Ga naar hoofdinhoud

God en de naasten. Zo eenvoudig maakt Jezus Wet en profeten. Hij is onze naaste geworden.

Eucharistieviering in de kerken van de H. Albertus Magnus (Blijdorp), H. Liduina (Hillegersberg) en de HH. Laurentius en Elisabeth (kathedraal), weekeinde van 28 en 29 oktober 2023, om 12.00, 19.00, 09.30 en 11.00 uur, door plebaan Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2023DHJ30A

Lezingen

E.L: Exodus 22, 20-26
Psalm: Ps. 18 (17), 2-3a, 3bc-4, 47 en 51 ab
T.L: 1 Tessalonicenzen 1, 5c-10
All. Vers. Johannes 14, 23
EV: Matteüs 22, 34-40

Homilie

Kent u de tien geboden uit uw hoofd? Eigenlijk heten ze de ‘Tien Woorden van God’. De oudere generatie heeft ze misschien ooit nog geleerd. Er zijn in de loop van de tijd rijmpjes van gemaakt. Maar toch, als we hier en nu de tien Woorden zouden moeten opzeggen, dan denk ik dat het niet gemakkelijk is. Een bekende oude rijm luidt zo:

1. Bovenal bemin één God 2. Zweer niet ijdel, vloek noch spot
3. Heilig wel de dag des Heren 4. Vader, moeder zult gij eren
5. Dood niet, geef geen ergernis 6. Doe nooit wat onkuisheid is
7. Mijd het stelen en bedriegen 8. Ook het lasteren en liegen
9. Wees ook kuis in uw gemoed 10. En begeer geen anders goed

Onkuisheid is hier een verzamelwoord voor echtbreuk en voor het begeren van andermans echtgenoot of echtgenote. Een rijm of een lied, het zijn hulpmiddelen om iets te onthouden. Maar als je het niet regelmatig herhaalt of bidt, zakt het toch weg uit de gedachten.

Een wat moeilijkere vraag: Kent u de vijf geboden van de Kerk? Misschien zijn er onder u die zeggen: “Ik wist niet eens dat de Kerk nog vijf andere geboden heeft”. Deze luiden zo”:

1. Op zondagen en verplichte feestdagen deelnemen aan de Eucharistie en zich van slaafse arbeid onthouden.
2. Ten minste eenmaal per jaar biechten.
3. In de paastijd de heilige Communie ontvangen.
4. Op onthoudingsdagen geen vlees gebruiken en op vastendagen vasten.
5. De Kerk in haar noden bijstaan.

De kerkelijke geboden hebben niet hetzelfde gewicht als de tien Woorden, maar ze zijn wel belangrijk voor wie bij de Kerk wil horen. De tien Woorden zou je als universeel voor heel de mensheid kunnen beschouwen. Je zou ze de universele plichten van de mens kunnen noemen die voorafgaan aan de universele rechten van de mens.

Samen tellen we in de Kerk dus 15 regels om te onthouden. Dat valt in het niet bij wat de Farizeeën en wetgeleerden in de tijd van Jezus voor ogen stond. Telde je alle wetten, geboden en verboden van Mozes op dan kwam je wel aan 365 verboden en 248 geboden. Hoe kunt je die allemaal onthouden? Er was dan ook een spanning in de samenleving tussen de Farizeeën en de gemiddelde Joodse man en vrouw in de tijd van Jezus. Het was voor de meeste mensen niet mogelijk om alle wetten te onthouden en na te leven. Daarin ligt de oorsprong van die vraag van de Farizeeën aan Jezus: “Meester, wat is het voornaamste gebod in de Wet?” De vraag naar het voornaamste gebod; het is een vraag om Jezus op de proef te stellen en tegelijk een vraag om hem in de val te lokken.

