Ga naar hoofdinhoud

Het is vandaag de zondag van de goddelijke barmhartigheid. Als Jezus aan zijn leerlingen verschijnt, geeft hij de opdracht mee tot vergeving. Thomas kan het allemaal niet geloven, maar ook aan hem toont Christus zijn barmhartige liefde.

Eucharistieviering in de parochiefederatie RRM, in de kerken van de H. Albertus Magnus (Blijdorp) de H. Laurentius en Elisabeth (Kathedraal) en de H. Lambertus (Kralingen), weekeinde van 10 en 11 april 2021, om 12.00, 17.00, 19.00, 10.00, 12.30 en 14.00 uur, door plebaan Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: B2021TMP02B

Lezingen

E.L: Handelingen der Apostelen 4, 32-35
Ps: 118 (117), 2-4, 16ac-18, 22-24
T.L: 1 Johannes 5, 1-6
All: Johannes 20, 29
EV: Johannes 20, 19-31

Homilie

Vandaag horen we een bijzondere uitspraak van Jezus: “Ontvangt de heilige Geest. Als gij iemand zonden vergeeft, dan zijn ze vergeven, en als gij ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven.” Aan de eerste helft van zijn uitspraak zijn we wel gewend: “Als gij iemand zonden vergeeft, dan zijn ze vergeven”. Die vergeving heeft vorm gekregen in het sacrament van verzoening. Dat is de sacramentele vergeving, herstel van Gods Verbond, zegel van Gods Barmhartigheid. Het is Goddelijke macht die toevertrouwd is aan de de bisschop en zijn priesters, want alleen God kan vergeven (Marcus 2, 7). Maar die tweede helft, wat betekent dat? “ … en als gij ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven.” Daar kom ik straks op terug.

Het begint met nog iets opmerkelijks. Jezus zegt: “Zoals de Vader Mij gezonden heeft zo zend Ik u.” Na deze woorden blies Hij over hen en zei: “Ontvangt de heilige Geest”. Pas daarna zegt Hij: “Als gij iemand zonden vergeeft, dan zijn ze vergeven, en als gij ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven.” U kent dat gebaar, dat blazen, ademen. De bisschop ademt over de Chrisma, de geurige olie die gebruikt wordt voor de zalving bij de doop, bij het Vormsel en de priesterwijding. Dat ademen door de bisschop wijst terug naar het scheppingsverhaal (Genesis 2, 7). God boetseert de mens uit klei van de aarde. Dan blaast God de mens zijn adem in en zo wordt hij een levende mens. In onze tijd zouden we zeggen, God heeft de mens die door de evolutie is gevormd, aan de dierenwereld onttrokken, door hem zijn adem in te blazen. De mens deelt vanaf dat moment in Gods leven en is beeld van God.

Maar waarom blaast Jezus dan over zijn leerlingen? Vergeven, alles vergeven, kan alleen God. Vergeving betekent dat de schuld weg is, kwijtgescholden. Dat kunnen mensen onder elkaar, zij kunnen elkaar vergeven, maar de schuld die wij tegenover God hebben kan alleen God vergeven (Marcus 2, 7). Omdat Jezus Gods Eniggeboren Zoon is, vergeeft Jezus ook die schuld. Jezus vergeeft niet alleen de onderlinge schuld, maar ook de schuld tegenover God. Het is die macht die Jezus aan zijn apostelen wil geven, maar voordat Hij dat doet, ademt Hij eerst over hen.

Net als bij de schepping van de mens, ademt Jezus nu, Hij blaast zijn adem over zijn leerlingen en zegt: ‘Ontvangt de heilige Geest’. De leerlingen worden hier herschapen. Zij worden vertegenwoordigers van Christus, toegerust met dezelfde macht om zonden te vergeven. Jezus wordt zo de eerstgeboren tussen nieuwe broeders. Dat wat al bij de doop gebeurt, mannen en vrouwen, herschapen tot kinderen van God, gebeurt hier speciaal bij de opdracht om zonden te vergeven, de opdracht die Hij aan zijn apostelen toevertrouwt.

Dat Jezus dit doet op de dag van zijn verrijzenis, laat zien hoe belangrijk die vergeving is. Toch gebeurt er nog meer: Jezus verschijnt, Hij gaat in hun midden staan en zegt: “Vrede zij u.” Na dit gezegd te hebben toont Hij hun zijn handen en zijn zijde. Jezus toont de wonden van zijn lijden, de wonden van de kruisiging, de wond in zijn zijde waar Water en Bloed uit stroomde.

