Ga naar hoofdinhoud

Jezus is niet gekomen om gediend te worden maar om te dienen. Zijn dienstbaarheid wordt heel concreet. Zijn voorbeeld mag ons inspireren.

Eucharistieviering 7 en 8 februari 2009, om 17.00 en 19.00 uur, en om 09.30 en 11.00 uur, in de parochies van De Goede Herder, de H. Jozef, de Heilige Willibrord en De Goede Herder, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: B2009DHJ05B

Lezingen

E.L.: Job 7, 1-4; 6-7
Ps.: 147
T.L.: 1 Kor. 9, 16-19; 22-23
Al.: Joh. 6, 64b; 69b
Ev.: Marc. 1, 29-39

Homilie

Vandaag horen we in de lezingen hoe Jezus zijn Boodschap en zending waarmaakt. Zijn zending heeft Jezus zelf ooit op deze manier getypeerd: ‘Ik ben niet gekomen om gediend te worden, maar om re dienen.’ Vandaag willen we kijken hoe zijn dienstbaarheid in de lezingen terugkomt.

Het begint met een tekst uit het boek Job. We horen een klacht. Job kent vruchteloze maanden en nachten van getob: ‘s-avonds denk ik: wanneer wordt het morgen? En ‘s-morgens denk ik: wanneer wordt het avond? Ik ben ziek van onrust. Laten we deze woorden van Job eens doortrekken naar de schoonmoeder van Petrus. Zij ligt in bed. Wat mankeert haar? Ze heeft koorts, staat er. Maar dat is alleen maar het symptoom. We weten niet wat haar mankeert. Er worden een paar dingen genoemd, ze ligt in bed, ze heeft koorts en ze kan niet bedienen.

Misschien eerst iets meer over de schoonmoeder van Petrus. Het is u waarschijnlijk al opgevallen dat de vrouw van Petrus helemaal niet wordt genoemd. Als er iemand in huis is om de leiding in huis te hebben en het dienstwerk te doen is het alleen de schoonmoeder van Petrus. Niet de moeder van Petrus, niet zijn zussen en dus ook niet zijn vrouw. Misschien zit daar wel de clou. Er is vaker verondersteld dat Petrus weduwnaar was. Petrus was ongeveer even oud als Jezus, of iets jonger. Je hoort niets over de vrouw van Petrus en evenmin iets over kinderen. Zou dat iets te maken hebben met de bedlegerigheid van zijn schoonmoeder. Een schoonvader wordt evenmin genoemd. Is haar dochter overleden, heeft ze geen kleinkinderen, is ze weduwe? Wat voor toekomst heeft ze dan nog? Is zij weggezonken in depressiviteit? Is haar levensvreugde verdwenen? Wordt nu gaandeweg ook haar gezondheid aangetast?

Jezus reikt haar de helpende hand. Daarmee begint haar genezing diep van binnen. Jezus biedt haar uitzicht, een nieuwe levenszin. Hij doet haar opstaan en ze kan weer haar dienstwerk oppakken. Wat haar dochter gedaan zou hebben doet zij nu. En in plaats van kleinkinderen zijn hier leerlingen van Jezus. Zij wordt opnieuw de vrouw des huizes die vol liefde haar taken kan vervullen. Jezus heeft haar gediend door haar uit die diepe put te halen. Zij dient nu op haar beurt Jezus en zijn leerlingen.

Dienstbaar zijn. Hoe doe je dat? Jezus doet dat met de gaven en talenten die Hem zijn gegeven. Zo ziet Hij zijn zending. Alles in zijn leven staat ten dienste van anderen. Hij dient zijn Vader. Die houding heeft Hij van huisuit meegekregen. Van Maria is de uitspraak bekend: ‘Zie de dienstmaagd van de Heer, mij geschiede naar uw Woord.’ Van Jozef weten we dat heel zijn leven een dienst was aan Maria en Jezus.

