Ga naar hoofdinhoud

Overvloedig: Vorige week een overvloedige woorddienst ….. Vandaag het overvloedige vervolg: een overvloedige dienst van de tafel uit dezelfde bron, Gods overvloedige liefde.

Eucharistieviering in de parochiekerk van de H. Bartholomeus te Poeldijk, weekeinde van 29 en 30 juli 2000, 19.00 en 10.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: B2000DHJ17B

Lezingen

E.L.: 2 Kon. 4, 42-44
EV.: Joh. 6, 1-15

Homilie

Het thema van de viering op de orde van dienst luidt: ‘Overvloedig’. Het is duidelijk dat dit slaat op wat we net hoorden; de grote overvloed aan brood en vis die de mensen ter beschikking hadden zodat hun honger werd gestild en er nog een berg voedsel over was. Maar laten we de link even leggen naar de lezing van verleden week. Toen ging het over medelijden. Ook toen was er een overvloed, een overvloed aan liefde voor de kudde, een overvloed aan Gods betrokkenheid op ons in Jezus, overvloed aan inzet, Hij begon hen uitvoerig te onderrichten, een overvloedige woorddienst ….. Daar is dit vandaag het overvloedige vervolg op, een overvloedige dienst van de tafel uit dezelfde bron, Gods overvloedige liefde. Dat het medelijden van Jezus echt was en indruk maakte op de mensen, zien we ook vandaag in deze lezing: “Een grote menigte volgde Hem omdat zij de tekenen zagen die Hij aan de zieken deed.”

Het is in onze dagen niet anders. Zoals er, net als we verleden week hoorden, goede en slechte herders zijn, toen en nu, zo heb je ook mensen in de dienstverlening die slechts werken voor de boterham en anderen die het doen uit roeping. Laatst trof ik een kennis in het onderwijs, in de buurt van Rotterdam. Daar heb je scholen met veel allochtonen, kinderen uit achterstandswijken met een geheel eigen problematiek. Hij was nogal eens teleurgesteld in jongere collega’s, hij hoopte op inzet, op creativiteit en betrokkenheid, maar al te vaak kwam hij bedrogen uit. Zo ook bij de zieken, je hoort nogal eens: “Ik ga liever naar dat of dat ziekenhuis, of dáár is het net een fabriek”. Het valt op als je in het ziekenhuis, of in de thuiszorg, of in het onderwijs, of bij de politie, en natuurlijk ook in het gewone bedrijfsleven, mensen tegenkomt, die echt betrokken zijn, die met hun hart werken, die zichzelf geven en werkelijk dienstbaar zijn. Zo viel het ook op bij Jezus.

Een grote menigte volgde Hem, omdat zij de tekenen zagen die Hij aan de zieken deed. Dat mag een richtingaanwijzer zijn in onze dagen. Want welke tekenen deed Jezus dan aan de zieken? Het eerste is zijn echte betrokkenheid op hen. Ze bestonden voor Hem, ze mochten er zijn, met hun klachten, met hun moedeloosheid, met hun herhalingen in de verhalen. Daarna komen pas de wonderen, wonderen van herstel van het lichaam, als teken van een ander herstel, diep in de ziel. Zij vinden hun menselijke waardigheid terug, omdat ze door Jezus ervaren dat zij er mogen zijn bij God. Dat ervaren ze: God heeft aandacht voor hen, God bemint hen, God is goed. Dat is het eerste wat Jezus laat zien: Houd dat vast, God is goed, durf dat te geloven door alles heen, ook als je het niet snapt; weet dat God goed is! Daarmee heb je voor je verstand geen antwoord op vragen over lijden en dood, geen antwoord op vragen over het kwaad, of waarom dit jou treft, maar dit staat bij Jezus boven alles: God is goed. Vertrouw je dan toe aan zijn goedheid. Jezus maakt de liefde van de Vader zichtbaar aan de zieken en zo aan alle anderen die om hen heen staan.

