Ga naar hoofdinhoud

Vandaag zien we hoe Jezus de daad bij het Woord voegt. Direct uit de synagoge zet Hij zijn dienstwerk voort. Wij mogen bij Hem inspiratie en kracht opdoen om straks in de wereld gezonden te worden met woorden van liefde en daden van goedheid.

Eucharistieviering in de parochiefederatie RRM, in de kerken van de H.H. Laurentius en Elisabeth (kathedraal) en de H. Liduina (Hillegersberg), weekeinde van 6 en 7 febuari 2021, om 17.00, 09.30 en 11.00 uur, door plebaan Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: B2021DHJ05B

Lezingen

E.L: Job 7, 1-4. 6-7
Psalm: Ps. 147 (146), 1-2, 3-4, 5-6
T.L: 1 Korinte 9, 16-19 + 22-23
All. Vers. Johannes 6, 64b en 69b
EV: Marcus 1, 29-39

Homilie

We zijn in het B-jaar, we lezen uit het Evangelie volgens Marcus en de lezingen van de zondagen sluiten op elkaar aan. Op de derde zondag door het jaar was het de zondag van het Woord van God en hoorden we over de roeping van de apostelen. Verleden week zagen we Jezus in de synagoge van Kafarnaüm hoe zijn woord gezag heeft over de onreine geesten. Vandaag op de vijfde zondag door het jaar zijn we nog steeds in Kafarnaüm en gaat Jezus vanuit de synagoge naar het huis van Simon en Andreas.

Een paar dingen vallen op Het is niet het huis van Simon, maar van Simon en Andreas. We horen niets over een vrouw van Simon of een vrouw van Andreas, maar alleen over de schoonmoeder van Simon. Je zou willen dat de evangelist Marcus iets meer had geschreven over die situatie, maar ik heb wel eens gedacht: Stel dat de vrouw van Simon bij hun eerste kind was gestorven en de moeder van zijn vrouw was nu in huis bij Simon om voor hen te zorgen. Stel dat Andreas niet getrouwd was en met Simon in de visserij werkte. Dan had de Evangelist Marcus ook niet veel meer te vertellen dan dit.

Maar hoe het ook was, de schoonmoeder van Simon is ziek, ze heeft koorts, staat er. Kijken we nu naar de eerste lezing, dan vinden we bij Job een beschrijving hoe zij zich kan voelen. “Zo ken ik vruchteloze maanden en nachten lang van getob. ’s Avonds denk ik: wanneer wordt het morgen? en ‘s morgens: wanneer wordt het avond? En zolang het licht is ben ik ziek van onrust. Mijn dagen verschieten sneller dan een weversspoel, ze lopen af, de draad is ten einde. Het klinkt als een depressie, de vreugde is weg, de hoop is weg, de energie is op, geen kracht meer om op te staan. Waar is God; heeft God me in de steek gelaten?

Even daarvoor was Jezus nog in de synagoge. Daar sprak hij een woord van gezag en macht tot de onreine geest: Zwijg stil en ga uit hem weg. Maar hier is het anders. Hier zwijgt Jezus. Hij gaat eenvoudig naar haar toe, zegt niets, maar pakt haar bij de hand en doet haar opstaan. Hier zien we hoe het woord in de synagoge doorgaat in de daad in het gewone leven, thuis bij Simon en Andreas. Woord en daad horen bij elkaar.

Maar wat is de schoonmoeder van Petrus overkomen? Koorts, depressie? Ze is krachteloos en moedeloos. De hand van Jezus maakt het verschil. Ik moet dan denken aan een gebeurtenis die de Evangelist Matteüs ons doorgeeft, een moment on het leven van Petrus zelf. Als hij bij tegenwind en woelig water de stem van Jezus hoort: “Kom”, en als hij dan over het water naar Jezus toegaat maar begint te twijfelen en prompt wegzicht de donkere diepte in, grijpt Jezus zijn hand en doet hem weer opstaan.

