Ga naar hoofdinhoud

Vandaag horen Johannes de Doper zeggen: “Zie het Lam Gods.” Die woorden horen we opnieuw vlak voor de Communie.

Eucharistieviering in de parochiefederatie RRM, in de kerken van de H. Dominicus (Het Steiger) en de gemeenschap van Overschie, zondag 14 januari, om 09.30 en 11.00 uur, door plebaan Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: B2024DHJ02B

Lezingen

E.L: 1 Samuel 3, 3b- 10. 19
Psalm: Ps. 40 (39), 2 en 4ab, 7-8a, 8b-9, 10
T.L: 1 Korinte 6, 13c-15a;17-20
All. Vers. 1 Samuel 3, 9; Joh. 6, 69b – zie: GvL: 259
EV: Johannes 1, 35-42

Homilie

Wat zoeken wij bij Jezus? Wat zoeken we in de Kerk? Wat willen we met ons geloof? Wat verlangen we diep in ons hart? Het zijn vragen die we kunnen stellen als we net als de leerlingen achter Jezus aangaan. Want Jezus draait zich om en vraagt: “Wat verlangt gij?”

Verreweg de meesten van ons zijn als baby gedoopt. Als kind deden we onze Eerste Communie, en net voordat we gingen puberen, ontvingen we het heilig Vormsel. De kans bestaat dus dat we nooit dat moment hebben meegemaakt dat de leerlingen meemaakten; dat de vraag klonk: Wat zoek je bij Jezus, wat zoek je in de Kerk, welk verlangen beweegt jou deze kant op?

Het is een bekend verschijnsel in het cultuurkatholicisme. Als je in de cultuurkerk bent opgegroeid dan is de keuze ooit vóór jou gemaakt, waarschijnlijk door je ouders. Toch blijkt uit het feit dat wij nu hier samen zijn, dat ieder van ons toch ook een keuze heeft gemaakt. Want zoveel anderen, familieleden, kennissen, hebben de Kerk allang verlaten. Daarom is het goed om steeds na te denken over die vraag die Jezus toen aan die twee leerlingen stelde, want Hij stelt die vraag ook aan ons: “Wat verlangt gij?”

Het antwoord van de twee leerlingen is: “Rabbi, waar houdt Gij U op? (Waar is uw verblijf?)” Dan zegt Hij: “Gaat mee om het te zien.” Die middag bleven zij bij Hem. De evangelist Johannes die dit opschreef, was waarschijnlijk naast Andreas die tweede leerlingen en de jongste.

Maar wat maken zij mee als zij bij Jezus blijven? We weten het niet. Er wordt niets over gezegd. Er staat alleen dat ze die middag bij Hem bleven. Toch gebeurt er iets, er gebeurt zelfs veel, want meteen daarna gaat Andreas naar zijn broer Simon en zegt: “Wij hebben de Messias gevonden”.

Dat is nogal wat: “Wij hebben de Messias gevonden”. Wat is daar dan gebeurd? Wat hebben ze bij Jezus meegemaakt. Wat heeft zo’n indruk op hen gemaakt? Wat heeft Jezus hen verteld? Zagen ze Hem bidden? We lezen niets over wonderen, we lezen ook niet waar Jezus zich ophield. Had hij daar een tentje, leefde Hij buiten, onbeschut, net als Johannes de Doper? At Jezus ook sprinkhanen en wilde honing of juist niet? Was Hij bijzonder gastvrij en vriendelijk? Gaf Hij uitleg over Gods Koninkrijk? We weten het allemaal niet. Johannes zegt er niets over. Wat weten we dan wel?

