Ga naar hoofdinhoud

Op deze avond gedenken wij hoe Jezus ons een blijvend teken naliet van zijn aanwezigheid. De Maaltijd van het Nieuwe Verbond is de gedachtenis van zijn offer, van zijn vergeving en zijn verzoening. Hij laat het ons na als een opdracht om Hem te gedenken.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Augustinus, in de kerk van de H. Joannes de Doper (Katwijk), 29 maart 2018, om 19.00, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: B2018QDRWDB

Lezingen

E.L: Exodus 12, 1-8. 11-14
Psalm: Ps. 116 (115) , 12-13, 15-16bc, 17-18
T.L: 1 Korinte 11, 23-26
All: Johannes 13, 34
EV: Johannes 13, 1-15

Homilie

“Deze dag moet gij tot een gedenkdag maken, ge moet hem vieren als een feest ter ere van de Heer. Van geslacht tot geslacht moet ge hem als een eeuwige instelling vieren.” Dit was de slotzin van de eerste lezing. Het is de opdracht die God aan Mozes en aan zijn Volk gaf om een gedenkdag te houden tot gedachtenis aan de bevrijding. Een gedachtenismaal waar ook bittere kruiden bij zijn, want het is een bittere bevrijding. Hoeveel bittere dagen waren er door de slavernij voor het Joodse Volk, hoeveel kinderen zijn er in de jaren daarvoor gedood, kinderen van de Joden, jongetjes die in de Nijl werden gegooid en dan in die laatste nacht zoveel eerstgeboren kinderen van Egypte.

Het Joodse Volk heeft die gedenkdag in ere gehouden met het Pesach maal. Ook wij houden hem in ere, ook wij gedenken met pasen de uittocht. Toch is het gedachtenismaal dat wij vieren een ander maal. Jezus geeft ook een opdracht, dat hoorden we in de tweede lezing: “Deze beker is het nieuwe Verbond in mijn Bloed. Doet dit elke keer dat gij hem drinkt tot mijn gedachtenis.” Bij Jezus is deze gedachtenis en dit gedachtenismaal niet meer alleen gekoppeld aan die ene dag, niet meer één keer per jaar, maar elke keer, dat is elke zondag en elke dag en elke Mis opnieuw.

We gedenken ook niet alleen de bevrijding uit Egypte, ook niet alleen zijn offer, of zijn verrijzenis; we gedenken Hem Zelf. “Doet dit elke keer dat gij hem drinkt tot mijn gedachtenis.” Onze redding is niet alleen gelegen in die bevrijding uit Egypte, of in Jezus offerdood toen; Onze redding is gelegen in Hemzelf, in Christus. Zijn redding, zijn verlossing, zijn bevrijding wordt in iedere Eucharistie opnieuw werkelijkheid omdat Hijzelf in ons midden komt met zijn wonderlijke aanwezigheid, de aanwezigheid van de verrezen Heer.

Vanavond mogen we meer nog dan anders ons bewust worden wat dit gedachtenismaal betekent. Ook hier zijn er bittere kruiden, niet als aanvulling aan de maaltijd, het is het Eucharistisch Brood zelf, want het is lijdensbrood, tranenbrood, dat Brood van de verrijzenis wordt. Het lijden van Christus maakt Hem tot Hogepriester van het Nieuwe Verbond. Hij schenkt vergeving, Hij bekrachtigt dat met zijn levensoffer en zo bewerkt Hij verzoening tussen de hemel en de aarde, tussen God en de mensen. Zo komt het Nieuwe verbond in zijn Bloed tot stand. Wij strijken geen offerbloed van offerdieren aan de deurposten van onze huizen, om de verderfengel af te weren. Wij drinken het Eucharistisch Bloed van de verrezen Heer om te delen in zijn leven en stand te houden tegen de listen van de duivel. Wij trekken met de paasnacht niet uit Egypte weg, maar we laten ons met zijn opdracht deze wereld inzenden als lammeren tussen de wolven, om wel in de wereld maar niet van de wereld te zijn. Wij doen dit tot zijn gedachtenis, niet alleen tot gedachtenis aan die dag, of die bevrijding, maar tot gedachtenis aan Hem, omdat Hijzelf ons innerlijk tot leven brengt en ons doet standhouden in deze tijd. Hij is het levende Verbond in Vlees en Bloed. Wanneer we deelnemen aan de Eucharistie, krijgen wij deel aan Hem en worden we zelf als Kerk werkelijk Lichaam van Christus.

