Ga naar hoofdinhoud

Wij mensen hebben een grote valkuil: eigenmachtigheid en autonomie.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Augustinus, in de kerk van Sint Jozef (Wassenaar), Joannes de Doper (Katwijk) en de H. Willibrord (Oegstgeest), weekeinde van 28 en 29 april 2018, om 19.00, 09.30 en 11.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: B2018TMP05B

Lezingen

E.L: Handelingen der Apostelen 9, 26-31
Ps: 22 (21), 26b-27, 28 en 30, 31-32
T.L: 1 Johannes 3, 18-24
All: Johannes 15, 4 en 5b
EV: Johannes 15, 1-8

Homilie

Verleden week spraken we over roeping, de roeping die je als gelovige mens hebt in je huwelijk, in je werk en in de wereld en over de bijzondere roeping als priester, diaken of religieus.

Vandaag komt daarop de verdieping met de vraag hoe je roeping vruchtbaar kan zijn. De kern van het Evangelie van vandaag is dat onze vruchtbaarheid afhangt van onze verbondenheid met Christus. Heel deze mooie gelijkenis van de druiventakken en de wijnstok gaat daarover. Waarom zal Jezus daar nu zo uitgebreid over spreken. De Evangelist Johannes heeft dit opgetekend omdat wij mensen een grote valkuil hebben; eigenmachtigheid en autonomie.

Vroeger, bij ons thuis, toen ik klein was, klonk geregeld het woord: “Ik zelf doen”. Met zoveel broers en zussen boven me was er al snel iemand die het wel even voor me deed. Maar ik wilde het zelf doen en dat gold niet alleen voor mij, ik zie het bij klein en groot om me heen.

In het oude Bijbelverhaal over Adam en Eva, met de slang in de tuin, zie je hoe groot die bekoring is om zelf de greep te doen naar kennis, zelf te bepalen wat mag of niet mag, jezelf gelijk te maken aan God. Die eigenmachtigheid, die autonomie is aan de ene kant een natuurlijk talent, maar aan de andere kant ook een valkuil. De bekoring kan daar grip op ons krijgen. Onze hang naar autonomie is ons in de evolutie meegegeven, onafhankelijkheid en eigenmachtigheid maken deel uit van onze wil om te overleven. Maar daar kan ook egoïsme uit komen en geweld. Het zo zelf doen, zelf je paradijs met eigen handen creëren, onafhankelijk van wie dan ook; zo heeft God het niet bedoeld, zo heeft God de mens niet geschapen, zo zal het ook nooit wat worden.

Als de leerlingen Jezus na zijn hemelvaart niet meer zien, niet meer aan kunnen raken, niet meer direct kunnen horen en navolgen, zullen ze dan niet in die valkuil verstrikt raken en denken: “Nu moeten we het zelf doen. Nu moeten we het zonder Hem doen. Hij is terug naar de Vader; nu zijn wij aan de beurt”? Daarbij kan je denken aan Petrus die als Jezus over het lijden spreekt, reageert met: “Daar komt niets van in, zoiets mag U nooit overkomen.” Uit onszelf hebben we geen begrip voor het mysterie van lijden, dood en verijzen. Jezus zegt vandaag in het Evangelie: “Los van Mij kunt gij niets”. Letterlijk staat er: “Kunt gij niets doen”. Dat doen gaat niet over ons werken in de wereld, maar doen dat blijvende vrucht draagt. Het doen voor God, doen voor Gods Koninkrijk, doen dat vruchten van eeuwig leven geeft, die kunnen wij alleen voortbrengen als wij verbonden blijven aan Christus.

Als de Heer het huis niet bouwt, werken de bouwers vergeefs. Als de Heer de stad niet beschermt, waakt de wachter vergeefs (Psalm 127, 1). Zoekt eerst het Koninkrijk en zijn gerechtigheid: dan zal dat alles u erbij gegeven worden (Matteüs 6,33). Als gij in Mij blijft en mijn woorden in u blijven, vraagt dan wat gij wilt en gij zult het krijgen (Johannes 15,7).

