Ga naar hoofdinhoud

Gedenk alles wat je in beweging zet, alles wat meebouwt aan de komst van Gods Koninkrijk.

Eucharistieviering in de parochiekerk van de H. Bartholomeus te Poeldijk, 31 december 1999, 19.00 uur, door pastoor Michel Hagen en concelebranten pater Koos Janssen en pater Niek van der Zanden. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: B2000OUDJAAR1B

Lezingen

E.L.: Pred. 3, 1-10
EV.: Mt. 6, 25-34

Homilie

Hoe kijken we terug? Je kunt op meerdere manieren terugkijken. Soms moet je radicaal iets loslaten en dan niet meer omzien. Het bekendste voorbeeld is de vrouw van Lot, zij kon niet loslaten, de engel had gezegd niet om te zien naar wat achter hen lag. Want als je die wereld niet loslaat, raak je verlamd, dan raak je gefixeerd als een zoutpilaar en kom je niet meer vooruit. Loskomen van het veleden zoals Israël, Gods Volk, dat in de woestijn moest leren om Egypte los te laten.

Dat is de ene kant, de ene manier van tijd achter je laten, loskomen. Tegelijk lezen we in de Hebreeënbrief: “Gedenkt uw leiders, die u het eerst het Woord van God verkondigd hebben (Hb. 13, 7)”. Dat is een andere houding. Zo biedt de Bijbel een tweede handvat. Het een moet je loslaten, niet omzien; het ander moet je juist behouden, bewaren, gedenken en in herinnering roepen.

Met andere woorden: laat alles achter je wat je verlamt, alles wat de voortgang van Gods Koningrijk verhindert, wat je niet in beweging zet, alles wat verstart en doodt. Zie dan niet om, wees niet bang en zie vooruit. Maar tegelijk: gedenk alles wat je in beweging zet, houd vast wat je kracht en energie geeft, roep in herinnering wat hoop en vertrouwen geeft, wat je verrijkt, alles wat meebouwt aan de komst van Gods Koninkrijk.

Zo staan wij vandaag in de tijd. De tijd waar Prediker zo’n treffende bezinning op gegeven heeft. Zo zien we om naar de tijd die achter ons ligt; een tijd van baren en sterven, van planten en oogsten, van bouwen en afbreken, van verwoest worden en opnieuw bouwen. Daarbij zijn we ons bewust dat deze tijd die we nu gedenken niet zomaar tijd is. Het is tweeduizend jaar Jezus’ tijd, Gods tijd. Het zijn andere jaren want ze behoren iemand toe. Voor die tijd wisten we amper wat tijd was, laat staan van wie of voor wie. Nu is er één Heer van de tijd. Het is steeds weer ‘anno Domini’.

Tweeduizend jaren vanaf Jezus. Vanavond willen we dus niet zozeer kijken naar wat mislukt is. Daarvoor zal later dit jaar tijd gemaakt worden, om ons dan te bevrijden van de verlammende werking in de geschiedenis. Vanavond kijken we naar dat wat ons kracht geeft, wat onze tijd tot een bijzondere tijd heeft gemaakt.

1. – Het eerste daarvan is die geboorte van Jezus, de eerste die de naam ‘Gods Zoon’ ten volle mocht dragen; Jezus, 2000 jaar. Door Hem is al het goede dat God aan het Volk van Israël gegeven had, voor alle andere volken beschikbaar gekomen. Het is één omvattende geschiedenis geworden, Een God met Een Volk. Dat volk noemen wij Kerk, een Kerk die is groter dan wij kunnen zien.

Jezus’ Woord is ons doorgegeven met de woorden van de profeten. Onze werkgroep Katechese weet zich mede verantwoordelijk om dit Woord in onze tijd door te geven. Dit Heilige Boek willen wij dus behouden. Het moet mee. We geven het vanavond een bijzondere plaats hier op het priesterkoor. – Ria van der Sar zal namens het werkveld Katechese de Bijbel hierheen brengen. – Met dat Boek is meteen de eerste duizend jaar van onze jaartelling getekend. Van Hebreeuws naar Grieks, van Grieks naar Latijn. De tijd waarin Europa zich ontwikkelde als een Christelijk werelddeel.

