Skip to content

Profeten worden geroepen, weg van hun gewone werk. Ook wij worden geroepen en de wereld in gezonden.

Eucharistieviering in de parochiefederatie RRM, in de kerk van de H. Albertus Magnus (Blijdorp), Dominicus (Het Steiger) en de HH. Laurentius en Elisabeth (Kathedraal), weekeinde van 13 en 14 juli 2024, om 12.00, 09.30 en 11.00 uur, door plebaan Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: B2024DHJ15B

Lezingen

E.L: Amos 7, 12-15
Psalm: Ps. 85 (84), 9ab-10, 11-12, 13-14
T.L: Efeziërs 1, 3-14 of 3-10
All. Vers. Matteüs 11, 25
EV: Marcus 6, 7- 13

Homilie

Roeping, wat is roeping? Wie roept er en wie wordt er geroepen? Weet u wanneer God begon te roepen? Roepen is niet hetzelfde als spreken. In het scheppingsverhaal lezen we dat God sprak en alles ontstond, God sprak en het leven begon. God boetseerde de mens en blies hem zijn adem in. Tot dan toe spreekt God. Wanneer roept God? God begint pas te roepen als de mens zich verstopt, als Adam en Eva zich verbergen voor God. Ze schamen zich voor God, ze hebben gezondigd, ze hebben geluisterd naar de leugen, ze hebben God gewantrouwd en daardoor klinkt Gods stem plotseling als een donderwolk, ze voelen angst. De mens is vervreemd geraakt van God. Dan, als de mens zich verbergt, dan begint God te roepen.

Roeping, zou je kunnen zeggen, is het begin van herstel. Als de mens Gods roepstem hoort en als de mens dan antwoord geeft op Gods roep, dan wordt stapsgewijs de band met God hersteld. Niet dat meteen alle geleden schade weg is, er is vaak een nieuwe situatie die niet meer omgekeerd kan worden, maar de band met God wordt hersteld en ondanks het verleden gaat de mens weer beantwoorden aan het doel waarvoor de mens geschapen is.

Vandaag klinkt die roeping door in de lezingen. Om te beginnen bij Amos in de eerste lezing. Amos spreekt hier zelf over zijn roeping. Ik was veehoeder en vijgenkweker, ik was boer, ik werkte op het land. Maar de Heer heeft mij achter mijn beesten weggehaald en het is de Heer die mij gezegd heeft: “Trek als profeet naar mijn volk Israël”. Geroepen worden begint natuurlijk bij God die roept, maar het begint ook met luisteren. Dat woord is een kernwoord in de Bijbel: Luister Israël. Hoor Israël. Dat woord geldt ieder van ons.

God heeft Amos geroepen om als profeet tot Israël te spreken. Zijn woord vind weerklank bij gewone mensen. Maar de overheden, religieus en wereldlijk ergeren zich aan hem. Er waren profetengildes, groepen, scholen, vakverenigingen. Het hing er maar vanaf wat daar de bepalende visie was. Het waren veelal broodprofeten, mannen die hun boterham verdienden als profeet. Dat is Amos niet. Vergelijk hem met de apostel Paulus. Paulus werkte als tentenmaker en verdiende daarmee zijn eigen boterham, vaak genoeg zelf om onderdak te verlenen aan anderen. Onafhankelijk van welke overheid ook, onafhankelijk van mensen die met geld invloed willen uitoefenen.

Waar gaat het met onze kerk naar toe. Kunnen we, als we kleiner worden, in de toekomst nog wel een priester of diaken betalen, maar ook het kerkgebouw en andere lopende kosten? Moeten priesters en diakens in de toekomst part-time een baan hebben en zo zelf hun levensonderhoud verdienen? Wordt werken in de Kerk zo werkelijk Pro Deo, het Paulijnse model?

In het Evangelie zijn twee belangrijke momenten waarop Jezus zijn leerlingen de wereld in zendt. Dat is het Evangelie van vandaag en het Evangelie na Jezus verrijzenis. Vandaag lezen we: “Hij verbood hun iets anders mee te nemen voor onderweg dan alleen een stok: geen voedsel, geen reiszak, geen kopergeld in hun gordel”. Jezus zendt zijn leerlingen naar het Volk Israël. Een binnenkerkelijke zending, ja gaat als het ware rond in de familie van je eigen volk.