Als wij die apostelen waren geweest, wat hadden we dan gedacht? Laat Jezus nu zien hoeveel Hij geleden heeft? Dat wij Hem in de steek hebben gelaten; Kijk eens wat ze Me hebben aangedaan en waar waren jullie? Nee, helemaal niet. Jezus toont hun zijn handen en zijn zijde voor twee dingen: Het eerste is dit: Hij laat zien, Ik ben het. Ik ben dezelfde die aan het kruis heeft gehangen. Ik ben het, jullie Heer, die vals veroordeeld werd en gedood. Ik ben dezelfde. Ik leef. Ik ben het Lam dat geslacht werd. Ik ben de lijdende dienstknecht waarover Jesaja deze woorden sprak: “Waarlijk, het waren onze ziekten die hij op zich nam, en onze smarten, die hij heeft gedragen; wij echter beschouwden hem als een geslagene, door God gekastijd en vernederd. Hij werd doorstoken om onze weerspannigheid” (Jesaja 53, 4-5a).

Dat was ook precies het probleem van Thomas: “ … wij echter beschouwden hem als een geslagene, door God gekastijd en vernederd”. Thomas zat nog vast in dit Joodse denken. Als dit jou overkomt, kan je niet Gods uitverkoren dienaar zijn. Thomas moest de reikwijdte van de woorden van Jesaja nog gaan begrijpen. Hij dacht: Als je goed gaat, heb je Gods zegen. Als jou kwaad overkomt, is dat Gods straf. Thomas was het geloof in Jezus kwijt. Zo erg dat hij ook het getuigenis van de tien andere apostelen niet kon aannemen.

Jezus laat dus zien dat Hij het is. Hij is dezelfde die aan het kruis is gestorven. God is trouw, God heeft Hem opgewekt uit de dood, Hij leeft. Maar, nu komt het tweede wat van belang is. Vergeving betekent dat je de schuld van de ander overneemt, op je neemt. De ander hoeft die schuld niet meer te betalen of te vergoeden. Jijzelf draagt de de last van de schuld. Dat is precies wat Jezus heeft gedaan. Hij toont hun zijn handen en zijn zijde. Hij heeft de last van de zonde, de schuld van Israël en van de hele wereld op zich genomen en gedragen tot het bittere einde. Maar daar zit een consequentie aan: Nu moeten zijn apostelen dezelfde weg opgaan. Daartoe ademt Hij de Heilige Geest, over en in hen, en geeft hun de macht te vergeven namens God. Tegelijk laat Hij hen weten dat dit een uiterst belangrijke opdracht is. Want geen enkele andere instantie op aarde heeft die macht ontvangen. Alleen zijn Apostelen, alleen zijn Kerk. Daarom zegt Jezus: “ … als gij́ ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven.” Het is beloken Pasen, de zondag van de Goddelijke Barmhartigheid. Dat vieren we hier in de Eucharistie en telkens als wij het Sacrament van verzoening ontvangen, Gods gave van Barmhartigheid. Amen.

Voorbede

God heeft zijn onmetelijke barmhartigheid getoond in het lijden, sterven en verrijzen van Christus, daarom kunnen wij vol vertrouwen bidden.

Wij bidden voor alle mensen die in Christus geloven, dat zij de vergevende liefde van God in hun hart toelaten, dat dit voor hen een bron mag worden van herstel en geestelijke groei, dat zij op hun beurt Gods barmhartigheid navolgen en hun naaste vergeven. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze wereld, dat wij van Thomas leren verder te kijken dan wat we met onze ogen kunnen zien, de durf om te luisteren naar betrouwbare getuigen, de houding om gerechtigheid te vervolmaken door barmhartigheid. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen, dat we spoedig goed uit deze coronaperiode komen om met Gods hulp te bouwen aan de geloofsgemeenschap, we bidden om Gods zegen en kracht dat we in staat zijn de gelovigen weer samen te brengen in onze kerken. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen, dat oprechte woorden zoals sorry en ik vergeef je, de onderlinge vergeving, de liefde en de barmhartigheid mag versterken, tot opbouw en genezing van onze gezinnen. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top