Ga naar hoofdinhoud

Vandaag staat een bijzondere vorm van naastenliefde centraal: Hoe corrigeer je elkaar? Dat vraagt wijsheid, takt en geduld.

Eucharistieviering in de kerken van de H. Dominicus (Het Steiger) en de Hildegardis (Rotterdam Noord), weekeinde van 9 en 10 september 2023, om 09.30 en 11.00 uur, door plebaan Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek beluisteren (MP3)

Preek: A2023DHJ23AAUFX

Lezingen

E.L: Ezechiël 33, 7-9
Psalm: Ps. 95 (94), 1-2, 6-7, 8-9
T.L: Romeinen 13, 8-10
All: 2 Korinte 5, 19
EV: Matteüs 18, 15-20

Homilie

U kent de uitspraak van Jezus: “Alles, wat gij wilt dat de mensen voor u doen, doet dat ook voor hen. Dat is Wet en Profeten” (Matteüs 7, 12). Dit wordt wel de gulden regel genoemd, een eenvoudig handvat om na te denken over hoe je Gods wil kunt kennen en vervullen.

Vandaag komt rond dit onderwerp een bijzondere situatie naar voren. Wie van u kent niet het dubbele gevoel als iemand je corrigeert? Je hebt een fout gemaakt, je bent uit je slof geschoten, je bent lui geweest of slordig of opstandig. Alle menselijke trekjes die je kunt verzinnen; hoe dan ook je bent tekort geschoten en iemand maakt daar een opmerking over, je wordt gecorrigeerd. Hoe reageer je dan? Dankjewel? Goed dat je het zegt? Of: “Bemoei je met je eigen zaken. Wat gaat jou dat aan? Kijk naar jezelf. Ben jij soms volmaakt. Moet je mij weer hebben? O, wat weten het goed tegen een ander te zeggen. Ja, ja, de pot verwijt de ketel.

Hoe reageer je als iemand je corrigeert? Korzelig, tegendraads, als een opgewonden standje? Of rustig, met een woord van waardering, begrip en dankbaarheid?

Vandaag gaat het zowel over degene die gecorrigeerd wordt als over degene die probeert een ander te corrigeren. Alles heeft twee kanten. Een punt dat hierbij van belang is, horen we een andere keer van Jezus als Hij zegt: “Waarom kijkt ge naar de splinter in het oog van uw broeder en slaat ge geen acht op de balk in uw eigen oog?” (Lukas 6, 41).

Hoe kan je iemand corrigeren als jezelf dezelfde fouten maakt, dezelfde tekorten hebt of meer? Maar dat geeft een probleem, niemand van ons is volmaakt, dan zou je nooit een ander kunnen corrigeren. Daarom is het goed te zien waar Jezus het over heeft: “Wanneer uw broeder gezondigd heeft, wijs hem dan onder vier ogen terecht …”

Het gaat bij Jezus dus niet over een karaktertrek, een hinderlijke gewoonte of een cultuurgegeven of eigenschap. Jezus zegt: “Wanneer uw broeder gezondigd heeft”.

Ik denk dat de meeste botsingen tussen mensen niet gaan over zonden, maar over allerlei kleinmenselijke dingen. Ruzies in gezinnen over een broche van moeder bij de erfenis. Ergernis omwille van gewoontes of eigenwijze dingen. Maar wanneer gaat het over zonden? Wanneer spreken wij iemand aan omdat hij of zij God of de naaste echt tekort doet, zondigt?

En dan nog de vraag hoe we dat doen? Tactvol, of op een hoge toon? Rustig of geagiteerd? Vanuit een liefdevol hart of vanuit een boze bui?

Jezus is in staat om mensen met allerlei uiteenlopende karakters en met al hun eigenaardigheden liefdevol te verdragen. Kijk hoe hij met Petrus omgaat die over het water loopt en begint te twijfelen en wegzinkt. Kijk hoe Hij met Jacobus en Johannes omgaat die graag links en rechts van hem willen zitten in zijn koninkrijk. Kijk hoe Hij omgaat met de overspelige vrouw, maar ook met Farizeeën en Schriftgeleerden, met hogepriesters en Sadduceeën. Met tollenaars, met melaatsen, met de overste van de synagoge en met zijn eigen familie.

