Ga naar hoofdinhoud

Vandaag zien we hoe Jezus een zieke de hand reikt en doet opstaan. In de Eucharistie reikt Hij ons de hand, opdat ook wij ons dienstwerk kunnen voortzetten.

Eucharistieviering in de parochiefederatie RRM, in de kerk van de HH. Laurentius en Elisabeth (kathedraal), zondag 4 februari 2024, om 11.00 uur, door plebaan Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: B2024DHJ05B

Lezingen

E.L: Job 7, 1-4. 6-7
Psalm: Ps. 147 (146), 1-2, 3-4, 5-6
T.L: 1 Korinte 9, 16-19 + 22-23
All. Vers. Johannes 6, 64b en 69b
EV: Marcus 1, 29-39

Homilie

Een genezing. We zien het vaak in het Evangelie: Jezus geneest een verlamde op zijn bed, Hij geneest een blinde, Hij doet een doofstomme horen en spreken, Hij bevrijdt mensen die door demonen worden gekweld en in het Evangelie van vandaag geneest Hij de schoonmoeder van Petrus, we hoorden het net: “Jezus ging naar haar toe, pakte ze bij de hand en deed haar opstaan; zij werd vrij van koorts en bediende hen”. Wat Jezus toen deed, wordt nu gedaan door medici, huisartsen, ziekenhuizen, chirurgen, therapeuten. Zij kunnen tegenwoordig veel, maar ook niet alles.

Soms vragen mensen zich af, doet God ook nu nog wonderen, verricht God ook nu nog genezingen? Soms kijken mensen dan naar Lourdes of andere bedevaartplaatsen; maar gewoon hier en nu, thuis of in de kerk?

Paus Leo de Grote schreef in de vijfde eeuw over Jezus en de Sacramenten de volgende zin: “Wat in onze Verlosser zichtbaar was, is overgegaan in zijn sacramenten” (Paus Leo de Grote, preek 74,4 (CCSL 138A, 457)). Dat is iets om over na te denken: “Wat in onze Verlosser zichtbaar was, is overgegaan in zijn sacramenten”. Dus in de Sacramenten zet Jezus zijn werk in deze tijd voort. Zo ook wordt de Kerk het Lichaam van Christus genoemd en zo geloven wij dat in de Sacramenten Jezus Zelf aan het werk is.

Jezus geneest de schoonmoeder van Petrus. Hij pakte haar bij de hand en deed haar opstaan; zij werd vrij van koorts … Dat werk van de genezing is in de Kerk voortgezet in het Sacrament van de ziekenzalving. We konden het afgelopen donderdag horen in het Evangelie. Daar lazen we over de leerlingen die door Jezus werden uitgezonden: “Zij vertrokken om te prediken dat men zich moest bekeren. Zij dreven veel duivels uit, zalfden veel zieken met olie en genazen hen” (Marcus 6, 12-13).

Na zijn verrijzenis, bij zijn hemelvaart, zendt Jezus zijn apostelen uit en zegt daarbij: “Deze tekenen zullen de gelovigen vergezellen: in mijn Naam zullen ze duivels uitdrijven, nieuwe talen spreken, slangen opnemen; zelfs als ze dodelijk vergif drinken zal het hun geen kwaad doen; en als ze aan zieken de handen opleggen, zullen deze genezen zijn” (Markus 16, 17-18).

Een derde tekst is de brief van Jacobus. Daarin lezen we: “Is iemand onder u ziek? Laat hij de presbyters van de gemeenschap roepen; zij moeten een gebed over hem uitspreken en hem met olie zalven in de naam des Heren. En het gelovige gebed zal de zieke redden en de Heer zal hem oprichten. En als hij zonden heeft begaan, zal het hem vergeven worden” (Jakobus 5, 14-15).

Jezus ging weldoende rond, Hij genas zieken en gaf zijn leerlingen de opdracht zieken de handen op te leggen en te zalven. Dit werk van Jezus gaat in de Kerk door in het Sacrament van de ziekenzalving. De presbyter, de priester, bidt over de zieke, legt de zieke de handen op en zalft de zieke. Zo eenvoudig, maar in dit mooie Sacrament is het Jezus die zijn werk doet.

