Ga naar hoofdinhoud

Volhardend gebed kan wonderen verkrijgen, maar het gaat niet zonder beproeving, het vraagt een groot geloof en diep vertrouwen.

Eucharistieviering in de kerk van de H. Liduina (Hillegersberg) en Petrus Banden (Overschie), 16 augustus 2020, om 09.30 en 11.00 uur, door plebaan Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2020DHJ20A

Lezingen

E.L: Jesaja 56, 1. 6-7
Psalm: Ps. 67 (66), 2-3, 5, 6 en 8
T.L: Romeinen 11, 13-15. 29-32
All: Matteüs 4, 23
EV: Matteüs 15, 21-28

Homilie

Het lijkt erop dat we Jezus vandaag van een onaardige kant leren kennen. We horen de Kananeese vrouw roepen, maar Jezus gaf haar in het geheel geen antwoord. Jezus zwijgt, Hij reageert niet. Negeert Hij haar? Laten we stap voor stap bekijken wat hier gebeurt.

De vrouw roept, ze blijft op afstand. Waarom? Omdat ze niet tot het Joodse volk behoort. Er was een verstoorde verhouding tussen de Joden en de bevolking in de heidense omgeving in de streek van Tyrus en Sidon. Jezus is in die streek niet op zendingsreis, Hij trekt zich daar terug, Hij zoekt opnieuw de afzondering net als eerder op de berg; Hij geeft geen antwoord.

Die vrouw is daar niet voor zichzelf, ze is er voor haar dochter. De liefde voor haar dochter drijft haar naar Jezus toe. Ze heeft een heidense achtergrond, maar ze gelooft dat deze rabbi haar dochter kan genezen of dat op zijn voorspraak God de genezing zal schenken. Je kan denken dat ze iedere strohalm aangrijpt of dat het niet uitmaakt wie of wat omdat ze alle alternatieve geneeswijzen afloopt. Maar zo is het niet, dat zal blijken.

Dat zwijgen van Jezus is veelbetekenend. Zijn zwijgen is geen ja en geen nee. Later bij zijn gevangenname zal Jezus ook zwijgen. Hij hanteert het zwijgen bewust. Door te zwijgen beproeft Jezus in dit geval haar innerlijke houding. Geeft ze het op, denkt ze, wat een onbeleefde houding om niet te reageren, wat een kwakzalver? Of denkt ze: Hij zwijgt; dan wijst Hij mij nog niet af; dus ik heb nog een kans? Is er gekwetste trots en loopt ze weg of is haar liefde voor haar dochter en haar vertrouwen in deze rabbi groter?

De leerlingen hebben niet het geduld en de liefde van Christus. Zij zwijgen dan ook niet. Zij zijn dat roepen van die vrouw allang zat en net als onlangs bij de broodvermenigvuldiging vragen ze Jezus om haar weg te sturen.

De reactie van Jezus weer opvallend. Net als bij de broodvermenigvuldiging doet Hij ook nu niet wat zijn leerlingen vragen; Hij zendt haar niet weg en geeft zijn leerlingen ook geen toestemming om haar weg te zenden. Als Hij zegt: “Ik ben alleen maar tot de verloren schapen van het huis van Israël gezonden”, is net net als met zijn zwijgen; het is een opening. Heeft de vrouw het gehoord? Misschien zag ze alleen maar dat ze over haar spraken. Alles wat er gebeurt, grijpt ze als een kans, als een mogelijkheid voor haar dochter. En er is vooruitgang. Zij is van ver weg dichterbij gekomen en knielt neer, ze is van roepen op afstand tot een persoonlijke gebed bij Jezus gekomen.