We gedenken vanavond twee Sacramenten, de instelling van de Eucharistie en de instelling van het priesterschap. Marcus en na hem ook Matteüs en Lukas, de evangelisten, waren zo onder de indruk van dit Laatste Avondmaal, dat vanaf Jezus verrijzenis ononderbroken is gevierd, dat ze niet alles hebben opgeschreven wat er die avond was gebeurd. Zij hadden alleen de traditie meegekregen van de instelling van de Eucharistie en de opdracht aan de apostelen, die daarmee tot priesters werden van het Nieuwe Verbond. Johannes de Evangelist die we vandaag hebben gelezen, wilde voorkomen dat iets anders van die avond vergeten zou worden. Hij vertelt ons over de voetwassing. Hij vindt dit wezenlijk om de Eucharistie te kunnen verstaan. Dat is ook te begrijpen, want Jezus heeft dat niet voor niets gedaan.

Eens in de zoveel jaar willen we dat symbool van de voetwassing ook in de Witte Donderdagviering behouden. We hebben daarvoor mannen gevraag, als een directe verwijzing naar de apostelen. We hebben er geen twaalf gevraagd. De twaalf apostelen staan voor de twaalf stammen van Israël. Wij hebben er drie gevraagd als een verwijzing naar de drie grote domeinen van onze parochie: Gemeenschapsopbouw, Liturgie en Catechese. De voetwassing door de priester verwijst dan naar de diaconie. Op die vier terreinen komt ons Christelijk leven van de parochie tot uitdrukking, ze zijn als het ware de hoekstenen van ons parochieleven.

De voetwassing van Jezus was een teken. Petrus wilde er niet van weten. Ik denk dat er ook mannen gevraagd zijn die dit toch niet wilden. In het priesterkoor gaan zitten, je schoen uitdoen, je voet laten wassen door de pastoor. Geeft dat geen gek gevoel. De apostel Petrus wilde ook zijn voeten niet laten wassen. Het is begrijpelijk. Petrus wilde zijn Heer dienen, dan moet de Heer niet zijn voeten wassen. Zo willen wij naar de Eucharistie en ons laten inspireren door de verkondiging, we willen vrijwilligerswerk doen en zo medewerkers worden van Christus, maar daar zitten om je voet te laten wassen is iets anders.

Waarom doen we het dan eens in de paar jaar toch? Omdat het zo’n krachtig teken is. De priester beeldt Jezus uit. Ook voor de priester is makkelijker om dit ritueel over te slaan. De mannen die hier straks komen staan daar namens jullie allemaal, namens heel de parochiekern. Want Christus zegt tegen Petrus: “Als gij u niet door Mij laat wassen kunt gij mijn deelgenoot niet zijn.” Voor ieder van ons geldt dat Christus zijn Dienst aan ons wil verrichten, zijn slavendienst in zijn kruisdood en dat we bereid moeten zijn die dienst van Hem aan te nemen. Dat vraagt overwinning van onszelf. Wij redden onszelf niet, wij reinigen onszelf niet. Er is er maar één die onze ziel kan zuiveren en dat is Hij. Dat wordt zichtbaar in de voetwassing. Zo krijgt de Eucharistie zijn bijzondere dimensie door de vergeving van de zonden. Hier en nu vieren wij zijn Aanwezigheid in de Maaltijd van het Nieuwe Verbond, waarbij wij zijn levensoffer gedenken en de opdracht vervullen die Hij ons heeft nagelaten.

Het is Witte Donderdag. U wordt uitgenodigd om de Communie onder twee gedaanten te ontvangen. Jezus zegt: Neemt deze beker en drinkt hieruit. Dat is ook wat ik u wil vragen. Niet zelf indopen, maar de beker aannemen en eruit drinken. De Eucharistie ontvangen is aannemen. Zoals je het Brood aanneemt, zo neem je ook de beker aan. Wilt u niet uit de beker drinken, dan kan ik de hostie indopen en op uw tong leggen. Maar zoals de paus verleden week woensdag nogmaals herhaalden, is het ook voldoende om alleen de hostie te ontvangen, zeker als u verkouden bent of grieperig.

Wij gaan de voetwassing herdenken, als een herinnering dat wij allemaal die verlossende dienst van Christus nodig hebben. Amen.

Voorbede

Onze hogepriester Jezus Christus is onze voorspreker bij de Vader, bidden wij dan vol vertrouwen.

Wij bidden voor alle gelovigen; dat zij Christus toelaten in hun leven, dat zij het toelaten dat Jezus zijn liefdeswerk in hun hart kan verrichten, dat ze zijn Aanwezigheid ervaren in de Eucharistie en Hem navolgen in het dagelijks leven. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze wereld, dat steeds meer mensen het offer van Christus mogen gaan zien als een gave van bevrijding, dat zij Hem navolgen in de dienst aan de naaste, dat zij vrede brengen door vergeving en verzoening. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochiegemeenschap, dat wij de Eucharistie meer en meer mogen beleven als de grootste gave die Christus ons naliet. Dat we ons blijven verdiepen in dit mysterie, dat wij in dat licht ook de gave van het priesterschap op waarde weten te schatten. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen, dat de christelijke mentaliteit van de dienst aan elkaar, de onderlinge liefde mag versterken en groot en klein aanzetten tot naastenliefde in de wijde omgeving. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top