Ga naar hoofdinhoud

Wat een afwijzing van Jezus lijkt is in feite een uitnodiging om verder te komen in geloof.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Augustinus, in de kerken van de H. Jozef (Wassenaar), De Moeder Gods (Voorschoten) en De Goede Herder te Wassenaar, weekeinde van 1 en 2 augustus 2015, om 19.00, 10.30 en 11.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Eucharistieviering beluisteren vanuit De Goede Herder te Wassenaar (MP3)

Preek beluisteren vanuit De Goede Herder te Wassenaar (MP3)

Preek: B2015DHJ18BAUFX

Lezingen

E.L: Exodus 16, 2-4. 12-15
Psalm: 78 (77), 3 en 4bc, 23-24, 25 en 54
T.L: Efeze 4, 17. 20-24
All: Johannes 17, 17 b en a
EV: Johannes 6, 24-35

Homilie

Brood uit de hemel, zou u dat willen? Dat manna tijdens de tocht in de woestijn, viel wel wat tegen. Het smaakte niet echt naar brood, het had eigenlijk maar weinig smaak, en als ze een tijd lang alleen maar manna te eten kregen, begonnen ze te mopperen dat ze echt brood wilden. Was dat nu een wonder, die vogels en dat manna? Sommigen zouden terecht kunnen zeggen dat het geluk was dat die vogels daar uitgeput neerstreken, je kon ze zo oppakken en roosteren op een vuurtje. En dat manna, was dat niet een natuurverschijnsel, dat de bedoeïenen volken al eeuwen kenden?

Wat is eigenlijk brood uit de hemel? Enige tijd geleden werd de uitspraak van Nikita Chroesjtsjov gememoreerd, die hij deed op een vergadering van de Communistische Partij in de zestiger jaren: “Waarom zou je houvast zoeken bij God? Hier is Gagarin die naar de ruimte vloog, maar een God heeft hij daar niet gezien.” We weten dat Yuri Gagarin een gelovig mens was en dit nooit over zijn lippen had kunnen krijgen. Chroesjtsjov gokte op de loyaliteit van Gagarin, want voor zijn anti religie propaganda zou zo’n uitspraak wel van pas zijn gekomen. In feite maakte Chroesjtsjov dezelfde fout als de tijdgenoten van Jezus. Wanneer je over brood uit de hemel spreekt moet je eerst vaststellen wat de hemel is. Inderdaad, de ruimte, het heelal is niet hetzelfde als de hemel.

Op een of andere manier zijn wij mensen gehecht aan plaatjes, modellen, tastbare vormen, figuren. We willen ons de hemel kunnen voorstellen. Als dan de Bijbel in het boek Daniël spreekt over God als een hoogbejaarde met een gewaad dat wit is als sneeuw en met hoofdhaar zo blank als wol, dan maken wij mensen ons graag zo’n voorstelling van God. Maar Jezus zegt eenvoudig: “God is geest, en wie Hem aanbidden, moeten hem in geest en waarheid aanbidden (Joh. 4,24)”. In de eerste brief van Johannes (4,16) lezen we: “God is liefde: wie in de liefde woont, woont in God en God is met hem”. Al vanaf het eerste boek van de Bijbel wordt duidelijk gemaakt dat we van God geen beeld moeten maken. Dat betreft in de eerste plaats het verbod om God door een beeld te aanbidden en op geen enkele manier wat voor god ook te aanbidden. Maar het gaat er ook om dat we niet moeten proberen God af te beelden.

Zo is het ook met de hemel en met het brood uit de hemel. Wanneer we de hemel voorstellen als een soort alternatieve aarde en onze lichamelijkheid als een soort super lichaam waarmee je door muren kunt, dan maken we opnieuw dezelfde fout. Het is lastig. Jezus spreekt over de hemel ook alleen in beeldtaal, zoals over het huis van de Vader. “In het huis van mijn vader is ruimte voor velen.” Wanneer we dat letterlijk nemen, komen al snel opmerkingen hoe groot dat huis dan wel niet moet zijn.