De ziekenzalving is dan ook niet alleen voor het allerlaatste moment, wanneer we gaan sterven. De ziekenzalving is er voor alle zieken. Daarbij gaat het niet om een gewone griep of verkoudheid, maar wanneer het serieus wordt, mag iedere zieke een beroep doen op het Sacrament van de ziekenzalving.

Maar, zult u misschien denken. Over Jezus lezen we dat Hij zoveel zieken genas. Allen die bij hem kwamen. En niet alleen lichamelijke zieken, maar ook geestelijk zieken. Hoe komt het dan dat niet iedereen die de ziekenzalving ontvangt ook meteen geneest? Het is toch echt Jezus Zelf die in de Sacramenten zijn werk doet. Wat tijdens zijn aardse leven in onze Verlosser zichtbaar was, is overgegaan in zijn sacramenten.

Het is belangrijk dat we met geloof naderen tot dit Sacrament. Geloven dat Hij ons kan en wil genezen. Tegelijk is het gevaarlijk te denken dat als we niet genezen, we dan misschien te weinig geloven. Nee, het ziek zijn zelf is ook een mysterie. De H. Liduina van Schiedam was zeer gelovig, gelouterd door haar ziekte was ze gegroeid in geloof en wist zich te verenigen met het lijden van Christus. Zij werd lichamelijk niet genezen, zij werd wel een heilige.

Er zijn momenten in het leven van Jezus en de apostelen waarbij het de apostelen niet lukt om iemand te bevrijden en te genezen. Dat kwam niet zozeer door hun twijfel of klein geloof. Jezus zei daarover tegen hen: “Dit soort kan door niets anders uitgedreven worden dan door bidden en vasten” (Marcus 9, 29). Jezus maakt daarmee onderscheid tussen de ene kwaal en de andere. Sommigen vallen binnen de macht van zijn leerlingen, maar sommigen moeten afgesmeekt worden van God, dat is het bidden en het vasten.

Zo hebben in onze tijd de medici de taak op natuurlijke wijze alles te doen om ons te helpen genezen en wij hebben de taak daaraan mee te werken. Over de ziekenzalving zegt Jacobus: “Het gelovige gebed zal de zieke redden en de Heer zal hem oprichten. En als hij zonden heeft begaan, zal het hem vergeven worden”. De ziekenzalving gaat dus in de eerste plaats om de redding van onze ziel en dat de Heer zal ons oprichten.

Zo mogen we Hem vragen dat als Hij ons opricht dit ook de genezing van onze kwaal mag zijn. Toch gaat het in de eerste plaats om een geestelijk oprichten, waarbij wij het mysterie van het ziek zijn weten te verbinden met Christus die het lijden van de hele wereld heeft gedragen. In de ziekenzalving zet Jezus zijn diepste werk van genezing voort, Hij komt om ons te redden. Amen.

Voorbede

Brengen wij al onze vragen en gebeden bij God, die ons hoort en liefheeft.

Wij bidden voor alle Christenen, dat zij oor en oog hebben voor mensen in moeilijkheden en hen nabij zijn. Bidden we voor allen die lijden onder de harde klappen van het leven, dat wij hen de hand reiken en helpen opstaan. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze wereld, dat zij die het goed hebben anderen niet aan hun lot overlaten, dat zij die kracht hebben niet alleen voor zichzelf opkomen, dat zij die stand houden ook anderen helpen verder te gaan. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen, dat wij in de viering van de Eucharistie kracht opdoen om net als Jezus het goede in de praktijk te brengen in woord en daad. Bidden wij om kracht en moed, dat wij niet afwachten wat anderen gaan doen, maar zelf doen wat we kunnen. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen, alleenstaanden en echtparen, voor ouders en grootouders, kinderen en kleinkinderen; om een houding van actieve goedheid, waarbij liefde voor God en de naaste en dienstbaarheid in de samenleving op de eerste plaats staan. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties:

Back To Top