Ga naar hoofdinhoud

Menselijke liefde en geborgenheid is uit zichzelf beperkt. Maar als die liefde eenmaal is geraakt door Gods liefde verandert dat.

Preek in in de parochiekerk van de H. Bartholomeus te Poeldijk, zondag 26 december 1999 om 10.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: B2000KERSTFAMB

Homilie

Ik dacht, ik houd het kort vandaag. Er is al zoveel gezegd. Eigenlijk is het thema van deze viering al bijna genoeg: ‘Geborgen’. Op een of andere manier straalt de kersttijd geborgenheid uit, de geborgenheid van het Kind bij zijn moeder. Het is niet voor niets dat de wereldkerk op deze dag het heilig huisgezin nadrukkelijk in de schijnwerpers zet.

Waar zit het geheim van hun geborgenheid. Want het gaat niet alleen om de geborgenheid van het kind bij zijn moeder, maar ook van Maria bij Jozef, en Jozef bij Maria en het Kind bij Jozef en andersom. Een echte geborgenheid over en weer. Die geborgenheid is niet louter een menselijke geborgenheid, de harde werkelijkheid laat zien dat gezinsleden lang niet altijd geborgen zijn bij elkaar.

Deze gezinsleden wel. Waarin schuilt hun geheim. Daarvoor kijken we eerst naar het moment dat het ooit fout ging met de mens, met het gezin. Ook daarover heeft de Bijbel haar verhalen. Tegenover dit gezin staat het oergezin van Adam en Eva. Van hen staat geschreven dat toen zij van de boom van kennis van goed en kwaad gegeten hadden, zij zich voor elkaar schaamden en zij bang werden toen zij Gods stem hoorden. Dat is het tegenovergestelde van geborgen zijn. Angst voor God. Sinds Adam – zijn schaamte en angst standaard geworden in onze relatie met God en elkaar.

Het fundament van het gezin van Jozef, Maria en Jezus ligt juist in hun geborgenheid bij God. Zij zijn niet bang voor God, integendeel, liefde laat geen ruimte voor angst. Maar liefde voor God is niet iets wat zomaar spontaan in ons hart opwelt. Het bijzondere van dit gezin is juist dat zij als basishouding echte liefde hebben. Opgegroeid binnen de wet van Mozes is bij hen die liefde voor God gegroeid. Dat begin zien we al bij Abraham. Hij durfde te leven vanuit de belofte van God. Hij is de vader van alle gelovigen. In die traditie staan Jozef, Maria en Jezus.

Geborgenheid dus, echter menselijke liefde en geborgenheid is uit zichzelf beperkt. Vanuit onszelf komen er allerlei vormen van eigenbelang om de hoek kijken. Maar, is die liefde eenmaal geraakt door Gods liefde en boven zichzelf uitgetild, dan zijn wijzelf voorgoed geborgen in Gods liefde, dan wordt daardoor de veilige ruimte geschapen voor echte geborgenheid bij elkaar.

Dit gezin is een voorbeeld, is een door God gerealiseerde droom. Houd ze in ere, binnen gezinnen, maar ook binnen alle andere leefverbanden. De puurheid en echtheid van deze zuivere liefde, het er zijn voor de ander. Samen geborgen zijn in God. Samenwerken met één doel voor ogen: Gods Koninkrijk realiseren. Vergeleken met dit gezin, zien wij onze eigen tekorten misschien wel erg duidelijk. Dat geeft niet, dan is het goed dat dit gezin geen idee-fixe is, maar werkelijkheid, een uitnodiging om opnieuw te realiseren. God heeft ons dit gezin gegeven als doel, aan ons, aan elk gezin apart en aan ons als Gods gezin – de Kerk. Moge die huiselijke, vaderlijke en moederlijke geborgenheid bij God en bij elkaar werkelijk ons deel zijn. Amen.

Back To Top