Maar dan is ze er nog niet. Haar geloof wordt door Jezus nog eens op zijn gehalte beproefd. Is Jezus in gebed tot zijn Vader, onderzoekt Hij de gelegenheid om zijn zending uit te breiden. Het lijkt op het moment dat Maria op de bruiloft van Kana tegen Jezus zegt: Ze zitten zonder wijn. Ook dan reageert Jezus alsof Hij er niet op wil ingaan. Maar Maria kent haar Zoon en zegt tegen de bedienaren: Doe maar wat Hij je zal zeggen. De dienaren doen het en daarna gebeurt het wijnteken.

Zo gaat het hier ook. Oppervlakkig gezien lijkt alles een afwijzing. Het zwijgen van Jezus lijkt onverschilligheid, maar voor de vrouw is het een uitnodiging om het niet op te geven. Net als bij Maria op de bruiloft klinkt er een streng woord van Jezus: “Het is niet goed het brood dat voor de kinderen bestemd is, aan de honden te geven.”

Het lijkt een belediging. De Joden zijn de kinderen in huis en de heidenen uit Tyrus en Sidon zijn straathondjes. Gaat het om iets uit het verleden, of gaat het om de onreinheid van de straathonden; het is hard Woord. Er is wel opnieuw een verband met de wonderbare broodvermenigvuldiging van twee weken geleden, toen Jezus het brood brak voor de kinderen van de Joden en tot zijn leerlingen zei: Geven jullie ze maar te eten.

De vrouw houdt stand. Haar geloof is sterk. Elke afwijzing beschouwt ze als een uitnodiging om vol te houden. Jezus biedt haar die opening en het laatste antwoord van haar geeft de doorslag: “Toch wel, Heer” sprak zij, “want de honden eten immers toch ook de kruimels die van de tafel van hun meesters vallen.” Daarop zei Jezus haar: “Vrouw, ge hebt een groot geloof! Uw verlangen wordt ingewilligd.” En van dat ogenblik was haar dochter genezen.

We zijn tweeduizend jaar verder. Het deel van het Joodse Volk dat Jezus heeft aanvaard werd samen met de Christenen uit de heidenen de Kerk. De Joden die Jezus niet hebben aanvaard maar die wel religieus Jood zijn gebleven, zijn doorgegaan met het Jodendom tot op de huidige dag. De apostel Paulus zag dat toen al gebeuren en hij hoopte dat het gelovig leven van de christenen uit de heidenen de Joden zou overtuigen om ook tot geloof in Christus te komen. Want zoals de eerste lezing aangaf, hield de profeet Jesaja zijn tijdgenoten reeds voor dat God er ook voor de heidenen is. Het was dus lang voor Jezus komst al aangekondigd. Maar de loop van geschiedenis is een mysterie dat in Gods hand ligt en Gods geduld overstijgt onze maat.

Van de Kananeese vrouw kunnen we leren te blijven vertrouwen, vol te houden en een schijnbare afwijzing van God te verstaan als een kans. God wacht immers op de gelegenheid zijn heil nog verder uit te breiden, zodat zijn heil alle volken op aarde bereikt. Amen.

Voorbede

Bidden wij met volharding tot God in geloof en vertrouwen.

Wij bidden voor de Kerk, dat zij haar zending voor alle volken van alle tijden ook nu serieus neemt. Wij bidden voor een nieuwe evangelisatie, dat het heil van Christus alle volken mag bereiken. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor de wereldreligies met het Jodendom op de eerste plaats, dat wij als gelovige christenen een leven leiden in navolging van Christus op zo’n manier dat het voor anderen geloofwaardig is en mag leiden tot vooruitgang in de interreligieuze dialoog. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen, voor ouders met een ziek kind, dat God hun gebeden verhoort, voor allen die zoekend zijn in hun geloof, dat zij Christus van nabij mogen ontmoeten, voor hen die roepen in nood, dat zij volharden in hun gebed. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor ouders en kinderen, dat zij in staat zijn het geloof te behouden in een niet gelovige cultuur, dat de beproevingen van het leven hen doet standhouden en doet groeien in geloof en vertrouwen. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top