Als Adam en Eva het paradijs worden uitgestuurd, krijgt Adam te horen dat hij hard zal moeten werken, maar dat de aarde distels en doornen zal voortbrengen (Genesis 3,18). Met andere woorden. De mens bouwt zijn stad in de wereld, maar die stad komt ook in oorlog en raakt ook in verval. De mens doet grote uitvindingen, maar schept ook massavernietigingswapens. De mens ontwikkelt nieuwe communicatiemiddelen, Google ontwikkelt geniale algoritmes, maar in plaats van een diepere verbinding tussen mensen, raken veel mensen juist nog meer geïsoleerd en opgesloten in zichzelf. De mens werkt hard, gebruikt zijn intelligentie, maar zijn arbeid brengt distels en doornen voort. Hoe komt het?

Het komt omdat Jezus ontbreekt; alles wat de wereld doet, kan uit zichzelf geen vruchten voortbrengen die blijven. Eeuwig leven komt van God. De wereld kan de eeuwigheid slechts imiteren, de echte eeuwigheid begint in ons innerlijk, die begint in Christus die ons tot de Vader brengt.

“Blijft in Mij dan blijf Ik in u. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf maar alleen als zij blijft aan de wijnstok, zo gij evenmin als gij niet blijft in Mij (Johannes 15,4).”

Daarvoor zijn we hier. Hier vieren we de Eucharistie, hier vieren we ook dat we samen tot het Lichaam van Christus behoren. Hier voedt Hij ons met zijn Woord en Sacrament. Hier komt Hij in ons midden en mogen we ons steeds meer bewust worden van zijn levende Aanwezigheid. Hier vieren we zijn Verbond, zodat we niet los raken van Hem, maar steeds inniger met Hem en met elkaar verbonden worden, zoals ranken aan de wijnstok. Hier herdenken wij zijn Offer en mogen we ons offer met dat van Hem verbinden. Ons offer is alles wat wij doen voor God en Gods Koninkrijk, voor de Kerk en voor onze naaste, ten dienste van de wereld en deze schepping; ons offer omvat al onze pogingen iets goeds te doen, inclusief onze mislukkingen; dat geven we in de offerande aan Hem, alles leggen we neer op het altaar. Daar wordt de verbondenheid geschonken als Hij onze offerande aanneemt en voegt in zijn eeuwige offergave, zijn zelfgave ten bate van de wereld. Hier op het altaar veranderen de tijdelijke vruchten van ons doen in vruchten die blijvend zijn.

“Als gij in Mij blijft en mijn woorden in u blijven, vraagt dan wat gij wilt en gij zult het krijgen. Hierdoor wordt mijn Vader verheerlijkt dat gij rijke vruchten draagt; zo zult gij mijn leerlingen zijn” (Johannes 15,7-8). Amen.

Voorbede

Verbonden met Christus mogen wij alles vragen wat past in Gods koninkrijk, daarom bidden wij.

Wij bidden voor de Kerk, om een diepe verbondenheid met Christus en met alle gelovigen, dat die verbondenheid ons leven met God en elkaar vruchtbaar maakt in geloof, hoop en liefde. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze samenleving, dat ook de wereld deel mag krijgen aan de verbondenheid met Christus; dat trots, eigenmachtigheid en een verkeerd begrepen autonomie mogen worden overwonnen door een verdiept inzicht in wat God ons aanbiedt in Christus. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie, om een nieuwe saamhorigheid, dat ieder mag groeien in de verbondenheid met Christus en zo ook meer verbonden wordt met de medeparochianen, zodat we steeds meer een Lichaam van Christus worden, Volk van God. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen, dat de natuurlijke verbondenheid in het gezin verder mag worden verdiept door de verbondenheid in Christus. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top