is er voor ons. Het was van belang voor de eerste Christenen die geconfronteerd werden met vervolgingen en doodsbedreigingen. Het is nog steeds van belang voor ons, zeker ook in deze Corona-tijd. Elke dag opnieuw mogen we Jezus vragen naar ons bootje, naar zijn Kerk in deze tijd toe te komen. Opdat Hij met Petrus plaats neemt in de boot, zodat de wind gaat liggen en Hij ons veilig brengt naar de overkant. Amen.

Voorbede

Bidden wij tot de verrezen Heer in geloof en vertrouwen.

Wij bidden voor de Kerk, het schip van Petrus in de tijd, dat God ons geloof versterkt; ons geloof in de verrijzenis en het eeuwige leven, ons geloof dat Jezus altijd met ons is tot in de voleinding van de tijd. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze wereld, dat we ons door de stormen van deze tijd en door de golven van ellende die de wereld overspoelen, niet laten verlammend, maar dat we krachtig en solidair zijn en geven wat we kunnen. Bidden wij deze dagen vooral voor Beiroet, maar ook voor veel andere gebieden waar grote nood heerst. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen, dat we ons bewust worden van de kracht van ons geloof, dat we ons niet laten meenemen door de sfeer van twijfel in de samenleving, dat we werkelijk vertrouwen op Christus en bereid zijn onze levensweg te gaan in navolging van Hem. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor ouders, grootouders, kinderen en kleinkinderen, dat allen goed en uitgerust terugkeren van hun vakantiebestemmingen, dichtbij en ver weg, dat wij allen in deze Corona-tijd zorg hebben voor elkaar en de veiligheid in acht nemen. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top