Vandaag horen we hoe Jezus in gesprek is en hoe hardhorend of selectief horend zijn gesprekspartners zijn. Er was maar één bootje en daarin waren de leerlingen overgestoken. Nu vragen ze aan Jezus wanneer Hij daar was aangekomen. Met andere woorden, is er dan nog een boot geweest of heeft Jezus geen boot nodig? Jezus neemt dit als opstap voor een dieper gesprek. Hij doet dat heel stellig, bijna afwijzend: “Niet omdat gij tekenen gezien hebt zoekt ge Mij, maar omdat gij van de broden hebt gegeten tot uw honger was gestild. Werkt niet voor het voedsel dat vergaat maar voor het voedsel dat blijft ten eeuwigen leven en dat de Mensenzoon u zal geven”.

Wat een afwijzing lijkt is in feite een uitnodiging om verder te komen in geloof. Maar zijn gesprekspartners pakken het niet op. Ze zijn als Chroesjtsjov die alleen met zijn eigen programma bezig is. Ze nemen een ander woord op: “Werken”. In plaats van te vragen naar dat voedsel dat blijft ten eeuwigen leven en dat de Mensenzoon zal geven, vragen zij: “Welke werken moeten wij voor God verrichten?”

Het gesprek loopt net zoals dat met de vrouw aan de put in hoofdstuk vier. Zij vroeg: “Heer geef mij van dat water, zodat ik geen dorst meer krijg en niet meer hier behoef te komen om te putten.” Maar ook deze vrouw denkt slechts aan gewoon water, terwijl Jezus spreekt over de Geest. Deze mannen zeggen: “Heer, geef ons te allen tijde dat brood.” Maar zij denken aan gewoon brood. Deze gesprekken zijn bedoeld om ons te helpen verstaan wie Jezus is. Daarop wijst ook zijn antwoord: “Ik ben het brood des levens: wie tot Mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in Mij gelooft zal nooit meer dorst krijgen.”

Jezus corrigeert fijntjes zijn gesprekspartners op twee manieren. Niet Mozes heeft dat brood gegeven, maar God gaf het hun, God in zijn Voorzienigheid heeft hen voor de hongersnood behoed en heel de natuur staat Hem daarbij ten dienste. Verder was dat brood uit de aardse hemel, die hemel met wolken, wind en vogels. Het echte Brood dat God geeft, komt van God.

Die hemelwoning van God is niet boven of onder of naast of voor of achter. Die Hemel is daar waar God is. Als het goed is, is Hij in uw hart en hoofd, in uw denken en doen, in uw spreken en rusten. Dat is ten volle zo wanneer Jezus uw hart en hoofd, uw denken en doen, uw spreken en rusten vervult met zijn Woord en sacrament. Dan is het Rijk Gods heel dichtbij, zoals hier in deze Eucharistie. Jezus is ons echte manna, Brood uit de Hemel. Amen.

Voorbede

Christus spoort ons aan te vragen, opdat God onze nood kan lenigen. Bidden wij vol vertrouwen.

Wij bidden voor de Kerk, voor allen die delen in de Eucharistie, dat zij zich door dit Voedsel laten sterken om Christus in het dagelijks leven na te volgen. Dat zij God zo beter leren kennen en uitgroeien tot Gods Kinderen. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze wereld, voor al die mensen die niet verder kijken dan het hier en nu, dat hun nieuwsgierigheid gewekt wordt voor het mysterie van God en van het eeuwig leven, dat zij gaan verlangen naar Christus als het Brood dat Leven geeft. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie van de Heilige Augustinus, om een diepere beleving van de Eucharistie, dat we gaan verstaan wat aanbidding is en doordrongen raken van het Leven dat lijden en dood trotseert. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen, dat allen die ooit hun Eerste Communie hebben gedaan, geraakt worden door de blijvende uitnodiging van Christus in de Eucharistie. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top