Ga naar hoofdinhoud

Wij mensen hebben vaak het idee: God is almachtig, God kan alles, je hoeft het Hem maar te vragen en het komt in orde. Maar zo zit het niet.

Eucharistievieringen in de parochiekerk van de H. Bartholomeus te Poeldijk in het weekeinde van 5 en 6 februari 2000 om 19.00 uur en 10.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: B2000DHJ05B

Lezingen

E.L.: Job 7, 1-4. 6-7
EV.: Mc. 1, 29-39

Homilie

Verleden week ging het er heftig aan toe in de synagoge waar Jezus preekte. Deze week gaat het er bij ons heftig aan toe. Vrijdag en zaterdag, maandag en dinsdag een uitvaart. Weken was het rustig en dan ineens is het bij deze gezinnen raak. Het moeilijkst hebben we het met de dood als een jong iemand sterft, zoals deze jonge moeder. Het kleinste kind zeven weken oud. Een bacterie, een virus? – snel, verwoestend, de longen deden op de duur niets meer, en zonder lucht ga je dood.

Vanmorgen was mijn collega hier, hij is verbonden aan de priesteropleiding. Een telefoontje kwam binnen. De afgelopen dagen was Mark, een van de priesterstudenten opgenomen, hersenvliesontsteking, een verwoestende bacterie, een virus? Lever en nieren en op het laatst ook het hart, het telefoontje bevestigde de bangste vermoedens, hij was overleden.

In beide gevallen was er veel gebeden, heel veel zelfs. Monica had een oom als priester, een tante als religieus, de gebedsketen liep van Europa naar Brazilië en zo door naar Indonesië. Bij Mark ging de gebedsketen van de priesteropleiding naar het bisdom en door naar de parochies. Hoe reageer je dan? Hoe verwerk je de teleurstelling nu zoveel gebed niet is verhoord? Hoeveel mensen hebben in het verleden na zo’n gebeurtenis niet gezegd, ik geloof er niet meer in, wat zouden we nog bidden? Wie kan dan nog in God geloven? Ja, het gaat er heftig aan toe.

En dan vandaag dit contrast, zo’n wondermooi verhaal. Zonder op alle details in te gaan. Jezus neemt de schoonmoeder van Petrus bij de hand. De koorts wijkt, ze staat meteen op en neemt de bediening weer ter hand. Daarna brachten ze de hele stad naar het huis van Petrus toe en velen die aan allerhande ziekten leden, genas Hij.

Als je dat zo hoort, dat Hij zoveel zieken genas, wordt het dan niet des te wranger wanneer je zo voor iemand hebt gebeden en het gebed niet wordt verhoord. Hoe zit dat?

Wij mensen hebben vaak het idee: God is almachtig, God kan alles, je hoeft het Hem maar te vragen en het komt in orde. Maar zo zit het niet. Als u dat nog niet wist, dan maken deze gebeurtenissen het duidelijk. Zo gaat het niet.

Weet u hoe Jezus daarover spreekt? Aan de ene kant zegt Hij: “Geen mus valt van het dak buiten de wil van mijn Vader.” Maar op een ander moment zegt Hij: “Dit is het uur van de duisternis, de vorst van de duisternis is nu tijdelijk de baas.” Jezus spreekt over een vijand die onkruid zaait tussen de goede tarwe om zo de oogst te saboteren. Daartegenover staat de liefde en het geduld van de Heer van de oogst waardoor de oogst toch gered wordt. Er zijn tegenmachten, er zijn kwade machten. Die moeten we niet spookachtig zien, het gaat niet om een griezelfilm, het gaat om de gewone werkelijkheid van alledag.

God regelt niet de dood van een jonge moeder en van een priesterstudent die een paar maanden voor zijn wijding staat. De enige die dat organiseert is de tegenstander. God verzint geen epidemieën, oorlogen, massagraven en andere gruwelen. Dat is de vijand, dat is ook de werkwijze van de vijand. Maar over die vijand praten we al jaren niet meer, hij heeft vrij spel gekregen. Wie is die vijand? Ach het maakt niet uit, het kwaad heeft eindeloos veel vormen, zoals de onreine geest in het evangelie. Verleden week dreef Jezus er een uit, met veel tumult, geschreeuw en wilde gebaren. Vandaag horen we dat Hij er talloze uitdreef. Er zijn er dus veel.