Maar vandaag komen we iets bijzonders op het spoor van Jezus’ dienstwerk. We lezen: ‘Vroeg, nog diep in de nacht, stond Hij op, ging naar buiten en begaf zich naar een eenzame plaats waar Hij bleef bidden.’ Jezus’ dienstwerk is niet simpel. Hij kan zijn dienstwerk niet goed vervullen als Hij niet verbonden blijft met degene die Hem tot dit dienstwerk zendt, zijn Vader.

Jezus trekt zich terug. Het lijkt weinig dienstbaar. Ze kunnen Hem niet vinden. Is dat nu dienstbaarheid? Is dat nu beschikbaarheid, is dat klaar staan als anderen je zoeken? Jezus trekt zich terug, waarom? Om zijn dienstbaarheid zuiver te houden. Zijn dienst aan de Vader wordt zichtbaar in zijn dienst aan de mensen, dat is de volgorde.

Er dreigt een gevaar. Jezus geneest mensen. Die genezende kracht is zijn succesformule. Maar het is tegelijk een valkuil. Niet voor niets heeft Hij een tijd in de woestijn geleefd. Hij is pas echt dienstbaar, als Hij dicht bij zijn persoonlijke zending blijft. Jezus begint met een innerlijke genezing, Hij brengt mensen terug naar hun oorsprong, hun bron, de kern van hun bestaan, Hij brengt ze terug bij God. Daarbij bevrijdt Hij ze van boze geesten, van kwade gedachten, van depressiviteit, van koortsachtige gehaastheid, Hij maakt de mensen vrij van waanideeën en geeft hen de juiste oriëntatie terug. Hij leert hen dienen in plaats van gediend te worden. Maar als mensen hem willen vasthouden als een wonderdokter, dan verzandt zijn zending. Hij komt niet alleen voor Kafarnaüm, maar voor heel Israël, ja voor de hele mensheid.

Zijn gebondenheid aan zijn Vader in de hemel vraagt van hem dat Hij innerlijk vrij blijft tegenover allerlei meningen en verwachtingen van mensen. Steeds opnieuw moet Hij zijn leven oriënteren op de wil van zijn Vader. Zo heeft Hij zijn zending vervuld en is Hij alles voor allen geworden.

In de tweede lezing zie je hoe Paulus hier ook mee worstelt. Mensen lijken Paulus te prijzen. Hij zal wel hoog in de hemel eindigen. Kijk maar wat Hij allemaal doet voor Gods Kerk. Maar Paulus redeneert zo niet. Hij redeneert op de manier van Jezus. Doen wat je taak is, dat is geen verdienste. Bovendien heeft God het diep in zijn hart gelegd, hij kan niet anders. Paulus vindt dat Hij niets heeft op over op te scheppen. Jezus heeft ook ooit zoiets gezegd. Als je dat allemaal hebt gedaan zegt dan: ‘Wij zijn slecht onnuttige dienstknechten.’ Paulus stelt er een eer in dat hij zonder honorarium werkt en zelf zijn boterham verdient met tenten maken.

Dienstbaarheid vergt innerlijke vrijheid om op de juiste manier dienstbaar te zijn. Dat geldt voor ieder van ons. Daarvoor willen we bidden.

Voorbede

Bidden wij tot onze hemelse Vader.

Bidden wij voor de Kerk. Voor alle gelovigen. Om een geest van oprechte dienstbaarheid. Dat allen hun roeping en zending mogen vinden in dienst aan God en de naaste. Dat de geest ons vindingrijk maakt om daarin onze weg te vinden. Laat ons bidden.

Bidden wij voor regeringsleiders en bestuurders, in de kerk en in de wereld. Dat zij Jezus voor ogen houden die ons een voorbeeld geeft van dienend leiderschap. Laat ons bidden.

Bidden wij voor de nood in de wereld, voor vervolgde Christenen, dat zij stand houden, voor vluchtelingen, om uitzicht en toekomst, voor alleenstaanden, om een hartelijke gemeenschap die hen opvangt. Laat ons bidden.

Bidden we voor de gezinnen, dat echtgenoten hun vreugde vinden in dienende liefde naar elkaar en naar de kinderen. Dat de liefde voor God en voor de naaste elkaar versterken. Dat ouders wegen vinden het geloof levend te laten zijn in hun gezinnen. Laat ons bidden.

Back To Top