Ga naar hoofdinhoud

Deze zondag gaan we met de bruidsmeisjes op weg naar het bruiloftsfeest. Hoe staat het met onze lampen en met de olie?

Eucharistieviering in de kerken van de H. Albertus Magnus (Blijdorp), de H. Dominicus (Het Steiger) en de gemeenschap van Overschie, weekeinde van 11 en 12 november 2023, om 12.00, 09.30 en 11.00 uur, door plebaan Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2023DHJ32A

Lezingen

E.L: Wijsheid 6, 12-16
Psalm: Ps. 63 (62), 2, 3-4, 5-6, 7-8
T.L: 1 Tessalonicenzen 4, 13-18 of 13- 14
All. Vers. Matteüs 24, 42a en 44
EV: Matteüs 25, 1-13

Homilie

Wat moet je doen om het Rijk der hemelen binnen te gaan? Wat heb je daarvoor nodig? Dat is een vraag die op allerlei momenten in het Evangelie doorklinkt. Voordat ik op het Evangelie van vandaag in ga eerst een paar voorbeelden.

De rijke jongeling vraagt: ‘Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?’ (Lucas 18, 18). U kent het antwoord. Tegen de de hogepriesters en de oudsten van het volk zegt Jezus: “Voorwaar, Ik zeg u: de tollenaars en de ontuchtige vrouwen gaan eerder dan gij het Rijk Gods binnen” (Matteüs 21, 31b). Bij de parabel over het builoftsfeest van de koning lezen we: “Toen de koning binnenkwam om de aanliggenden te bezoeken, merkte hij daar iemand op die niet voor een bruiloft gekleed was. En hij sprak tot hem: Vriend, hoe zijt gij hier binnengekomen zonder bruiloftskleed? (Matteüs 22, 11-12a). En natuurlijk denken we hierbij ook aan het Evangelie van volgende week zondag over de talenten. Degene die voor zijn meester heeft gewerkt hoort hem zeggen: “Uitstekend, goede en trouwe dienaar, over weinig waart ge trouw, over veel zal ik u aanstellen. Ga binnen in de vreugde van uw heer”.

Jezus is gekomen om ons de weg naar Gods Koninkrijk te wijzen en die weg voor ons begaanbaar te maken, Hij is gekomen om de deur voor ons te openen. Toch krijgen we vandaag een parabel waarin de helft van de groep niet binnenkomt. We herinneren ons de uitspraak van Jezus: “Vraagt en u zal gegeven worden; zoekt en ge zult vinden; klopt en er zal worden opengedaan” (Matteüs 7, 7). Maar hier vertelt Hij een parabel waarbij voor hen die aankloppen niet wordt opengedaan.

Het jaar gaat snel. We zijn reeds in de tweeëndertigste zondag van het jaar. Over twee weken vieren we het feest van Christus Koning. Op die zondag lezen we uit Matteüs 25, over het laatste oordeel. Zij die aan zijn rechterhand staan, horen dan: ‘Komt, gezegenden van mijn Vader, en ontvangt het Rijk dat voor u gereed is vanaf de grondvesting der wereld”. Maar die aan zijn linkerhand: “Gaat weg van Mij, vervloekten, in het eeuwig vuur dat bereid is voor de duivel en zijn trawanten”.

Weer een week later, op de eerste zondag van de Advent horen we: “Weest op uw hoede, weest waakzaam; want gij weet niet wanneer het ogenblik daar is”.

Jezus roept op tot waakzaamheid om binnen te kunnen gaan in het Rijk der Hemelen. Maar bij Hem gaat het niet de gewone waakzaamheid zoals vanwege een dief die kan inbreken; bij Jezus gaat het om de waakzaamheid van de liefde. Twee weken geleden hoorden we Hem dit zeggen over het grote gebod: “Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand. Dit is het voornaamste en eerste gebod. Het tweede, daarmee gelijkwaardig: Gij zult uw naaste beminnen als uzelf. Aan deze twee geboden hangt heel de Wet en de Profeten”.