Een van die onreine geesten van onze tijd is precies die opmerking: “God is toch almachtig, waarom doet Hij er dan niets aan?” De conclusie is dan, zie je wel, dat geloof is onzin. Daaraan herken je de onreine geest. Iedere geest, elk idee, iedere slogan, theorie, roddel of wat dan ook, die ons vertrouwen, ons geloof ondermijnt, die ons weghoudt van Gods goedheid en liefde, die ons God voorstelt als een kwade God, een God die je niets gunt, een lakse God, een God die je in de steek laat, is wat de Bijbel beschrijft als een onreine Geest en Jezus drijft ze eruit. Want zo is God niet.

God heeft geen genoegen in het kwaad, God strooit geen verdriet over mensen uit. Maar de macht van het kwaad is hardnekkig en misleidend. Die macht is er, om ons heen, een macht die steeds weer toeslaat, ook in ons, sinds Adam die macht in zijn hart heeft toegelaten. Vanaf die tijd moeten wij ertegen knokken dat die macht, die dwaalgeest en leugengeest, ons niet in de greep krijgt en van God vervreemdt. Het is op zich eenvoudig, alles wat ons van God vervreemdt, valt onder de onreine geesten die Jezus uitdrijft.

Hierop aansluitend een woord over straks, de Blasiuszegen. We zijn met zijn tweeën, diaken Kühlmann assisteert. Maar waar gaat die zegen over? Het is geen amulet, geen ingestraalde steen, of kosmisch teken, ook geen geheime bescherming. Het is een zegen, een woord krachtens Gods belofte. We vragen op voorspraak van bisschop Blasius Gods zegen met het oog op onze gezondheid. We vragen dat ons zulke dodelijke ziekten niet mogen treffen. Maar dat is het slechts één kant. We vragen het op voorspraak van Blasius. Een bisschop die juist bereid was zijn gezondheid, zijn bloed, zijn leven prijs te geven omwille van Jezus en zijn Kerk. Hij zat voor zijn geloof in de gevangenis en kwam een jongen te hulp die dreigde te stikken. De jongen bleef leven en hij werd ter dood gebracht. Hem vragen wij nu om voorspraak in onze tijd, want soms zijn de onreine geesten van onze tijd verstikkender, benauwender en dodelijker dan die visgraat bij die jongen.

Blasius was bereid om zijn gezondheid in dienst te stellen van een hoger goed. Hem vragen we om ons te helpen onze gezondheid in dienst te stellen van Gods koninkrijk. We vragen de gezondheid die Het beste past in Gods plan.

En wat dan als de tegenstander weer een keer toeslaat om Gods plan te verstoren en wijzelf of een dierbare daarin het slachtoffer zijn? Dan mogen wij diezelfde moed, diezelfde kracht en geloof vragen, die Blasius heeft getoond toen hij bereid was zijn leven te geven omwille van zijn geloof.

Twee jonge mensen, maar we kunnen de rij vele malen langer maken, wie van u heeft niet soortgelijke voorbeelden in hoofd en hart? We ervaren ook dit als zinloos geweld, zinloos natuur-geweld? Wat vragen wij nu dan? Dat wij dat wonder van ons geloof verkrijgen waardoor we in staat zullen zijn steeds weer alle zinloosheid te doorbreken, te verbreken, te overwinnen door de hogere zin van het kruis. Er zijn vele onreine geesten die dit proberen te verhinderen. We moeten ze weer leren zien, ons verzetten en ze overwinnen. Dan zal de boze wel steeds zijn slag proberen te slaan, maar dan zal hem op de duur het zwijgen worden opgelegd, zoals Jezus deed. God staat aan onze kant. Laten wij ook aan zijn kant blijven staan, zelfs bij de meest onbegrijpelijke gebeurtenissen. Geen kwade macht zal ooit het laatste woord hebben. Het geloof wijst ons de weg erdoorheen. God zal ons leiden, helpen en redden. Amen.

Back To Top