Ga naar hoofdinhoud

Vandaag gaat het over wachten en bereid zijn te wachten. Dit is een woord dat niet alleen toen van toepassing was.

Eucharistieviering in de kerken van de H.H. Laurentius en Elisabeth (kathedraal), de H. Liduina (Hillegersberg), weekeinde van 7 en 8 november 2020, om 17.00, 19.00, 09.30 en 11.00 uur, door plebaan Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2020DHJ32A

Lezingen

E.L: Wijsheid 6, 12-16
Psalm: Ps. 63 (62), 2, 3-4, 5-6, 7-8
T.L: 1 Tessalonicenzen 4, 13-18 of 13- 14
All: Matteüs 24, 42a
EV: Matteüs 25, 1-13

Homilie

We lezen dit jaar elke zondag uit het Evangelie volgens Matteüs. Verleden week werd de reeks even doorbroken omdat we toen Allerheiligen vierden. De week ervoor waren we ongeveer aan het einde van hoofdstuk 22 en nu vandaag maken we ineens een sprong naar hoofdstuk 25. We hebben dus hoofdstuk 24 overgeslagen en dat is precies het deel waarin Jezus spreekt over het einde van de heersende machten, over de ondergang van Jeruzalem, over oorlog en oorlogsdreiging; “maar”, zegt Hij, “Laat u dan geen angst aanjagen, want dat alles moet gebeuren, maar dat is nog niet het einde.” Hij geeft dan de vergelijking over het uitbotten van de vijgenboom. Het is het teken dat de lente begint. We moeten de tekenen zien en ze verstaan. Hij spreekt dan over Noach. Zoals het toen ging, gaat het dan ook.“Weest dus waakzaam, want gij weet niet op welke dag uw Heer komt”. “Weest ook gij dus bereid, omdat de Mensenzoon komt op het uur, waarop gij het niet verwacht”.

Na deze waarschuwingen volgt het begin van hoofdstuk 25 met deze parabel over de tien meisjes. Dat is vandaag. Volgende week zondag volgt de parabel over de talenten en de zondag daarna, de laatste zondag van het kerkelijk jaar, Christus Koning, eindigt dan met de lezing over het laatste oordeel. Dan horen we de bekende tekst: “Voorwaar, Ik zeg u: al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders hebt gij voor Mij gedaan”. Zo begrijpt u dat deze parabel over de tien meisjes in een reeks staat over het einde van Jeruzalem over het eindoordeel, hoe God de wereld zal oordelen.

Tien meisjes; vijf van hen waren dom, de andere vijf verstandig. Dat klinkt in de stijl van slimme meid en dom blondje. Dan kan je denken, wat kunnen die meisjes eraan doen dat ze niet zoveel verstand hebben gekregen? Maar daar gaat deze gelijkenis niet over. Het gaat om wijsheid van de wereld die dwaasheid is voor God en de wijsheid van God die dwaasheid is voor de wereld. De verstandige meisjes nemen olie mee. De onverstandige niet, ze nemen niets extra’s mee. Het betekent dat ze niet vooruit kijken, ze leven bij het ogenblik, wat morgen komt zien we morgen wel. De verstandige kijken vooruit, ze houden er rekening mee dat het nog wel even kan duren.

Dat sluit aan bij de parabel die ervoor staat, over de knecht die denkt: “mijn heer blijft nog wel een poosje weg, en begint hij de andere knechten te slaan en eet en drinkt hij met dronkaards. Dan zal de heer van die knecht komen op een dag waarop hij het niet verwacht en op een uur dat hij niet kent; en hij zal hem vierendelen en hem het lot doen delen van de huichelaars. Daar zal geween zijn en tandengeknars” (24, 46-51).

