Ga naar hoofdinhoud

Vandaag horen Johannes de Doper zeggen: “Zie het Lam Gods.” Die woorden hebben een voorgeschiedenis. Daarover willen we vandaag nadenken. Die woorden zullen we ook opnieuw horen vooraf aan de Communie.

Eucharistieviering in de parochiefederatie RRM, in de kerken van de H.H. Laurentius en Elisabeth (kathedraal) en de H. Lambertus (Kralingen), weekeinde van 16 en 17 januari 2021, om 17.00, 19.00, 10.00 en 12.30 uur, door plebaan Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: B2021DHJ02B

Lezingen

E.L: 1 Samuel 3, 3b- 10. 19
Psalm: Ps. 40 (39), 2 en 4ab, 7-8a, 8b-9, 10
T.L: 1 Korinte 6, 13c-15a;17-20
All. Vers. 1 Samuel 3, 9; Joh. 6, 69b – zie: GvL: 259
EV: Johannes 1, 35-42

Homilie

Afgelopen zondag hebben we het feest van de Doop van de Heer gevierd. Toen lazen we uit het Evangelie volgens Marcus, want we zijn in het B-jaar. Maar het Evangelie volgens Marcus is een stuk korter dan de andere drie. Daarom lezen we deze zondag een stuk uit het Evangelie volgens Johannes.

Wat is de situatie? We zijn bij Betanië, aan de overkant van de Jordaan, waar Johannes aan het dopen was. Jezus is daarnaartoe gekomen. Hij heeft zich gevoegd in de rij van de zondaars. Hij die zonder zonden was, staat zij aan zij met de zondaars. Hij schaamt zich niet voor zondaar aangezien te worden. Maar als hij ondergaat in het water, hoeft hij geen zonden te belijden. Hij vernedert zich tegenover God en als hij oprijst gaat de hemel open. Het is een voorafbeelding van zijn lijden, zijn sterven en zijn verrijzen.

Lezen we nu een stukje uit het Evangelie volgens Johannes dat een dag eerder aan dit moment voorafgaat, dan begrijpen we beter wat er gebeurt als Johannes de Doper vandaag opnieuw zegt: “Zie het Lam van God”.

Johannes zag Jezus naar zich toekomen en zei: “Zie, het Lam van God, dat de zonden van de wereld wegneemt. Deze is het van wie ik zei: Achter mij komt een man die voor mij is, want Hij was eerder dan ik. Ook ik kende Hem niet, maar opdat Hij aan Israël geopenbaard zou worden, daarom kwam ik met water dopen.” “Ik heb de Geest als een duif uit de hemel zien neerdalen en Hij bleef op Hem rusten. Ook ik kende Hem niet, maar die mij gezonden had om met water te dopen, Hij had tot mij gesproken: Op wie gij de Geest zult zien neerdalen en blijven rusten, Hij is het die doopt met de heilige Geest. Ik heb het zelf gezien en ik heb getuigd: Deze is de Zoon van God” (Joh. 29-34).

Dus de dag ervoor heeft Johannes al een keer hardop gezegd: “Zie, het Lam van God, dat de zonden van de wereld wegneemt”. En nu, een dag later herhaalt hij die paar woorden: “Zie, het Lam van God”.

De dag ervoor heeft Johannes bij zijn leerlingen nieuwsgierigheid voor Jezus opgewekt met die zin: “Zie, het Lam van God, dat de zonden van de wereld wegneemt.” Voor ons mensen uit de 21e eeuw, uit het moderne Europa, zullen die woorden niet meteen veel zeggen. Maar in die tijd werd dagelijks in de tempel een lam geslacht. Gelovige Joden vierden jaarlijks het Pascha met het paaslam dat werd geslacht. Zo herdachten ze de uittocht uit Egypte; de grote bevrijding. Zij kenden meerdere offers en het offer voor de zonden was een heel belangrijks. Nu zegt Johannes: “Zie, het Lam van God, dat de zonden van de wereld wegneemt.” Maar hij wijst niet op een lam, maar op een mens.