Vlak voor Jezus gevangenname, bij het Laatste Avondmaal, lezen we bij Lucas deze woorden van Jezus tot zijn leerlingen: “Hij sprak tot hen: ‘Toen Ik u uitzond zonder beurs, reiszak of schoeisel, hebt ge toen aan iets gebrek gehad?’ Ze antwoordden: ‘Aan niets.’ Hij hernam: ‘Maar nu moet wie een beurs heeft, die meenemen, en eveneens een reiszak: en wie die niet bezit, verkope zijn mantel en schaffe zich een zwaard aan …” (Lukas 22, 35-36).

De omstandigheden veranderen en daarmee ook de richtlijnen die Jezus meegeeft. De welwillendheid die de leerlingen hadden ondervonden tijdens de eerste zending is omgeslagen, hosanna wordt kruisig Hem, verkondiging leidt tot vervolging.

Na Jezus kruisdood en verrijzenis, als Hij is afgewezen door de overheden en is opgestaan uit de dood, zendt Jezus zijn leerlingen opnieuw uit. Nu niet meer alleen naar het volk Israël, Hij zendt ze de hele wereld in: “Daarop sprak Hij tot hen: “Gaat uit over de hele wereld en verkondigt het evangelie aan heel de schepping” (Marcus 16, 15)”.

Roeping en zending horen bij elkaar. Wie Gods stem hoort, ernaar luistert en beantwoordt, die ontvangt ook een zending. Die zending begint met ons Doopsel, ons Vormsel en onze deelname aan de Eucharistie. Het Ite Missa Est aan het einde van de Mis, betekent dat we als gezonden de wereld in moeten gaan.

Ik begon ermee dat als we beantwoorden aan onze roeping, God ons daarmee herstelt en wij als mens gaan beantwoorden aan de zin, het doel van ons leven. We krijgen een plek in Gods Koninkrijk, in zijn Plan, zijn werken in deze wereld. Daarmee komen we zelf tot een nieuwe vervulling, een nieuwe ontplooiing.

Paulus kan dan zeggen in de tweede lezing: “Gezegend is God, de Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons in de hemelen in Christus heeft gezegend met elke geestelijke zegen”. Gezonden worden, als vader en moeder, als weduwe of weduwnaar, als ongehuwde, in je beroep, als vrijwilliger in de Kerk, op school, in een verzorgingshuis of wijkvereniging; gezonden worden als Christen, volgeling van Jezus om het goede te bevorderen, om mensen op de been te helpen. Gezonden worden als gewijde bedienaar, priester, diaken of als religieus, zusters, broeders, als religieus in de wereld naast je beroep. Dat is altijd nieuw, het gaat ook door in onze tijd. Amen.

Voorbede

Wij bidden tot God die iedere mens tot leven roept.

Wij bidden voor alle gelovigen, dat zij naar het voorbeeld van de profeten en de apostelen, Gods roepstem horen, ieder op de eigen plek en met de eigen talenten, dat ieder Gods roep beantwoordt en meewerkt aan de komst van Gods Koningschap. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze wereld, dat overheden en machthebbers tot bezinning komen en luisteren naar de profetische stem van de Kerk. Bidden we om een einde aan oorlogsgeweld, een einde aan haatzaaien, een einde aan uitbuiting op welk terrein ook. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen, dat wijzelf als gelovigen delen in de vrijheid van Christus, dat wij kiezen voor God en Gods Koninkrijk. Vragen wij dat Gods Woord en de sacramenten ons wijsheid, kracht en moed geven om de weg van Christus te gaan. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen, voor alleenstaanden en echtparen, ouders en grootouders, kinderen en kleinkinderen; dat de vakantietijd die begonnen is allen mag helpen om te genieten van Gods mooie schepping, vragen we ook om bezinning, dat wij samen Gods schepping behoeden voor uitbuiting en vernieling. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top