Dat gebod van de liefde heeft alles met deze tien bruidsmeisjes te maken. Ze gaan alle tien op weg, de bruidegom tegemoet. Ze weten alle tien niet wanneer Hij komt. Om bruidsmeisje te kunnen zijn en om de bruidegom te kunnen begeleiden moeten ze een brandende lamp bij zich hebben.

Denk hierbij aan een andere uitspraak van Jezus over de lamp: “Gij zijt het licht der wereld. Een stad kan niet verborgen blijven als ze boven op een berg ligt! Men steekt toch ook niet een lamp aan om ze onder de korenmaat te zetten, maar men plaatst ze op de standaard, zodat ze licht geeft voor allen die in huis zijn. Zo moet ook uw licht stralen voor het oog van de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader verheerlijken die in de hemel is” (Matteüs 5, 14-16).

De brandende lamp in de parabel van de 10 meisjes gaat over het licht dat wij uitstralen, dat zijn onze goede werken, dat is ook de olie waardoor de lamp kan branden. Het is de liefde voor God en de naaste.

In het Evangelie van Lucas is het nog duidelijker. Daar gaat een man van hoge geboorte op reis naar een ver land om het koningschap te verkrijgen en dan terug te keren. Maar zijn landgenoten haatten hem en stuurden hem een gezantschap achterna om te zeggen: ‘Wij willen niet, dat deze man koning over ons wordt’ (Lucas 19, 11-14). Daar is gebrek aan liefde voor de Bruidegom, voor de Koning van Godswege. Of nog duidelijker in het Evangelie volgens Johannes, waar Jezus tegen zijn landgenoten zegt: “Ik weet dat gij in uw hart geen liefde tot God hebt” (Johannes 5, 42).

In deze parabel gaat het er niet om of meisjes veel verstand of weinig verstand hebben, het gaat niet om slim of onhandig. Bij deze parabel geldt het gezegde van Jezus dat we volgende week kunnen horen: “Aan ieder die heeft, zal gegeven worden, zelfs in overvloed gegeven worden; maar wie niet heeft, hem zal nog ontnomen worden zelfs wat hij heeft” (Matteüs 25, 29).

Wat heb je of wat heb je niet? Is er liefde voor de Bruidegom, of hebben we een hekel aan Hem? Zijn we waakzaam in de liefde voor God en de naaste of niet? Stralen onze goede werken zo’n licht uit naar de omgeving dat de mensen die het zien God gaan prijzen? Houden wij die olie op peil, zodat wijzelf een licht in de wereld zijn. Ja, dan zijn we bereid als de bruidegom komt, dan kunnen we Hem feestelijk begeleiden, dan gaan we met Hem het Nieuwe verbond binnen, reeds hier op aarde en eens in de eeuwigheid. Amen.

Voorbede

Wij bidden tot God, onze hemelse Vader.

Wij bidden voor de Kerk, dat zij in deze tijd, in de duisternis van oorlog en geweld, het licht van Christus laat stralen. Dat christenen en allen die het voorbeeld van Jezus navolgen, een bron van vrede en eenheid worden. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze wereld, voor allen die zonder God een eigen hemel op aarde willen scheppen, dat zij tot inzicht komen en beseffen dat de stad van de mensen geen vrede zal kennen zonder de liefde voor God en de naasten. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen, wij vragen om de gave van wijsheid en verstand, van geloof, hoop en liefde, opdat wij onze lampen brandend houden en waakzaam zijn voor de Bruidegom van hemel en aarde. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor ouders en grootouders, kinderen en kleinkinderen, dat het licht van Christus in ons midden mag stralen, zodat wij zelf lichtdragers worden; thuis en op school, bij het werk en overal waar wij naar toe gaan. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties:

Back To Top