De eerste keer dat Johannes dit zegt, zullen de leerlingen van Johannes met verbazing naar Jezus gekeken hebben. Maar meer gebeurde er nog niet. Nu zegt Johannes het de tweede keer: Heel kort: “Zie, het Lam van God”. Maar nu zijn er twee leerlingen die blijkbaar de hint van Johannes begrijpen en achter Jezus aangaan.

Wat gaat er in hun hoofd om? Hoe kan een mens een lam van God zijn? Hoe kan een mens de zonden van de wereld wegnemen? Wie is deze mens waarvan Johannes zegt: “Deze is het van wie ik zei: Achter mij komt een man die voor mij is, want Hij was eerder dan ik.” Wie is Hij; van wie Johannes zegt: “Ik heb de Geest als een duif uit de hemel zien neerdalen en Hij bleef op Hem rusten.”

Allerlei bekende verhalen komen bij elkaar. De uittocht uit Egypte, het zondoffer, het verhaal van Noach en de duif. Maar er gebeurt nog iets. Johannes de Doper ziet blijkbaar als een belangrijk doel om zijn leerlingen door te verwijzen naar Jezus. Hij had zonder enig voorbehoud en met grote stelligheid verklaard: “Ik ben de Messias niet” (Johannes 1, 20). Johannes is niet zelfzuchtig, hij heeft niets liever dan dat zijn leerlingen achter Jezus aangaan. En vandaag doen ze dat.

Dit is een beetje uitgebreid de voorgeschiedenis. Maar toch blijft het vreemd wat er dan gebeurt. Jezus draait zich om en als Hij ziet dat ze Hem volgen, zegt Hij: Wat zoeken jullie? Dat zoeken kan ook een dieper betekenis hebben: Wat verlangen jullie? Maar ze geven antwoord op het zoeken als ze zeggen: Heer waar houdt gij verblijf, dat is: waar woont u, waar hebt Gij uw tent opgeslagen? Dan antwoordt Jezus: “Gaat mee om het te zien.” Zo eenvoudig: “Ga mee”. Het volgen wordt nu met Jezus meegaan en bij hem blijven.

Het begon met de woorden: “Zie het Lam van God”. De leerlingen waren de dag ervoor al voorbereid. Nu besluiten ze Jezus te volgen. Dan volgt een kettingreactie. Als ze bij hem gebleven zijn die middag, is het eerste wat Andreas doet, zijn broer Simon roepen. En hij zegt: “Wij hebben de Messias gevonden”. Hij zegt niet: Wij hebben het Lam van God gevonden, of de Zoon van God, maar: “Wij hebben de Messias gevonden”. Blijkbaar zochten ze de Messias. Die middag dat ze bij Jezus zijn gebleven, zijn ze tot de conclusie gekomen dat het klopt wat Johannes gezegd had. Die middag heeft hun leven en ook de geschiedenis van de mensheid veranderd. Zij zijn de eerste die Jezus zijn gevolgd. Wij gaan in hun voetspoor. Willen ook wij ontdekken wie Jezus is, dan moeten we de woorden van Johannes in ons opnemen, achter Jezus aangaan en bij Hem blijven. Dan zullen we Hem werkelijk leren kennen en getuigen: Wij hebben de Messias gevonden. Amen.

Voorbede

Wij bidden tot God die ieder van ons roept om zijn Zoon na te volgen.

Wij bidden voor alle mensen die het woord van Johannes de Doper serieus nemen, dat zij de tijd nemen om bij Jezus te blijven, in de Eucharistie, in de aanbidding en in de dienst aan de naaste. Dat zij hem zo werkelijk leren kennen. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze samenleving, dat de maatregelen van de lockdown effectief mogen blijken, dat we niet opstandig en egoïstisch zijn, maar verstandig en zorgvuldig. De maatregelen in acht nemen. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen, dat we ook in de dienst aan de naasten Gods aanwezigheid mogen speuren, dat we zoals Samuel en zoals de leerlingen van Johannes Gods oproep verstaan en ingaan op zijn uitnodiging. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen; dat we tijd maken om werkelijk bij elkaar te blijven, dat we oog krijgen voor het mysterie van God met ons dat in Jezus werkelijkheid is geworden. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top