Ga naar hoofdinhoud

In God wonen, in God verblijven, dat kan alleen als je zelf liefde bent geworden. God is liefde, zegt Jezus en wij zijn bedoelt om kinderen van God te zijn, dat is kinderen van de liefde. Zoals het wezen van God liefde is, zo moet de liefde ook de kern van ons bestaan zijn. Daarom is dat de uiteindelijke eis van het leven in God, dat wij liefde zijn.

Eucharistieviering 2 november 2009, om 19.00 uur, in de parochies van De Goede Herder te Wassenaar, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: B2009ALLZB

Lezingen

E.L: Jesaja 25, 6a. 7-9
Psalm: Ps. 23
T.L: Apokalyps 21, 1-7
All. Vers. Ik ben de weg …
EV: Lucas 3, 44-46. 50. 52. 53; 24, 1-6a

Homilie

Bij veel uitvaartvieringen heeft dit Evangelie geklonken: “In het huis van mijn Vader is ruimte voor velen.” Dit antwoord van Jezus is een woord van intense hoop. Jezus reageert op een vraag van zijn leerlingen. Het is een vraag bij een afscheid. ‘Ik ga,’ zegt Jezus, ‘om voor jullie een plaats te bereiden.’

Vandaag vieren we Allerzielen, en het is goed nu hier samen te zijn, iedereen hier vanavond, heeft eigen gedachten en gevoelens vanwege een dierbare en waarschijnlijk aan meerdere dierbaren. We zitten hier met eigen herinneringen en eigen verdriet wat juist op deze momenten weer voelbaar wordt. Maar tegelijk zijn we ons bewust dat ook de ander hier zit met soortgelijk verdriet en herinneringen.

Voor sommigen is de uitvaartviering al bijna een jaar geleden, voor anderen amper een paar weken. Bij de een was het afscheid gerijpt, was er een langer ziekbed en maakte de leeftijd het afscheid milder. Maar we hebben ook overlijdens die plotseling waren, op een leeftijd waar je normaal niet met de dood bezig bent. Maar hoe dit afscheid ook is geweest, bij allen kom ik de vragen tegen: waar is hij of zij? Hoe is het leven na de dood?

Daar gaat het vanavond over. We gedenken de overledenen, straks noemen we hun namen, één voor één, we steken kaarsjes aan, we bezoeken de begraafplaats en zegenen de graven met de jaarlijkse zegen. We bidden vanavond voor onze dierbaren. We bidden vol vertrouwen, vol hoop en geloof, juist vanwege deze woorden van Jezus: In het huis van mijn Vader is ruimte voor velen.

Maar, waar zijn ze nu? Die vraag past bij de vraag over de ziel van een mens. Wat is je ziel? Die vraag kunnen we niet beantwoorden met woorden uit de wetenschap. Dan zouden we elkaar op het verkeerde been zetten. De ziel van een mens is niet iets dat zomaar uit zichzelf kan bestaan. De ziel van een mens is verbonden met zijn lichaam aan de ene kant en verbonden met God aan de andere kant. Hoe meer een mens met deze materiële wereld verbonden is en verknocht aan dit aardse leven, des te dunner wordt het lijntje met God. Andersom zien we dat mensen die heel intens met God verbonden leven, veel vrijer staan tegenover deze wereld, tegenover dit aardse bestaan.

In gesprekken rondom uitvaarten komen deze vragen ook dikwijls aan bod. Dan praten we ook over het geloof en dan blijkt hoeveel jonge mensen nog steeds geloven dat er iets is. We is er ook vaak onzekerheid, ze willen wel in God geloven, maar er wordt zoveel beweerd. Wie moet je geloven. De een zegt de hemel bestaat wel, maar God bestaat niet, de ander zegt het juist andersom. Hoe kom je aan een betrouwbaar antwoord.

Die vraag hebben wij als Kerk natuurlijk ook, die vraag is zo oud als de mens. Voor ons is er maar één werkelijk betrouwbaar, daarom lezen we zijn woorden, vieren we zijn tekenen en proberen we Hem na te volgen in ons leven.