Hij zegt aan de ene kant: Haal eerst de balk uit je eigen oog”, maar zegt tegelijk, “Wanneer uw broeder gezondigd heeft, wijs hem dan onder vier ogen terecht”. Jezus houdt het evenwicht, houdt beide uitersten bijeen.

Het Oude testament wijst ons ook in die richting: “Als gij uw mond niet opendoet en de boosdoener niet waarschuwt voor zijn gedrag, dan sterft die boosdoener wel om eigen schuld, maar dan kom Ik zijn bloed van u opeisen”.

Het sluit aan bij het oude verhaal van Kaïn en Abel. Kaïn heeft zijn broer Abel vermoord. Dan zegt God tot Kaïn: “Waar is uw broer Abel?” Daarop antwoordt Kaïn: “Ik weet het niet. Moet ik dan op mijn broer passen?” (Genesis 4,9).

Moet ik dan op mijn broer passen? Ben ik mijn broeders hoeder? Het is die houding die Jezus in ons wil veranderen en genezen. Hij wil de Kaïn in ons die geen verantwoording wil nemen voor de ander aanspreken. Tegenover die houding staat wat Jezus zegt: “Bemin uw naaste als uzelf”.

Dat brengt me terug naar het begin van mijn preek. “Alles, wat gij wilt dat de mensen voor u doen, doet dat ook voor hen. Dat is Wet en Profeten”. Met het evangelie van vandaag komt dan de vraag naar voren: Wil ik wel gecorrigeerd worden? Wil ik van een ander horen dat ik God en mijn naaste tekort doe? Wil ik in een preek op zondag op mijn zonden gewezen worden? Wil ik dat?

Het is een teken van geestelijke groei als u dat wilt, het is een teken van gelovige volwassenheid als wij, ook al is het niet leuk, toch blij zijn met een correctie en zeker als het gaat over ernstige dingen.

Als wij innerlijk open staan voor een correctie, dan moeten we ook bereid zijn anderen die correctie aan te geven, want net zo ongemakkelijk als het gecorrigeerd worden, is het zeker zo ongemakkelijk om een ander te corrigeren. Toch is dat wat Jezus ons vraagt en opdraagt, tot opbouw van Gods Kerk, de geloofsgemeenschap, de parochie, Gods koninkrijk op aarde. Amen.

Voorbede

Bidden wij tot God die ons allen liefheeft als zijn kinderen.

Wij bidden voor alle christenen dat zij aandacht en zorg hebben voor hun naasten, ook als het gaat om een broederlijke of zusterlijke vermaning. Wij vragen om liefde en wijsheid in ons spreken en moed als we er tegenop zien. We vragen ook de genade een vermaning aan te nemen wanneer die op onszelf van toepassing is. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor alle slachtoffers van geweld in ons land en wereldwijd. Wij bidden om een houding waarin we geen kwaad met kwaad vergelden; dat allen in staat zijn door Gods genade kwaad met liefde te overwinnen. Wij bidden ook voor de vele slachtoffers van de aardbeving in Marokko, om steun en zorg; lichamelijk en emotioneel. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen, dat we aandacht hebben voor ons geestelijk leven, dat we eerst de balk uit ons eigen oog halen voordat we een ander aanspreken. Dat we altijd blijven bidden voor elkaar, opdat God ons allen met zijn genade te hulp komt. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor ouders en grootouders, voor kinderen en kleinkinderen, dat we in het nieuwe schooljaar kinderen niet alleen taal en rekenen leren, maar vooral hoe we samen liefdevol met elkaar omgaan, om schakels te zijn in Gods netwerk van liefde en mee te bouwen aan een beschaving van liefde. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties:

Back To Top