Het gaat dus over wachten en bereid zijn te wachten. Dit is een woord dat niet alleen toen van toepassing was. Kun je wachten, kun je geduld hebben, weet je het vol te houden als het leven nog geen feest is. Kan je uitzien naar het feest, terwijl je niet weet of het komt. Als je moet wachten, dan moet ik me daarop instellen, er rekening mee houden. Leef je alleen in het hier en nu, verwacht je het feest nu meteen, dan houd je geen rekening met tegenslagen, dat het anders kan gaan dan je denkt en dan mis je uiteindelijk je doel.

Tien meisjes, vijf wijs en vijf dwaas. De wijsheid van de wereld is dwaasheid voor God en de wijsheid van God is dwaasheid voor de wereld. Ze trekken samen op. Uiterlijk is er niet zoveel verschil, behalve dat de wijze meisjes meer hebben te sjouwen, heel de tocht. Die extra kan met olie. De andere lopen lichtvoetiger, vrolijker misschien ook, ze hebben alleen maar dat lampje. Dat duurt tot het moment komt dat de bruidegom komt. Dan kloppen de kinderen van de wereld aan bij de wijze kinderen van God. Geef mij wat van jullie olie. Maar dat gaat niet zomaar, die olie giet je niet even over in een kannetje, die olie bouw je op in leven, het is de olie van geloof, hoop en liefde waarmee zij hun lampen brandend houden. Daardoor kan Jezus zeggen: Jullie zijn het licht der wereld.

Het verschil zit hem met name ook in de liefde. Heb je vooral liefde voor het feest; “het leven moet leuk zijn, zorg dat je ervan geniet, want het leven is kort”, “het gaat om jou, haal eruit wat erin zit”. Dat was toen niet anders dan nu. Als de coronapandemie onder controle is, gaan de deuren van de feestzalen weer open. Hoeveel zullen dan de geleden schade niet snel willen inhalen? Waar is jouw liefde op gericht. De wijze meisjes richten hun liefde, hun naastenliefde op de bruidegom. Hij is degene waar het om gaat. Zonder hem is er helemaal geen feest. Voor hem hebben ze de lampen bij zich, voor hem hebben ze ook de olie in reserve, want het kan even duren, je moet kunnen wachten op de bruidegom. De olie in de kruik staat symbool voor hun liefde, waarbij ze bereid zijn te wachten.

Wijsheid voor God, dwaasheid voor de wereld. Door de coronapandemie leren we opnieuw wachten. Met weinig mensen op straat, feesten, uitjes, popconcerten, restaurants, zelfs een gang naar de dierentuin; we moeten het uitstellen. Ja de winkels blijven open en hier in deze grote ruimte mogen we komen, maar dan met maximaal 30 kerkgangers.

Jezus vertelt deze parabel om ons een spiegel voor te houden. Heb je de moed, het geloof, durf je te hopen en ben je bereid de liefde in stand te houden, de naastenliefde, de liefde voor God, om het uit te houden totdat Hij zegt: Kom binnen, het feest gaat beginnen. Amen.

Voorbede

Bidden wij tot God die ons uitnodigt op het bruiloftsfeest van zijn Zoon.

Wij bidden voor de Kerk, dat alle gedoopten zich inspannen om geloof, hoop en liefde op peil te houden, dat zij de moed niet verliezen als er weinig uitzicht is, dat zij God blijven beminnen en de naaste, dat zij kracht krijgen door Gods Woord en sacrament. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze wereld, om een nieuwe wijsheid, een wijsheid die niet gevangen blijft in korte termijn geluk, in het alleen hier en nu, om wijze mensen in de politiek en in de media, om naastenliefde bij economen, in handel en wetenschap. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen, dat we niet afhaken als we langere tijd niet naar de kerk kunnen, dat we ons blijven inspannen om goedgehumeurd te zijn, dat we elkaar opbeuren en de middelen gebruiken om met elkaar verbonden te blijven. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen, dat we de lampen van de liefde voor elkaar brandend houden, dat we het geloof en de hoop voeden. Voor de kinderen die hun Eerste Communie hebben gedaan of gaan doen, dat zij vreugde vinden in hun verbondenheid met Christus en zijn Kerk. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top