2. – Wanneer we kijken naar het begin van het tweede millennium dan valt meteen het jaartal 1198 op. We zijn dan bijna twee eeuwen verder. In dat jaar werd bepaald dat hier aan de Poel een kapel moest komen. Dat betekent dat hier aan het begin van het tweede millennium reeds een geloofsgemeenschap was die van deze kapel gebruik zou gaan maken en die deze zou kunnen onderhouden. Een Christelijke geloofsgemeenschap is een gemeenschap die Eucharistie viert. Daarom is hier – als symbool van brood en wijn – een mandje met druiven en platte broden. – Ria van der Knaap zal namens het werkveld Liturgie dit symbool voor de Eucharistie aandragen. – Vanaf die tijd is hier in Poeldijk bijna onafgebroken de Eucharistie gevierd. De Eucharistie is ons heilig, het verbindt ons in een rechte lijn, dwars door de geschiedenis heen, met Jezus Christus. De Eucharistie heeft ons duizend jaar gevoed en zal ons ook in het nieuwe millennium voeden.

3. – De volgende mijlpaal is de komst van pastoor Frans Verburgh. Hij is een nieuw begin geweest voor onze Kerk in dit gebied. Zoals Jezus trok hij naar het grensgebied aan de zee, waar weinig rijkdom te vinden was, maar dat tegelijk een gebied was met mogelijkheden. Hij heeft zich ingezet voor de ontwikkeling van dit gebied en meegewerkt aan betere levensvoorwaarden. Hij heeft Gods Woord verkondigd en mensen bijeengebracht. Van Hem hebben we nog zijn kelk zijn prekenboek. – Namens het werkveld Gemeenschapsopbouw wordt zijn kelk aangedragen door Peter Zuidgeest en zijn prekenboek door Henk Willemse . – Zijn kelk is symbool van de gemeenschap die onder zijn inspirerende leiding samenkwam voor de Eucharistie. Zijn prekenboek staat symbool voor de verkondiging, en voor de waardevolle schat uit de historie die ons nog steeds inspireert.

4. – En dan belanden we al snel in deze eeuw. Een eeuw waarin het geloof een wonderlijke tijd heeft meegemaakt. Nederland stond bekend als het land waarvandaan zeer veel, misschien wel de meeste, zusters, broeders, paters, missionarissen de wereld introkken. Het was een enorme uiting van geloof en inzet voor de naaste. – Daarom zullen Jan van Dijk en Jan van Paassen namens het werkveld Diakonie, het missiebord hier naar voren brengen. – Dit bord staat voor dat geloof en die inzet voor de naaste, en die willen we nooit kwijt. Meer nog, wat toen vooral ook naar derdewereldlanden ging, komt steeds dichterbij. Vreemdelingen staan op onze stoep, het vraagt een nieuwe houding in geloof en naastenliefde. Twee van onze missionarissen zullen het bord aannemen.

En dan. Enkele symbolen voor een enorme rijkdom die ons in de tijd gegeven is. Maar de echte rijkdom gaat verder dan boeken en zilveren kandelaars, echte rijkdom is niet zichtbaar, die bevindt zich in ons hart, die zien we als we elkaar nabij zijn, die ervaren we als we Gods zorg in onszelf en in elkaar bewust worden.

Deze symbolen blijven hier staan tot de nieuwjaarsviering. Dan worden zij aan het eind van de viering weer meegenomen. Wij dragen hen dan en zij dragen ons het nieuwe millennium binnen. Opdat het goede dat ons gegeven is in de tijd doorgaat. Amen.

Back To Top