Ga naar hoofdinhoud

Wanneer we bidden: uw Naam worde geheiligd, moge uw rijk komen, dat uw wil mag geschieden, op aarde zoals in de hemel. Dan gaat het erom dat wij lichtdragers en lichtbrengers zijn.

Eucharistieviering 12 april 2009, 9.30 uur, in de parochie van de heilige Jozef te Wassenaar, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: B2009TMPPZB

Lezingen

E.L.: Hand. 10, 34a. 37-43
Lied: Ik geloof.
T.L.: Kol. 3, 1-4
Al.: Alleluia
Ev.: Joh. 20, 1-9

Homilie

Wat nemen we vandaag als beginpunt van de preek. De economische crisis, de energiecrisis of de milieucrisis? Maar daar hoort u al vanalles over als u de radio of de TV aanzet. Wat nemen we dan als vertrekpunt, de doden in Italië na de aardbeving, de verkiezingen in verscheiden landen de afgelopen periode in Afrika. Allerlei rampen worden ons dagelijks voorgetoverd, teveel om nog te kunnen verwerken, en daardoor zien we het vaak ook niet echt meer.

Maar kent u dat gevoel ook niet. Als ik nu vandaag op de actualiteit inga, breng ik morgen al oud nieuws. En wat is de actualiteit, dat wat de nieuwszenders selecteren? Daar is maar weinig bij waar ik iets aan kan veranderen, dat ik vandaag denk: Gaat het niet eerst vooral ons leven hier en nu, wat betekent voor ons nu dat Christus is verrezen?

Deze morgen begonnen we met het lied: “Als alles duister is.” Dat lied heeft te maken met dat duister van Goede Vrijdag, het duister van het kruis, waarbij zelfs de zon verduisterde, daarom zongen wij: “Als alles duister is.”

We zijn dus in het duister begonnen, we worden vandaag op Paasochtend uitgenodigd om te kijken naar de donkere kanten van het leven, van ons leven. Donker, dat kan verdriet zijn of teleurstelling, het kan het verlies zijn, of tegenslag door werkeloosheid, misschien is voor sommigen van ons de recessie al voelbaar, misschien vanwege een huis of een sollicitatie. Maar soms zit die duisternis ook in ons eigen hart, in oude gewoonten, in hardnekkige zwaktes, net als die wijde wereld, want gebrek aan vrede, en hardnekkige oorlog rust meestal op diezelfde oude zwaktes, maar dan in een land, bij regeringen of bij degenen die economisch de macht hebben.

We zouden dan even stil kunnen staan bij die donkere kanten, echt stil staan, stil worden en in jezelf kijken. Maar dat doen we nu niet, daar hebben we veertig dagen de tijd voor gehad. Vandaag is het feest, want al die donkere kanten hebben niet het laatste woord. Ook de economische crisis, of de energiecrisis, of de milieucrisis, of valse tellingen bij verkiezingen, of oude dictatoriale regimes, of maatschappelijke eenzijdigheden, of drammerij van de media, of die hardnekkige karaktertrekken van mezelf, ze hebben niet het laatste woord.

Er is licht. Gisteren was ik weer even in het hospice, toevallig zijn er de afgelopen dagen wat meer mensen opgenomen met een katholieke achtergrond. Op Goede Vrijdag werd ik gebeld of een gesprekje kon hebben met een meneer. Dat heb ik gedaan. Het gesprek was vooral luisteren en proberen iets te verstaan. Een gesprek opbouwen lukte niet meer. Hij vroeg of ik morgen terug kon komen. Dat was gisteren, en gisteren kon ik hem nog minder goed verstaan, maar aan het slot hij maakte met mij een kruisteken, we hebben samen even gebeden en ik heb hem de zegen gegeven. Toen zei hij, ik blijf hier niet, het leek wat verward, dat hij auto wilde rijden en naar huis wilde. Ik probeerde hem aan te reiken dat het daar een goede plek is, waar ze goed voor hem zorgen. Ja het is hier een goede plek. En toen vroeg hij of ik een kaarsje voor hem wilde aansteken. Dat heb ik thuis gedaan, in mijn gebedskamer. En vanmorgen op paasochtend werd ik gebeld vanuit het hospice dat hij overleden is.

Ik heb een kaarsje voor hem aangestoken, eigenlijk twee, een bij het tabernakel en een bij Maria en Jozef. Hij had gezegd: Ik blijf hier niet. En inderdaad, hij is vannacht, in feite nog onverwacht, in zijn slaap naar huis gegaan.

En dan denk ik, ja thuiskomen, dat doen wij in het licht, het donker is niet ons thuis, het donker is goed om te slapen, maar wanneer we fijn dromen dan dromen we van het licht. Thuiskomen doen we in het licht.

Wanneer we dan bidden: uw Naam worde geheiligd, moge uw rijk komen, dat uw wil mag geschieden, op aarde zoals in de hemel. Dan gaat het erom dat wij lichtdragers en lichtbrengers zijn. Soms door zo’n klein kaarsje, maar daarbij ook door al die kleine momenten waarin we er voor anderen kunnen zijn. En als we zelf wel eens moe worden, en denken, nu even niet, ga dan zelf even naar het tabernakel, steek ook voor jezelf een kaarsje aan bij Maria en Jozef, en laat het licht van Gods liefde opnieuw je hart raken. Of kom hier en eet van zijn Brood, weet je weer met Hem verbonden, laat zijn liefde in je hart aanvullen wat je aan liefde en kracht tekort komt.

Licht. Pasen. Wij zijn thuis bij God. Wij mogen lichtbrengers zijn, kinderen van God, zijn licht brengt ons tot leven. Amen. Zalig Pasen.

Voorbede

Richten wij ons vol geloof en vertrouwen tot God, onze hemelse Vader.

Bidden wij vol dankbaarheid in het licht van Pasen, voor de Kerk van Christus over heel de aarde, dat alle gelovigen vandaag het licht van Christus mogen ervaren als het licht dat de macht van de dood verbreekt. Dat wij in dat licht mogen leven. Laat ons bidden.

Bidden wij voor de samenleving. Om een nieuwe betrokkenheid en samenwerking voor alle mensen van goede wil. Dat wij de handen ineen slaan, trouw aan de weg van Jezus en open voor allen die we tegenkomen, dat we het goede in elkaar herkennen en het kwaad in de wereld met liefde overwinnen. Laat ons bidden.

Bidden wij voor gezinnen, voor grootouders, ouders en kinderen, om een liefdevolle band en offerbereidheid in dienstbaarheid. Bidden we bijzonder ook voor allen die in hun leven de macht van de duisternis hebben meegemaakt, dat zij op dit feest van Pasen de kracht van het Licht, dat Christus is, mogen ervaren, zodat zij opstaan en leven. Laat ons bidden.

Back To Top