Zo zien we vandaag hoe Jezus de schoonmoeder van Petrus bij de hand neemt en doet opstaan. Maar let op de volgorde. Ze wordt niet eerst vrij van koorts en staat daarna op. Het is andersom: “Hij ging naar haar toe, pakte ze bij de hand en deed haar opstaan; zij werd vrij van koorts (…). Deze vrouw geeft mee met de hand van Jezus. Ze laat zich door Hem in beweging brengen, ondanks de koorts, de moeheid en moedeloosheid; ze komt overeind. En als ze zo meedoet met Jezus, meebeweegt met de kracht van zijn hand, wijkt de koorts en herstelt ze volledig.

Dan staat er nog een woord achter: “En ze bediende hen”. Dat waarvoor ze in huis was bij Simon en Andreas, het werk waar ze van hield, maar dat haar niet meer lukte, kan ze weer oppakken. Jezus heeft zijn dienstwerk aan haar gedaan, nu kan zij haar dienstwerk weer voor hen doen.

We zien bij Jezus dat Woord en Daad bij elkaar horen. In beide is zijn gezag en kracht werkzaam. Toch is de cirkel hiermee niet rond. Woord en Daad zijn niet twee polen die samen het geheel zijn. Er is een derde, zoals God alleen als Drie-eenheid volledig is. “Vroeg, nog diep in de nacht, stond Hij op, ging naar buiten en begaf zich naar een eenzame plaats waar Hij bleef bidden.”

Woord, Daad en Gebed. Het gebed is de bron die aan zijn Woorden en daden de kracht geeft, de werkzaamheid, de vruchtbaarheid. Jezus trekt zich met regelmaat terug om in de stilte zijn verbondenheid met de vader te versterken. Om te luisteren naar de Geest, om te weten wat de bedoeling is, om koers te houden en niet af te dwalen van zijn zending.

Daar in Kafarnaüm is zijn werk heel vruchtbaar. We hoorden het: “Velen die aan allerhande ziekten leden genas Hij en Hij dreef tal van geesten uit.” Dat zou toch een teken kunnen zijn dat Hij daar moest blijven. Maar de Heilige Geest beslist anders. “(…) toen ze Hem gevonden hadden zeiden ze: “Iedereen zoekt U.” Hij antwoordde hun: “Laten we ergens anders heen gaan, naar de dorpen in de omtrek, opdat Ik ook daar kan prediken. Daartoe immers ben Ik uitgegaan.” Jezus blijft dicht bij zijn roeping en zending. Steeds keert Hij terug in gebed om te blijven doen waartoe Hij is gezonden.

Wij zijn hier in de kerk. Hier luisteren we naar Gods Woord en ontvangen we kracht door de Sacramenten als zijn uitgestoken Hand naar ons. Hier zendt Hij ons naar onze omgeving met woorden en daden van goedheid. Ik hoop dat u thuis ook momenten van stilte kunt vinden om met uw hart te luisteren naar God om steeds weer terug te keren naar uw roeping en uw zending. Dat hoeven geen grote dingen te zijn. Het kleine met veel liefde gedaan is groot in Gods ogen. Zo blijven wij op koers naar Gods Koninkrijk. Amen

Voorbede

Bidden wij tot God, onze Vader, om de kracht van zijn reddende hand in ons leven.

Wij bidden voor de Kerk, dat alle gelovigen in deze coronatijd het geloof, de hoop en de moed bewaren, dat we door Jezus de kracht van Gods hand blijven voelen die ons staande houdt. Dat we door een oprechte liefde voor de naasten woorden van wijsheid spreken en daden van goedheid verrichten. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze wereld, dat veel mensen deze coronatijd benutten en omkeren tot een gelukkige tegenslag, door tijd te maken voor stilte en bezinning. Dat God in hun harten mag spreken, zodat zij nieuwe wegen zien en nieuwe kansen benutten die een ommekeer in de wereld teweegbrengt. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen, dat we net als Jezus omzien naar onze zieken, naar eenzamen, naar mensen die lijden onder depressieve gevoelens, dat we corona-patiënten niet als melaatsen behandelen maar alten voelen dat we hen nabij blijven. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze gezinnen, op voorspraak van Sint Jozef, dat echtparen en kinderen los weten te komen van de negatieve houding die soms oplaait in de samenleving, dat zij ongemakken oppakken zoals Jezus ons dat leert, dat ze nieuwe wegen vinden die leiden tot saamhorigheid en vreugde. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top