Ga naar hoofdinhoud

Vandaag zijn we getuigen van rust en stilte én van storm en tegenwind. We gaan met Elia én met Jezus de berg op én we stappen met de leerlingen in de boot.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Albertus Magnus (Blijdorp), de H. Dominicus (Het Steiger) en de gemeenschap van Overschie, weekeinde van 12 en 13 augustus 2023, om 12.00, 09.30 en 11.00 uur, door plebaan Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek beluisteren (MP3)

Preek: A2023DHJ19AAUFX

Lezingen

E.L: 1 Koningen 19, 9a. 11-13a
Psalm: Ps. 85 (84), 9ab-10, 11-12, 13-14)
T.L: Romeinen 9, 1-5
All: Matteüs 4, 4b
EV: Matteüs 14, 22-33

Homilie

Waarom gaat Elia de berg op? Dat heeft een voorgeschiedenis. Elia is de strijd aangegaan met de Baälprofeten en heeft hen verslagen in een groot bloedbad. Nu wordt hijzelf bedreigd en staat zijn leven op het spel. Het wordt hem teveel. Hij trekt door de woestijn naar de berg Horeb, Gods berg. Dat is de voorgeschiedenis in het kort. Dan volgt de ontmoeting met God die we zonet hoorden.

Elia is de vuurprofeet. Hij riep vuur uit de hemel af. Elia is de profeet van wind en regen, hij sluit de wolken zodat er hongersnood optreedt en roept de regen zodat het lans weer vruchtbaar wordt. Maar het lijkt allemaal weinig te helpen. Het volk is enthousiast over de sterke staaltjes van Elia. Maar bekeren zij zich. De koning is tweeslachtig, maar laat zich snel ompraten door zijn vrouw Isebel die Elia uit de weg wil ruimen.

Op de berg is er de godsontmoeting en Elia ziet zijn eigen geschiedenis voorbijtrekken. Eerst is daar een hevige storm, die bergen deed splijten en rotsen verbrijzelde. Daarna volgde een aardbeving en na de aardbeving volgde vuur. Maar in de storm, de aardbeving en ook in het vuur was de Heer niet. Met al die krachtpatserij van Elia werd God niet echt gevonden. Daarna, op het vuur volgde het suizen van een zachte bries. Nu weet Elia dat de Heer nabij is.

Van Elia nu naar Jezus in het Evangelie. Ook hier is een voorgeschiedenis, net als bij Elia. Jezus heeft gehoord dat Johannes de Doper is onthoofd. Jezus wordt geconfronteerd met de dood. Johannes de Doper is zijn voorloper, in geboorte, verkondiging en ook in het sterven. Zo wordt Jezus door de dood van Johannes geconfronteerd met zijn eigen dood, zijn kruisdood. En net als de profeet Elia zoekt Jezus nu de stilte, Hij gaat de berg op. Eerst stuurt Hij zijn leerlingen op weg, zij moeten vast naar de overkant varen. Hij stuurt alle mensen weg, totdat hij helemaal alleen is. Dan gaat Hij de berg op. Hij is daar alleen om te bidden.

Er is een overeenkomst met wat later gebeurt als Jezus kort voor zijn gevangenname de Hof van Olijven ingaat. Dan bidt Hij: “Mijn Vader, als het mogelijk is, laat deze beker Mij voorbijgaan. Maar toch: niet zoals Ik wil, maar zoals Gij wilt.” En de tweede en derde keer: “Vader, als het niet mogelijk is dat die beker voorbijgaat zonder dat Ik hem drink: dat dan uw wil geschiede.”

Daarmee kan je dit moment op de berg vergelijken. De dood, de lijdenskelk komt voelbaar dichterbij. Later, in de Hof van Olijven nadert het binnen enkele uren. Hier, boven op de berg is het nog verder weg. Maar Jezus ziet het dichterbij komen. Jezus sprak herhaaldelijk over zijn verrijzenis op de derde dag, maar altijd noemde Hij eerst dat hij overgeleverd en ter dood gebracht zou worden. Zijn verrijzenis is zijn overwinning op de dood. Maar die overwinning begint hier en nu, door nu al niet bang te zijn voor het lijden en sterven, door nu al niet bang te zijn voor de dood, door altijd in alles de wil van de Vader te zoeken en te volbrengen.