Want iedere gezonde mens is natuurlijk ergens ook ziek. Of het teleurstelling is in het werk, een gemiste carrièrekans, of teleurstelling in het huwelijk of een stukgelopen relatie, pijn uit jeugdervaringen, of teleurstelling in jezelf, twijfel over de huidige tijd, angst voor de toekomst, twijfel aan het geloof en de kerk, pijn om de kinderen; geen mens komt er zonder kleerscheuren vanaf. Alle mensen hebben hun ziekte, in lichaam of ziel, de één wat meer, de ander wat minder. Als Jezus dan zo betrokken is op de zieken, als Hij gekomen is om zondaars te roepen, als Hij zo Gods goedheid zichtbaar maakt, dan is Hij er ook voor mij. Dit hebben velen ontdekt. En een grote menigte volgde Hem omdat zij de tekenen zagen die Hij aan de zieken deed. Een geweldige menigte, hongerig naar Gods overvloedige liefde. Overvloed in zijn medelijden, overvloed in zijn onderricht, overvloed in zijn aandacht voor de zieken, overvloed nu ook in de maaltijd die Hij voor hen aanricht.

Ik hoop dat u niet in de valkuil loopt waarin velen zijn gelopen en zeggen: “Ach dat was niet zo heel bijzonder, die mensen hadden natuurlijk allemaal nog wat brood bij zich en toen zij Jezus zo zagen delen, dachten ze, dat kan ik ook”. Stel dat het zo gegaan is, dan zou dat al een wonder zijn van goedheid en liefde. Maar laat er liever dat stukje onbegrijpelijkheid in zitten, zo’n moment van niet snappen. Die mensen daar waren niet gek, de leerlingen ook niet, Jezus deed tekenen aan de zieken, en daar waren wonderen bij die je zo niet kunt verklaren. Mensen herstelden aan hun handen om goed te doen, aan hun voeten om Jezus te kunnen volgen, aan hun oren om Gods woord te verstaan en zijn liefdevol woord te horen, aan hun ogen zodat hun ogen opengingen om te zien hoe God goed doet in zijn schepping, altijd door. Wij zien nog niet de helft nog niet een splinter van wat God aan goed doet, dag in, dag uit. Eventjes licht Jezus iets van die sluier op, even wordt voor iedereen zichtbaar hoe God in en aan mensen werkt. En daar hoort ook dit teken bij.

We hoorden het in de eerste lezing: twintig gerstenbroden deelde Elisa uit aan honderd man en ze hielden over. Vijf gerstenbroden deelde Jezus uit aan vierduizend man en ze hielden twaalf manden over, ofwel: alle stammen van Jacob hadden zo ruim voldoende te eten gekregen. Maar het gaat niet in de eerste plaats over brood, ook niet over wonderen of genezingen. Als Jezus het laatste oordeel beschrijft, zegt hij in het Evangelie van Mattheus: “Ik was ziek en gij hebt mij bezocht”, en andersom, “Ik was ziek en gij hebt Mij niet bezocht.” Hij zegt niet: “Ik was ziek en gij hebt mij genezen of niet genezen”. Dat was ook toen een bijzonderheid, een ongewoon iets dat niet vaak gegeven was. Het gaat niet in de eerste plaats over broodvermenigvuldiging of over wonderen of genezingen. Het gaat erom dat mensen ontdekken wie God is. Het geloof gaat verder dan het verstand. Al snappen we er helemaal niets van. Het geloof houdt ons voor dat God goed is en daarvan geeft Jezus een teken.

Verleden week de dienst van het Woord in het Evangelie, als Jezus Zelf preekt. Vandaag de dienst van de Tafel. Mag ik nog op een bijzonderheid wijzen? Normaal gebruiken de Joden bij Pasen tarwebrood, daar kun je mooie platte broden van bakken, die goed houdbaar zijn. Gerstenbrood is anders. Vandaag zegt Johannes expres dat er vijf gerstenbroden zijn, om meteen de link met de eerste lezing, dat verhaal van de profeet Elisa voor iedereen duidelijk te maken.

We gaan straks door met de dienst aan de tafel, geen gerstenbroden, maar dat andere teken, het teken van de uittocht, met brood voor de woestijn, zodat we allemaal beseffen dat Jezus ons net als Mozes wegleidt uit het land van angst en onderdrukking, dat Hij ons voorgaat naar het land van het leven. Die maaltijd vieren we hier, het teken dat Jezus ons heeft nagelaten. Het teken van Gods overvloedige liefde, opdat wij aan de zieken dezelfde tekenen doen, dan gebeuren er wonderen en komt niemand tekort. Amen.

Back To Top