Ga naar hoofdinhoud

Elke zondag van deze veertigdagentijd komen we dichter bij Goede Vrijdag. Vandaag zien we hoe Jezus de handelaars uit de tempel drijft en zijn dood en verrijzenis voorzegt.

Eucharistieviering in de parochiefederatie RRM, in de kerken van de H.H. Laurentius en Elisabeth (kathedraal), de H. Liduina (Hillegersberg), weekeinde van 6 en 7 maart 2021, om 17.00, 19.00, 09.30, 11.00 en 14.00 uur, door plebaan Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: B2021QDR03B

Lezingen

E.L: Exodus 20, 1-17
Psalm: Ps. 19 (18), 8, 9, 10, 11
T.L: 1 Korinte 1, 22-25
Ev. Vers. Ps. 51 (50), 12a en 14a
Ev: Johannes 2,13-25

Homilie

Waarom beginnen de tien geboden met de geboden die op God betrekking hebben en daarna pas die van de mensen onderling. Waarom is er een dag in de week speciaal aan God gewijd? Waarom was er die tempel speciaal voor God? Met andere woorden, waarom komt God op de eerste plaats?

Wat heeft God voor voordeel aan die tempel? Wat stellen die paar stenen voor? God is Heer over het heelal, over het hele universum en van alles wat wij nog niet weten. Wat heeft God voor voordeel aan onze eredienst, als heel deze schepping staat te stralen tot Gods eer? Wat betekent die ene dag in de week voor God als Hij Heer is over tijd en eeuwigheid?

In Psalm 50 komen we die gedachte ook tegen. Dan zegt God tegen zijn volk:
Ik maak u over offers geen verwijt: uw offerdieren zie Ik aldoor branden. Ik wil geen stier meer hebben uit uw huizen en rammen uit uw schaapskooi vraag Ik niet. Want Mij behoren alle dieren in het woud, de duizenden die op mijn bergen zwerven. De vogels in de lucht, Ik ken ze allen, van Mij is al wat rondloopt op het veld. Ik zou het u niet zeggen als Ik honger had, Ik kan beschikken over al wat leeft op aarde. Zou Ik soms vlees van stieren eten of bloed van bokken nuttigen als drank? Brengt liever God het offer van uw lof volbrengt de Allerhoogste uw geloften. (Psalm 50, 9-14)

Het wonderlijke van ons geloof is dat wij ons dus bewust zijn dat God ons niet nodig heeft, dat onze lofprijzing zijn glorie en eer niet groter maakt. In feite is alles wat God ons aanreikt heilzaam voor ons en heeft God er zelf geen baat bij. Zo is het ook met de tien geboden. De eerste geboden hebben rechtstreeks met God te maken. Toch gaat het ook daarbij om ons. Hoe zit dat?

De mens is deel van de schepping, deel van de natuur, eindig, sterfelijk, beperkt, maar de mens is ook beeltenis van God, kroon op de schepping, met een vrije geest, met begrip, intelligentie en wijsheid. De mens kan met zijn verstand de mysteries van de natuur doorvorsen en de mens kan met zijn verstand God kennen. De mens is werkelijk hoogtepunt van de schepping.

In die kwaliteit schuilt een gevaar. Hoe hoger we staan, des te dieper kunnen we vallen. Hoe groter onze macht, des te groter ook de gruwelijkheden die de mensheid begaat. Als de mensheid niemand heeft aan wij zij verantwoording aflegt, als de mensheid zichzelf genoeg is, dan ontspoort zij keer op keer. Dat zien we in de geschiedenis.

Waarom zou God zich aan ons openbaren? God zal er niet beter van worden. God openbaart zich aan ons omdat wij God nodig hebben. De mens en heel de mensheid heeft God nodig om niet te vervallen in hoogmoed en eigenwaan om niet te vervallen in zinloos gedoe rond zichzelf. De mens heeft God nodig als correctie, als bron van heiligheid, bron van zuiverheid, bron van goedheid, bron van genade. Zonder God is de mens aan zichzelf overgeleverd en zijn mensen aan elkaar overgeleverd en in de geschiedenis, maar ook in het heden, zien we waar dat toe leidt.