Een nacht in gebed, een nacht alleen bij zijn hemelse Vader, de voorbereiding op de Hof van Olijven, de dood overwinnen hier en nu, om straks stand te kunnen houden als zijn uur in de Hof van Olijven daadwerkelijk aanbreekt.

Dan, regen de morgen, gaat ook Jezus naar de overkant. Maar welke overkant is dat? Natuurlijk heel concreet de overkant van het meer van Gennésaret. Maar er is ook die andere overkant, ons vaderland in de hemel, daar aan de overkant bij God. Het is het meer van de dood dat ons scheidt van de hemel en we vrezen om dat meer te moeten oversteken.

Wie leeft vanuit de verrijzenis van Christus, die heeft de dood al overwonnen. Niets kan hem of haar scheiden van de liefde van Christus. (Romeinen 8, 35-39). Leven vanuit de verrijzenis van Christus betekent dat de dood ons geen angst aanjaagt, maar niet alleen de dood van het lichaam, ook het lijden niet, en niet alleen het lichamelijk lijden, ook het geestelijk lijden niet. Een samenleving, een maatschappij, een wereld die steeds minder de weg van Jezus volgt en verder af raakt van Gods Koninkrijk, zo’n samenleving gaat vroeg of laat de confrontatie aan met de leerlingen van Christus. Wereldwijd worden christenen nu al volop vervolgd. En ook in ons land wordt de tolerantie gaandeweg minder. Wat vroeger vanzelfsprekend was is dat nu niet meer.

Wie kiest voor Christus en zijn Kerk gaat in tegen de stroom van de tijd, Dat is altijd zo geweest. Dat was al bij Jezus zelf, dat was ook bij zijn leerlingen. Jezus stuurt hen op weg. Hun weg gaat over de woelige zee. Het bootje van Petrus is ook de Kerk in onze tijd en in alle tijden. Het heeft tegenwind. Dit Evangelie toont ons iets van Jezus wederkomst, dan zal de wind gaan liggen.

Net als na zijn verrijzenis schrikken de leerlingen als zij Jezus zien. Is het een spookbeeld of is Hij het echt. Petrus onze kapitein, overschreeuwt zijn twijfel. “Heer, als Gij het zijt, zeg mij dan dat ik over het water naar U toe moet komen.” Dan zegt Jezus: “Kom!” Als Petrus leeft uit het geloof in de verrijzenis, en met zijn ogen en oren Christus zoekt (Kolossenzen 3, 1-2), dan overwint hij de dood en zal hij zijn roeping volbrengen. Maar gaat zijn blik naar de golven en de wind, gaat hij twijfelen aan de verrijzenis, dan zinkt hij weg en komt in de greep van de onderwereld. Dan grijpt Jezus zijn hand. Dan ervaart Petrus wat Jezus hen zegt: “ Ziet, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld.” Amen.

Voorbede

Bidden wij tot de verrezen Heer in geloof en vertrouwen.

Wij bidden voor de Kerk, bijzonder voor de jongeren die terugkeren van de wereldjongerendagen, dat zij hun inspiratie vasthouden. Voor alle deelnemers aan de Synode in Rome in oktober, dat de Heilige Geest hen tot eenheid brengt en met zijn licht verlicht. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze wereld, voor de landen die geteisterd worden door vuur of overstromingen, door oorlogen en hongersnood, dat zij hulp krijgen en dat er vrede komt. Voor allen die geconfronteerd worden met lijden en sterven, dat de verrijzenis van Christus hen doet leven. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen, dat we rust en stilte weten te vinden, waarin de Heer tot ons spreekt, dat we luisterend naar zijn Woord stand houden in de stormen van onze tijd. Vragen wij dat we oog en oor gericht houden op Christus om Hem te volgen. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor ouders, grootouders, kinderen en kleinkinderen, voor allen die op vakantie zijn of inmiddels alweer terugkeren, dat zij bij al het werk dat hen wacht steeds de eerste plaats geven aan het geloof, de hoop en de liefde. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties:

Back To Top