Ga naar hoofdinhoud

Jezus neemt de doofstomme mee, buiten de kring van de mensen. Blijkbaar heeft zijn doofstomheid iets met zijn omgeving te maken. Dat kan in het geloof soms ook zo zijn.

Eucharistieviering in de parochiekerk van de H. Bartholomeus te Poeldijk, weekeinde van 9 en 10 september 2000, 19.00 en 10.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: B2000DHJ23B

Lezingen

E.L.: Gen. 28,10-15
EV.: Mc. 7, 31-37

Homilie

Gistermorgen kwam ik bij een bekende grootgrutter hier in ons dorp. Voor de deur waren ze wat plantjes aan het uitdelen, vanwege de nationale ziekendag. “Weet u een zieke, dan krijgt u een plantje mee om daar te brengen.” Ik kreeg er geen mee, ik kende er teveel. Maar het was wel een prima idee, een gesponsord initiatief, een mooie actie voor een goede zaak.

Al pratende vertelde degene die de plantjes uitdeelde dat het opviel dat er veel mensen zijn die geen zieke in de familie of kennissenkring hebben. Dat is ook een mooie zaak. In haar eigen kring gold dat ook.

Toch ging er bij mij een alarmbelletje rinkelen.
Zijn ze er niet, of zien we ze niet?
Kijken wij niet goed of verstoppen ze zich?
Verstoppen ze zich of vallen ze gewoon niet meer op?
De ziekenhuizen hebben te kampen met problemen in de bezetting.
Her en der is er een huisartsentekort.
Dat betekent dat ze er volop zijn.
Wanneer wij ze dus niet kennen, en wat betekent dat dan?

Hebt u ook zo’n plantje gekregen? Ze werden op verschillende plaatsen uitgedeeld. Of hoefde u vandaag geen boodschappen te doen? Als ze u zo’n plantje hadden aangeboden, had u dan iemand geweten naar wie u het kon brengen? Zou u het ook gedaan hebben? Die buurman of buurvrouw op de hoek, die oma van een kennis of vriendin. Die tante waar je haast nooit komt.

Ik vroeg het mezelf ook af, en ineens dacht ik, ja toch, ik ken er wel degelijk, ook in mijn familiekring. Iemand die een hele chemokuur heeft gehad, maar er nu weer aardig aan toe is. Ze zou zo’n bloemetje zeker op prijs stellen.

Vandaag horen we Jezus zeggen: “Effeta”, ga open. Wanneer je weleens een doopje hebt meegemaakt, dan is het misschien wel eens opgevallen dat daar een ‘effeta-ritus’ in zit. Het kindje krijgt dan een zegen op de ogen, oren, mond en een algehele zegen, om een open mens te zijn, open naar God en de naaste. Zo’n zegen hebben wij allemaal ontvangen toen we gedoopt werden. Wij zijn Christenen, geroepen om open te staan voor God en elkaar.

Dat ervaart ook deze doofstomme in het Evangelie. Maar er is iets opmerkelijks. Jezus neemt hem mee, buiten de kring van de mensen. Blijkbaar heeft zijn doofstomheid iets met zijn omgeving te maken. Hij hoort niets meer en er komt geen geluid meer uit zijn keel. Dus de mensen horen hem ook niet. Dat kan in het geloof soms ook zo zijn. Mensen verstaan de woorden uit het Evangelie niet meer en ze kunnen niet meer bidden, kunnen niet meer spreken met God. Jezus haalt hem uit de kring van zijn omgeving en dan pas kan Hij Hem openen.

Ik moest daarbij denken aan de wereldjongerendagen in Rome. Weg uit je eigen dorp, uit je eigen land, uit je vertrouwde omgeving. En daar gebeurt er iets.

Weg uit de vertrouwde kring. Soms kan een klimaat je opsluiten, beperken. Zo nam Jezus deze man uit de kring en bracht hem weer in relatie met God, Hij maakte hem open. Zo ook ziekenzondag. Soms heb je een actie nodig als dit, een bloemetje dat in je handen wordt gestopt met de opdracht die naar een zieke te brengen die je kent, een actie van buiten, die de kring van jouw denken openbreekt. Soms heb je dat nodig om een zieke weer te gaan zien.

Vandaag ontvangt u hier de ziekenzalving. U bent apart genomen en hebt hier vooraan in de kerk een plaats gekregen. Zoals bij elk sacrament is het Jezus die door de zalving u nabij komt om u met God te verbinden. Om u open te maken voor Gods liefde en troost, om u vertrouwen te schenken en kracht, overgave en vrede in het hart. Moed voor de tijd die komt en geloof dat u veilig bent bij God. We hopen dat dan ook met allen die nu hier in de kerk aanwezig zijn net zoiets gebeurt. Dat als u naar huis gaat u ook zegt: “Dat was mooi, dat was goed, we merken dat God door de sacramenten heen werkt, dat God door zijn Kerk goede dingen doet.”

Tot slot lees ik het gedichtje dat zij die zalving ontvangen, meekrijgen.

Houd mij in leven

– Heer, God –
Wees Gij mijn redding
Steeds weer
zoeken mijn ogen naar U

Wanneer de dagen lang worden
en mijn krachten afnemen
wanneer de visite weg is
en ik mij vaak zo eenzaam voel
Heer, wees Gij mijn redding

Wanneer ik twijfel
aan de toekomst
het geloof van mijn kinderen
de plannen van de regering
of het geweld op straat

Heer, wees Gij mijn redding

Wanneer ik ‘s-morgens denk
was het maar avond
wanneer ik mijn leven
een last vind worden

Heer, wees Gij mijn redding

Wanneer ….
Ja, dan Heer,

Houd mij in leven
Wees Gij mijn redding
Steeds weer
zoeken mijn ogen naar U (t. Paul Odijk)

Amen

Back To Top