Ga naar hoofdinhoud

In het Evangelie spreekt Jezus over ja en nee. Door hem worden we ons bewust van Gods trouw en onze eigen kwetsbaarheid. In deze Eucharistie vieren we het ja-woord van God in Christus en mogen wij dit beantwoorden met ons ja; ons Amen.

Eucharistieviering in de kerken van de H.H. Laurentius en Elisabeth (kathedraal), de H. Liduina (Hillegersberg) en de Dominicus (Het Steiger), weekeinde van 26 en 27 september 2020, om 17.00, 19.00 en 10.30 uur, door plebaan Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2020DHJ26A

Lezingen

E.L: Ezechiël 18, 25-28
Psalm: Ps. 25 (24), 4bc-5, 6-7, 8-9
T.L: Filippenzen 2, 1-11 of 1-5
All: Johannes 10, 27
EV: Matteüs 21, 28-32

Homilie

Wat is een ja-woord waard? Die vraag komt op als we het Evangelie van vandaag lezen: Wat is een ja-woord waard?

Jezus spreekt vandaag tot de hogepriesters en de oudsten van het volk. Zeg maar, de toenmalige religieuze en maatschappelijk verantwoordelijken, leden van het Sanhedrin, de Joodse rechterlijke en uitvoerende macht in Jeruzalem. Zij zijn het ook die Jezus uiteindelijk voor Pilatus zullen brengen om Hem ter dood te laten veroordelen.

Het is alsof een bisschop in onze tijd spreekt tot leden van de Eerste en Tweede Kamer en van de Rechtelijke macht in Nederland. Wat Jezus tegen hen zegt, is nogal wat: “Voorwaar, Ik zeg u: de tollenaars en de ontuchtige vrouwen gaan eerder dan u het Rijk Gods binnen”.

Jezus doet hier wat de profeten altijd gedaan hebben. Zij riepen het volk op tot bekering, terug naar God. Dat woord van de profeten gold ook voor de koningen en andere gezagsdragers. Maar vandaag gaat Jezus een stap verder. Hij ziet onder het volk juist een beweging van bekering. Mensen geven gehoor aan de oproep van Johannes de Doper en ook aan de oproep van Jezus Zelf. Maar die houding van bekering ziet Jezus niet bij de hogepriesters, de Schriftgeleerden en de Oudsten van het volk. Bij Jezus gaat het erom of we die bereidheid hebben, dat is belangrijker dan de vraag of het meteen lukt.

Jezus geeft vandaag het voorbeeld van een menselijk ja-woord, de ene zoon zegt ja, maar doet het niet, de ander zegt nee, maar herpakt zich en doen het alsnog. Zijn verwijt naar de Hogepriesters en de Oudsten is duidelijk. Met de mond zeggen zij “ja” op Gods Verbond, zeggen ze “ja” op de Wet van Mozes, op de Tora, maar hun daden spreken een andere taal. Zo heeft Jezus eerder gezegd: “Hoe juist heeft Jesaja over u, huichelaars, geprofeteerd, toen hij zei: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is ver van Mij. Zij eren Mij, maar zonder zin, en mensenwet is wat zij leren” (Matteüs 15, 7-9).

Jezus staat voor authenticiteit, voor oprechtheid en trouw. Als God de mensen steeds opnieuw uitnodigt en maakt tot verbondspartners, dan nodigt Hij ons daarmee uit om op zijn niveau ons jawoord te geven. Zo zegt Jezus: “Weest dus volmaakt, zoals uw Vader in de hemel volmaakt is” (Matteüs 5, 48).

Maar is dat reëel? Kan een een menselijk jawoord volmaakt zijn? Kan ons jawoord op hetzelfde niveau gegeven worden als God zijn jawoord geeft? Op het eerste gezicht moeten we erkennen, nee, dat kan niet. Wij kwetsbare mensen kunnen niet op het niveau van Gods jawoord komen; zo instabiel, beperkt, onzeker en ongedurig als wij mensen zijn. Hoevaak moeten we niet zelf constateren dat we wel ja hebben gezegd maar nee hebben gedaan. De apostel Paulus ervaart dat ook en trekt daar een conclusie uit. Hij schrijft: “Ik begrijp mijn eigen daden niet. Ik doe immers niet wat ik wil, ik doe wat ik verafschuw”.