Het Evangelie vandaag begon op de gewone manier met deze zin: “In die tijd stond Johannes daar … ”. Maar in het Evangelie staat: De volgende dag stond Johannes daar weer, nu met twee van zijn leerlingen. Er was een dag aan vooraf gegaan. Op die dag ervoor sprak Johannes de Doper ook over Jezus. Toen zei Hij veel méér: Hij zei: “Zie, het Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt. Deze is het van wie ik zei: Achter mij komt een man die voor mij is, want Hij was eerder dan ik. Ik kwam met water dopen opdat Hij aan Israël geopenbaard zou worden. Ik heb de Geest als een duif uit de hemel zien neerdalen en Hij bleef op Hem rusten. Ik heb het zelf gezien en ik heb getuigd: Deze is de Zoon van God.”

Johannes had dus al heel wat over Jezus gezegd: “Hij is het Lam Gods dat de zonden van de wereld wegneemt”. “Hij was eerder dan ik”. “Ik heb de Geest als een duif uit de hemel zien neerdalen en Hij bleef op Hem rusten”. “Deze is de Zoon van God”. Als die twee leerlingen de volgende dag bij Johannes zijn, zegt hij kortweg: “Zie het Lam Gods”. Al die woorden van de dag ervoor laat hij achterwege. Met dit korte woord duidt hij alles aan: “Zie het Lam Gods”.

Wat zochten die twee leerlingen? De woorden van Johannes de Doper van de dag ervoor klinken nog door. Het Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt. Degene die al bestond vóór Johannes de Doper. Hij op wie de duif uit de hemel neerdaalde en bleef rusten. De Zoon van God.

Toch blijft het een mysterie wat er die middag gebeurde toen die twee leerlingen bij Jezus bleven. Want meteen daarna zei Andreas tegen zijn broer Simon: “Wij hebben de Messias gevonden”

Daarom nu terug naar onszelf. Wij leven tweeduizend jaar later. Het Evangelie is de bron, dichterbij Jezus dan door de vier Evangeliën binnen de traditie van de Kerk, kom je niet. Alle geschriften die later zijn opgeschreven, staan verder weg van de bron. Ook in onze tijd verschijnen er steeds weer Jezus-boeken. Maar zodra zij iets anders beweren dan wat er in de Evangeliën staat, weet je al dat het verder weg is van de Bron en verder weg van de waarheid.

Toch zijn we er gevoelig voor en moeten we er steeds weer voor waken ons niet te laten meenemen door allerhande verhalen en theorieën.

Daarom die vraag aan onszelf: Wat zoeken wij bij Jezus, wat zoeken wij in de Kerk? Zoeken we God, zoeken we Gods Zoon, zoeken we de waarheid over God en over de mens? Zoeken we degene die na Johannes geboren is maar die eerder was dan hij? Zoeken we Hem op wie de Geest bleef rusten?

Als we Hem zoeken, dan zijn we hier op het juiste adres, dan belijden we dat zo meteen in ons geloof, dan vinden we Hem in de Eucharistie en dan volgen we Hem in het dagelijks leven. Zo ontdekken ook wij waar Hij verblijf houdt en kunnen ook wij getuigen: “Wij hebben de Messias gevonden”. Amen.

Voorbede

Wij bidden tot God die ieder van ons roept om zijn Zoon na te volgen.

Wij bidden voor alle mensen die het woord van Johannes de Doper serieus nemen, dat zij de tijd nemen om bij Jezus te blijven, in de Eucharistie, in de aanbidding en in de dienst aan de naaste. Dat zij Gods Zoon steeds beter leren kennen en navolgen. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze wereld, we bidden om vrede; dat politieke, militaire én religieuze leiders inzien dat haat zaaien alleen maar tot oorlog leidt. Dat er een nieuwe geest mag gaan waaien, een die vrede en verzoening nastreeft. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen, dat we in de liturgie en in onze dienst aan de naasten Gods aanwezigheid ontdekken, dat we net als Samuel en de leerlingen van Johannes, Gods oproep horen en ingaan op zijn uitnodiging. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen, alleenstaanden en echtparen, ouders en grootouders, kinderen en kleinkinderen; dat we tijd maken om werkelijk elkaar nabij te zijn, dat we oog krijgen voor het mysterie van God met ons dat in Jezus werkelijkheid is geworden. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties:

Back To Top