Ga naar hoofdinhoud

Woorden van eeuwig leven zijn geen simpele of makkelijke woorden. Gods Woord is stevige kost waar je lang en goed op moet kauwen. Zo is het met Christus zelf ook. Hem navolgen is niet simpel maar op die weg schenkt God ons het eeuwige leven.

Eucharistieviering in de federatie RRM – H. Laurentius, in de kerken van de HH. Laurentius en Elisabeth (kathedraal), de H. Liduina (Hillegersberg), de H. Dominicus (Het Steiger) en de gemeenschap in Overschie, weekeinde van 21 en 22 augustus 2021, om 17.00, 19.00, 09.30 uur en 11.00 uur, door plebaan Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: B2021DHJ21B

Lezingen

E.L: Jozua 24, 1-2a. 15-17.18b
Psalm: Ps. 34 (33), 2-3, 16-17, 18-19, 20-21, 22-23
T.L: Efeziërs 5, 21-32
All. Vers. Johannes 14, 23
EV: Johannes 6, 60-69

Homilie

We hebben vandaag de laatste lezing uit het Evangelie van Johannes als tussenvoeging in het Marcus-jaar. De volgende zondag lezen we weer uit het Evangelie volgens Marcus. We hebben de broodrede gevolgd, de uitgebreide lezingen waarin Jezus zich het levend Brood noemt. Vijf zondagen lang uit Johannes het zesde hoofdstuk.

Vandaag hebben we een soort anti-climax. We hoorden het al in de eerste regel: “Deze taal stuit iemand tegen de borst. Wie is nog in staat naar Hem te luisteren?” Zo werd er gereageerd: “Wie is nog in staat naar Hem te luisteren?” En even later: “Tengevolge hiervan trokken velen van zijn leerlingen zich terug en verlieten zijn gezelschap”.

Waarom lopen ze weg; waarom verlaten ze Jezus? Wat stuit hen tegen de borst? Wat is er niet om aan te horen in die woorden van Jezus? Was het deze zin? “Daarom heb Ik u gezegd dat niemand tot Mij kan komen als het hem niet door de Vader gegeven is.”

Daarover sprak ik met u op de 19e zondag. Toe noemde Jezus dit ook al. Hij zei toen: “Niemand kan tot Mij komen als de Vader die Mij zond hem niet trekt; en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag”. Je kunt die tekst op meerdere manieren uitleggen, ik heb hem betrokken op een nieuwe visie op God, de visie van Jezus. Als een barmhartige God jou niet trekt, als een vergevende God jou niet trekt, als een God die oog heeft voor zondaars en armen en gebrekkigen, als die God jou niet trekt, dan zal je ook niet tot Jezus gaan, dan voel je je ook niet aangetrokken tot de Zoon van die Vader.

Vandaag herhaalt Jezus zijn uitspraak met iets andere woorden: “Daarom heb Ik u gezegd dat niemand tot Mij kan komen als het hem niet door de Vader gegeven is.” Die nieuwe houding, waarin je dit geloof als een gave ontvangt, is een houding van nederigheid en ontvankelijkheid. Dat is een andere houding dat wat zij zoeken. Zij zoeken kracht en macht, invloed en hun gelijk. Zij zijn gewend aan de Wet van Mozes waarin precies staat wat mag en niet mag, wat moet en niet moet. En als het er niet duidelijk staat, dan hebben ze hun uitleg paraat. Maar nu gaat het om een houding van ontvankelijkheid voor dat wat ze niet zwart op wit hebben. Geloof, iets dat je door de Vader gegeven wordt.

Maar om dat te ontvangen, moet je het ook vragen, moet je erom bidden. Maar waarom zou je erom bidden als het je niet aantrekt, als God, de barmhartige Vader je niet trekt.

Vandaag hebben we nog een lezing waarvan sommigen zeggen: “Deze taal stuit iemand tegen de borst. Wie is nog in staat naar Hem te luisteren?” Ik bedoel de tweede lezing. Daar schrijft Paulus: “Vrouwen, weest onderdanig aan uw man als aan de Heer. Want de man is het hoofd van de vrouw zoals Christus het hoofd is van de kerk”.

