Ga naar hoofdinhoud

Het gaat vandaag over de Goede Herder, over de mensen die als schapen zijn, over rust en bezinning.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Augustinus, in de kerk van de H. Jozef en de H. Willibrordus te Wassenaar, weekeinde van 18 en 19 juli 2015, om 19.00 en 10.30 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: B2015DHJ16B

Lezingen

E.L: Jeremia 23, 1-6
Psalm: 23 (22), 1-3a, 3b-4, 5, 6
T.L: Efeze 2, 13-18
All: Johannes 20, 27
EV: Marcus 6, 30-34

Homilie

De eerste lezing spreekt over goede en slechte herders: “Wee de herders door wie de schapen omkomen en verloren lopen”. Slechte herders zijn niet bekom¬merd om de kudde: “Die schapen redden het wel, die weten zelf wel waar ze gras en water kunnen vinden en de wereld is zo slecht niet, ze lopen echt niet in zeven sloten tegelijk”. Slechte herders gebruiken wel de wol, de melk en het vlees, ze profiteren van de kudde, zonder echt naar hen om te zien.

Dan zegt God: “Ik stel herders over hen aan die hen werkelijk weiden”. U kunt dan denken aan die laatste ontmoeting van Jezus en Petrus: “Petrus heb jij Mij meer lief dan dezen Mij liefhebben?” “Weid mijn lammeren, hoed mijn schapen, weid mijn schapen”. Petrus is van visser mensenvisser geworden. Nu wordt hij herder, als opvolger van Jezus, de Goede Herder.

Petrus heeft van Jezus moeten leren wat het betekent een goede herder te zijn, die herder naar Gods hart, waar Jeremia al over spreekt. Die wettige afstammeling van David, die hen met bekwaamheid zal regeren. Petrus heeft moeten leren dat de Goede Herder zijn leven geeft voor zijn schapen. Hij heeft ook moeten leren dat die kudde veel groter is dan alleen de Judeërs, of Israël; dat alle mensen bij die kudde mogen horen, dat iedereen is uitgenodigd.

Zoals duidelijk als Jeremia over goede en slechte herders spreekt, zo eenvou-dig is het niet. Je kunt niet wijzen en zeggen: Dat is een goede herder, dat is een slechte herder, net zo min als je kunt zeggen: Dat is een goede parochi-aan, dat is een slechte. Jezus leert ons om dat oordeel aan God over te laten.

Die Goede Herder, waar Jeremia naar uitziet en waarvan hij de komst aankon¬digt, die hebben wij gevonden in Christus. Net als Petrus hebben wij Christus leren kennen als de Goede Herder. Jezus is een herder, niet alleen voor die grote kudde, maar ook voor de herders, voor zijn apostelen, zijn leerlingen. Hij heeft ook oog voor hen. De leerlingen komen terug van hun eerste grote zen¬ding. Het was een pastorale zending en een zending waarin zij moesten ver¬kondigen dat het Koninkrijk Gods nabij was. Ze moesten oog krijgen voor de problemen van de mensen en daar iets aan doen. Zieken de handen opleggen opdat ze genezen en bezetenen bevrijden. Ze moesten leren op God te ver¬trouwen wat betreft geld, kleding, eten, drinken en een slaapplaats.

Vandaag horen we in het Evangelie, dat ze terugkomen en aan Jezus verslag uitbrengen. Dat is een mooi moment dat u zich wel kunt voorstellen. Ze zijn enthousiast, er is zoveel goeds gebeurd, in zijn Naam zijn mensen genezen, zijn Woord, zijn Leer is heilzaam. Mensen herstellen lichamelijk en geestelijk, hun band met God en de naaste wordt weer gezond.

Het is ook een vermoeiende reis geweest, werk in de pastoraal is vermoeiend, oog hebben voor de schapen, er zijn als ze je nodig hebben, dat gaat verder dan een gewone werkweek, ook verder dan een werkweek met wat overuren. Het als vader en moeder zijn, dat ben je vierentwintig uur per dag. Tegelijk is het méér dan vader en moeder zijn, want de kudde is onevenredig veel groter.