Paulus trekt de conclusie dat er krachten in hem werken, hij noemt dit zonde, die maken dat hij niet doet wat hij zou willen doen. Hij wil het goede, maar hij doet het verkeerde. Hij verzucht dan: “Rampzalige mens die ik ben! Wie zal mij redden van dit bestaan ten dode? God zij gedankt door Jezus Christus onze Heer! (Romeinen 7, 15-25).

Wat het ja-woord betreft schrijft Paulus dit over Jezus: “De Zoon Gods, Christus Jezus, … Hij was niet ‘Ja en Neen’; in Hem was slechts ‘Ja’, … Daarom spreken wij door Hem ook ons ‘Amen, Ja, zo is het’, God ter ere” (2 Korinthiërs 1, 19-20). Daarmee zet Paulus een stap. Door Jezus kunnen wij “Ja” zeggen.

Hoe sterk is een menselijk jawoord? Kijken we naar huwelijken in het verleden: Goede huwelijken bleven samen en ook slechte huwelijken ook. Maar de geschiedenis herhaalt zich; kinderen uit goede huwelijken hadden een beter perspectief, kinderen uit slechte huwelijken hadden verhoudingsgewijs vaker ook zelf weer problemen in hun huwelijk. Iets soortgelijks zie je in onze tijd terug. Tegenwoordig eindigt bijna een op de twee relaties in een scheiding. Maar de kinderen uit een scheiding belanden zelf verhoudingsgewijs zelf ook vaker in een scheiding met hun eigen huwelijk. Er is weinig nieuws onder de zon. De apostelen zeiden al tegen Jezus dat je dan maar betere helemaal niet kon trouwen. Maar zo kijkt Jezus er niet naar. Hij wil ons innerlijk genezen en daarmee ook ons jawoord, zodat ons ja, ja is en ons nee, nee (Matteüs 5, 37).

Die genezing van de mensheid begon met het jawoord van Maria, die op het woord van de engel zei: “Mij geschiede naar uw woord” (Lucas 1, 38). Zij bleef haar jawoord trouw tot onder het kruis. Die genezing van ons jawoord heeft Jezus ten volle bewerkt door het lijden en de kruisdood te aanvaarden. Zijn “ja” leidde tot verrijzenis en dat vieren we in de Eucharistie. Bij onze geloofsbelijdenis en bij de Communie zeggen wij net als Paulus: “Amen, Ja, zo is het”. We voeden ons met Hem die een en al “Ja” is naar de Vader en naar ons. Met zijn verrijzeniskracht wil Hij ons hart genezen, zodat ons ja een “Ja” is op Gods wil. En dat ons nee, een nee is tegen het kwaad, tegen de zonde. Met Hem verbonden wordt het mogelijk. Daarom heeft Hij ons leven willen delen, om ons weer op te richten en ons innerlijk te herstellen en te maken tot volwassen getuigen, tot Kinderen van de ene Vader. Amen.

Voorbede

Bidden wij tot God die ons door Jezus zijn ja-woord heeft gegeven.

Wij bidden voor alle Christenen, dat zij vreugde ervaren in het ja-woord dat Christus ons geeft en dat zij door Hem kracht krijgen ook zelf hun ja-woord trouw te bijven. Bidden we om innerlijke genezing en vertroosting in de heilige Geest. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze samenleving, om een volwassen niveau in onze beloften, dat wij doen wat beloven en trouw zijn aan een gegeven woord. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen, dat ons jawoord in ons geloof ook een ja-woord is aan elkaar als geloofsgemeenschap, dat we onze eigen tekorten erkennen en daardoor die van anderen met meer liefde verdragen. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor Eerste Communicanten en hun ouders en peters en meters, om groei in geloof, om steun naar elkaar, dat we samen de weg van geloof gaan, dat we ons ja-woord trouw blijven ook als de wereld een andere weg gaat. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top