Ik heb al heel wat lectoren gehad die moeite hadden om dit voor te lezen. Het woord onderdanigheid stuit hen tegen de borst. We zijn tot gelijkwaardig. In Christus is er toch geen verschil meer. Dezelfde Paulus schrijft aan de Galaten: Er is geen Jood of heiden meer, er is geen slaaf of vrije, er is geen man en vrouw: allen tezamen zijt gij een persoon in Christus Jezus (Galaten 3, 28).

Het is net als in het Evangelie. Hoe luisteren zij, stuit het tegen de borst en lopen ze weg, of blijven ze luisteren, zoeken ze verder totdat ze het verstaan.

Veel toehoorders slaan de eerste zin van de tweede lezing zonder aandacht over. Daar staat: “Broeders en zusters. Weest elkander onderdanig uit ontzag voor Christus”. Weest elkander onderdanig. Dat is een ander woord voor: “Dient elkander”. Zoals Jezus Zelf zegt dat Hij niet gekomen is om gediend te worden maar om te dienen. Zoals we inmiddels beseffen dat alle dienst begint bij God die ons dienstbaar is doordat Hij ons in het bestaan heeft geroepen en doorlopend in het bestaan houdt. God dient de mens en het antwoord waardoor de mens tot God kan naderen is dat ook de mens bereid is te dienen.

Daar staat dus: “Broeders en zusters. Weest elkander onderdanig uit ontzag voor Christus”. In die zin is geen verschil tussen Jood of heiden, slaaf of vrije, man of vrouw. Als Paulus daarna uitlegt wat die onderdanigheid concreet betekent, legt hij uit dat de vrouw haar man moet zin in relatie tot Christus. En als hij aan de man uitlegt wat die onderdanigheid betekent, zegt hij: “Mannen, hebt uw vrouw lief zoals Christus de kerk heeft liefgehad: “Hij heeft zich voor haar overgeleverd om haar te heiligen, …” Het gaat er dus om hoe je leest.

In de eerste lezing stelt Jozua het volk voor de keuze of zij God willen dienen of voor andere goden kiezen. Het volk antwoordde: “Wij denken er niet aan de Heer te verlaten en andere goden te vereren”.

Jezus vraagt zijn leerlingen: “Willen ook jullie soms weggaan?” Simon Petrus antwoordde Hem: “Heer, naar wie zouden wij gaan? Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven en wij geloven en weten dat Gij de Heilige Gods zijt.”

Zo nodigt Jezus ook ons uit te geloven in de Vader, zoals we hem leren kennen door de Zoon, God ie ons oproept tot vergeving en barmhartigheid. Dat geloof mogen we uitspreken in onze geloofsbelijdenis. Amen.

Voorbede

Wij bidden tot God die ons voedt naar lichaam en ziel.

Wij bidden voor alle gelovigen, bijzonder voor alle gehuwden, dat zij in hun houding naar elkaar, Christus navolgen, dat dienstbare liefde, gesterkt door het geloof, de dragende kracht mag zijn van hun verbondenheid, dat zij zegen ontvangen voor zichzelf en hun kinderen. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze wereld, bijzonder die landen waar de gelijkwaardigheid van man en vrouw en hun eigen bijdrage aan de samenleving onder druk staat, wij vragen om wijsheid en kracht om op te komen voor de vrijheid van Gods kinderen. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor parochie en onze parochiekernen, dat we Jezus navolgen in dienende liefde, dat we Hem navolgen in vergeving en barmhartigheid, dat hardheid en vergelding geen vat op ons krijgt, dat waarheid en wijsheid, inzicht en liefde ons doen delen in zijn verrijzeniskracht. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen; dat we steeds weer mogen ontdekken dat Christus woorden spreekt van eeuwig leven, dat wij dit in geloof aan elkaar weten door te geven. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top