Betekent dit dat Godsdienst automatisch een waarborg is voor vrede en gerechtigheid, voor harmonie en welzijn? Helaas niet. Wij zijn zo slim, of anders gezegd, de zonde is zo verderfelijk, dat ook godsdienst gemanipuleerd, misbruikt, vervormd en vervalst kan worden. De hoogste waarheid kan tot eigenbelang worden verdraaid.

Vandaag zien we Jezus in de tempel, die heilige plaats, dat huis van God, die plaats van gebed en eredienst, die plek van genade waar mensen God zoeken en verhoring van hun gebeden vragen. Maar wat treft Hij daar aan, in de voorhof van de heidenen staan de verkopers. Ze staan daar niet zomaar, de hogepriesters, de oudsten, de farizeeën en de Judeërs in het algemeen staan dat toe. Voor Jezus is het een teken van minachting voor de heidenen en minachting van God. Een houding die niets te maken heeft met eer aan God en de taak die iedere gelovige Jood heeft, het heil verbreiden naar de volken.

Het is goed te zien hoe beheerst Jezus hier werkt. Hij gaat niet tekeer als een bezetene. Hij gooit niet de geldtafels met geld en al om. Hij veegt eerst het geld bij elkaar van tafel en werpt daarna de tafel omver. Hij rukt niet de vogelkooitjes open, maar stuurt de vogelverkopers met hun vogels naar buiten. Maar Hij doet het wel stevig, met de touwen jaagt hij niet alleen de beesten naar buiten, maar ook de veehandelaren, al zullen die automatisch met het vee meegaan, om ze niet kwijt te raken.

Jezus is beheerst en weet precies wat Hij doet. Hij weet ook wat Hij zegt: “Breekt deze tempel af en in drie dagen zal Ik hem doen herrijzen.” Hij weet ook dat ze het niet zullen snappen maar letterlijk zullen opvatten. Hij weet ook dat zijn leerlingen het nog niet zullen verstaan, maar later zullen zij het zich herinneren en begrijpen. Waarom komt God op de eerste plaats? Omdat wij beseffen dat we kleine en zondige mensen zijn die God hard nodig hebben. Maar daar komt nog iets bij. Alles wat God doet, komt voort uit zijn mateloze liefde. Als zijn liefde ons hart raakt en geneest, ontspringt er in ons hart liefde voor God en de naaste. De geliefde komt altijd op de eerste plaats. Geloof en Godsdienst is een liefdesverbond tussen God en ons. God komt bij ons op de eerste plaats en wij zijn Gods oogappels, Gods geliefde kinderen. Amen

Voorbede

Bidden wij tot God, die ons wil heiligen tot zijn kinderen.

Wij bidden voor de Kerk om een waarachtige eredienst waarin liefde voor God en de naaste tot uitdrukking komt. Dat we deze veertigdagentijd benutten om te groeien in geloof, hoop en liefde. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze wereld, dat heel de mensheid mag inzien hoe we God nodig hebben en Hem van harte de eerste plaats geven, zodat Gods wil op aarde geschiedt tot heil van de mensheid en van heel de schepping. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen, dat we door ons geloof in staat mogen zijn de moeilijkheden van deze coronatijd om te buigen en te benutten tot iets goeds, dat we met Gods hulp terugkeren naar eenvoud van leven en zorg voor elkaar. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor ouders en kinderen, grootouders en kleinkinderen, dat we vindingrijk zijn met de problemen rond school en werk, dat we door de problemen van het heden niet vervallen in verwijten en korzeligheid, maar groeien in verdraagzaamheid en begrip. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top