Betrouwbare woorden komen van betrouwbare mensen, omdat gebleken is dat alles in het leven van Jezus betrouwbaar was, zelfs alles wat Hij vooruit zei over de dood, over zijn verrijzenis, daarom durven we Hem als onze leidsman te nemen in ons geloof en in ons leven.

“In het huis van mijn Vader is ruimte voor velen.” Er zijn zoveel mensen met verschillende gedachten, ideeën, visies en verwachtingen, zoveel mensen met andere culturen en overtuigingen, zoveel mensen met een andere achtergrond, uit zoveel tijden en landen, in Gods vaderhuis is ruimte voor al die vele mensen.

Er is maar één eis om in dat huis van de Vader te kunnen wonen en dat is de liefde. Jezus zegt een andere keer: “God is liefde.” En zijn leerling Johannes gaat daar op door. Hij zegt: Zo hebben wij de liefde leren kennen die God voor ons heeft, en wij geloven in haar. God is liefde: wie in de liefde woont, woont in God en God is met hem.

In God wonen, in God verblijven, dat kan alleen als je zelf liefde bent geworden. God is liefde, zegt Jezus en wij zijn bedoelt om kinderen van God te zijn, dat is kinderen van de liefde. Zoals het wezen van God liefde is, zo moet de liefde ook de kern van ons bestaan zijn. Daarom is dat de uiteindelijke eis van het leven in God, dat wij liefde zijn.

Op het feest van Allerzielen staat de Kerk stil bij al die mensen die overleden zijn, en die ook in de liefde nog niet volgroeid waren. Wie is dat in zijn leven wel? Daarom begeleiden wij de overledenen met onze gebeden, dat God hen mag voltooien, dat wat nog niet volgroeid was. Tegelijk worden we ons bewust dat God dus heel anders naar mensen kijkt dan wij. En dat iemand groot in God kan zijn, die in deze wereld weinig aanzien heeft.

“In het huis van mijn Vader …” zegt Jezus. Bij die Vader mogen wij thuis komen, bij Hem mogen wij onszelf zijn, bij God die liefde is. En als we te vroeg thuiskomen, onvoorbereid, dat geeft God ons nieuwe tijd.

Wij bidden vanavond voor onze dierbaren en tegelijk vragen wij aan hen dat zij ook ons helpen. Want juist vanuit God weten zij wat belangrijk is, wat echt belangrijk is. Zij weten en zien alles in een ander licht. Ze zijn blij met ons gebed en proberen ons te helpen om de goede keuzes te maken op onze levensweg.

Zo vieren wij onze eenheid met hen, een verbondenheid die voorbij de dood gaat. Zo laten we ons vanavond troosten met de woorden van Jezus, de enige die terug is gekomen om ons te versterken in ons geloof: In het huis van mijn Vader is ruimte, voor al die velen. Amen.

Voorbede

Vol vertrouwen bidden wij tot God onze Vader.

Bidden wij alle mensen die een dierbare verloren hebben. Vragen wij om troost en kracht, om groei in liefde en verbondenheid. Vragen wij dat het verlies van een dierbare met Gods hulp een nieuwe stap wordt op onze weg naar de voltooiing. Laat ons bidden.

Bidden wij voor alle dierbare overledenen, dat hun leven voltooid mag worden in Gods liefde, in de vreugde, in het licht. Vragen we dat zij met ons verbonden blijven als onze voorsprekers en helpers, opdat ook wij groeien in liefde en verbondenheid met God en elkaar. Laat ons bidden.

Bidden wij voor al die mensen die in eenzaamheid sterven, dat zij zich kunnen toevertrouwen aan Gods liefde. Voor allen die in angst sterven, dat zij troost vinden in het besef dat God hen liefheeft. Voor allen die zich bewust zijn van grote fouten en tekorten, dat zij vergeving vinden in Gods barmhartigheid. Laat ons bidden.

Bidden we voor alle mensen die de stervenden nabij zijn. Dat zij hen helpen zich aan Gods liefde toe te vertrouwen. Voor allen die werken in de medische beroepen, dat zij steeds het innerlijk van iedere mens voor ogen houden. Voor opvoeders en leraren, dat zij mensen helpen te groeien in liefde. Laat ons bidden.

Back To Top