Het antwoord van Jezus lijkt een beetje op zijn antwoord van verleden week. Toen ging het om het gesprek met de Sadduceeën over God of de keizer. Het antwoord van Jezus luidde toen: “Geeft aan de keizer wat de keizer toekomt, en aan God wat God toekomt.” Niet dit of dat, maar dit en dat. Beide zijn belangrijk. Ook hier vandaag. Bij Jezus is het niet God of de naaste, of God tegenover de naaste, of de naaste tegenover God, maar God én de naaste.

Steeds weer overtreft Jezus de verwachting van zijn tijdgenoten. Hij overtreft die steeds door zijn grotere liefde. Dat zien we regelmatig bij Hem terug. “Gij hebt gehoord dat er gezegd is: Oog om oog, tand om tand. Maar Ik zeg u geen weerstand te bieden aan het onrecht, doch als iemand u op de rechterwang slaat, keer hem dan ook de andere toe. En als iemand u voor het gerecht wil dagen en uw onderkleed afnemen, laat hem dan ook het bovenkleed. En als iemand u vordert een mijl met hem te gaan, ga er dan twee met hem. … Bemint uw vijanden en bidt voor wie u vervolgen, opdat gij kinderen moogt worden van uw Vader in de hemel, die immers de zon laat opgaan over slechten én goeden en het laat regenen over rechtvaardigen én onrechtvaardigen. (Matteüs 5, 38-45).

U kent ongetwijfeld de gulden regel. We kennen hem vanuit het boek Tobit, maar de regel komt in meerdere culturen en godsdiensten op verschillende manieren voor: “Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet” (Tobit, 4, 15a). Jezus keert deze regel om in een positieve houding die meer van ons vraagt. Hij zegt: “Alles, wat gij wilt dat de mensen voor u doen, doet dat ook voor hen. Dat is Wet en Profeten” (Matteüs 7, 12). Weet je bij Tobit, net als bij de Tien Woorden vooral wat je niet moet doen, Jezus laat ons weten wat we wel moeten doen.

Maar voor sommigen is deze omkering door Jezus nog niet duidelijk genoeg, want: Ik zou iets verkeerds kunnen willen en dan zou ik ook iets verkeerds voor de ander willen. Daarom voegt de apostel Johannes nog deze uitspraak van Jezus toe. Een uitspraak die tot zijn leerlingen is gericht, maar gemakkelijk naar alle mensen kan worden uitgebreid. Jezus zegt: “Een nieuw gebod geef Ik u: gij moet elkaar liefhebben, zoals Ik u heb liefgehad, zo moet ook gij elkaar liefhebben. Hieruit zullen allen kunnen opmaken, dat gij mijn leerlingen zijt: als gij de liefde onder elkaar bewaart” (Johannes 13, 34-35).

Het is die liefde waar de Eerste Christen om bekend stonden, waardoor ze geliefd werden in hun omgeving en waardoor hun gemeenschappen groeiden. Dat is dus de uitnodiging, de opdracht, het gebod, het Woord voor ons. Amen.

Voorbede

Wij bidden tot God, onze hemelse Vader.

Wij bidden voor de Kerk, bijzonder voor de synode, dat na de afsluiting dit weekend het proces onder leiding van de Heilige Geest doorgaat, dat het komende jaar een verdere verdieping mag geven als opmaat voor volgend jaar. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden om een nieuw besef wat liefde voor de naaste betekent met erkenning van de waarde van ieder mens. Wij bidden dat de universele rechten van de mens worden gerespecteerd met het besef dat onze universele plichten daaraan vooraf gaan. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen, dat wij de gouden leefregel in de praktijk brengen en de naasten liefhebben zoals Jezus ons heeft liefgehad. Bidden wij ook voor alle missiewerken, om zegen en steun en vruchtbare arbeid. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor ouders en grootouders, kinderen en kleinkinderen, dat de liefde voor God en de naasten in de gezinnen in de praktijk wordt gebracht en wordt uitgebreid naar de samenleving. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties:

Back To Top