Jezus weet dat het zwaar is geweest en dat ze moe zijn. Als ze terugkomen, nodigt Hij hen uit voor een retraite: “Komt nu eens zelf mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn en rust daar wat uit.” Het lijkt op een combinatie van retraite en vakantie, “retrantie”. Met Jezus in hun midden, weg van de mensenmenigte, wat rust en bezinning. Dat doet Jezus niet voor niets, een herder die het vuur uit zijn schenen loopt, maar niet naar Jezus terugkeert om verslag te doen, die niet tot rust en bezinning komt, in het klein overdag en door de week en in het groot elk jaar of nog wat groter eens in de vijf jaar met een sabbat; een herder die dat niet doet, leunt teveel op eigen kracht en op eigen inzicht, die waant zich onbewust een nieuwe Jezus. Nee, goede herders, moeten zich ook terugtrekken bij Jezus, om vanuit Hem weer aan de slag te gaan. Dan alleen blijven ze werkelijk bezig voor Gods Koninkrijk.

Die “retrantie” in het Evangelie is trouwens maar van korte duur geweest. Ze vertrekken rustig in de boot. Zo zijn ze even op het water, buiten alle drukte. Maar als de bootreis is afgelopen is het ook gedaan met de rust. Uit alle steden waren mensen naar die plaats gekomen en ze waren er nog eerder dan zij. Dan zien we meteen weer het hart van de Goede Herder. Jezus voelde medelijden met hen, want ze waren als schapen zonder herder.

Toch staat er nog iets bijzonders aan het slot. Er staat: Hij begon hen uitvoerig te onderrichten. In het pastoraal beleidsplan van Jezus staat vandaag de catechese voorop. De leerlingen zijn de afgelopen tijd volop diaconaal bezig geweest, maar nu is het tijd voor catechese. Jezus begon de mensen uitvoerig te onderrichten. Dat was dus niet een preek van tien minuten of een inleiding van een half uur. Dat was een uitvoerig onderricht. Het mag ons aan het denken zetten. Kunnen wij het opbrengen om de televisie uit te zetten en een goed bezinnend boek te lezen of weer een bijbelcursus te volgen. Kunnen wij het opbrengen, is onze honger groot genoeg, zoals die mensen te voet uit alle steden naar hem toe kwamen om uitvoerig onderricht te worden. U hebt het gedaan, vandaag, u bent naar de kerk gekomen. Dan mag u ook voelen dat Jezus medelijden met u heeft. Daarom geeft Hij ons zijn Evangelie, zijn Eucharistie, daarom geeft Hij herders om voor zijn kudde te zorgen. Laten we straks bidden voor zowel goede herders als een enthousiaste kudde. Amen.

Voorbede

Christus, de Goede Herder is onze Voorspreker,
bidden wij dan vol vertrouwen.

Wij bidden voor alle herders in Gods Kerk. Dat zij hecht verbonden blijven met Christus de Goede Herder, dat zij zich durven geven in diaconie, catechese, liturgie en pastoraat, dat zij daarbij ook tijd maken voor bezinning en gebed. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze wereld, we denken aan Griekenland, aan de nabestaanden van de MH17 slachtoffers, we denken aan de landen waar oorlog heerst en de talloze vluchtelingen. Dat wij in ons land niet alleen economisch en militair actief zijn, maar dat wij betrokken zijn op hen zoals Jezus betrokken is op ons. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie van de Heilige Augustinus, dat ieder van ons zich van de eigen verantwoordelijkheid bewust is, dat wij soms als herder en soms als schaap zijn, dat we elkaar ondersteunen om in het leven van alledag Jezus, de Goede Herder, na te volgen. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen, dat allen tijd maken voor Christus, om zijn Woord te horen en door Hem te worden uitgezonden, tot opbouw van Gods Koninkrijk. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top