Ga naar hoofdinhoud

Marta is er nog te zeer overtuigd dat als zij het niet doet dat het niet gebeurt, en eerst moet alles in orde zijn, daarna gaan we naar Jezus luisteren. Jezus keert het om. Begin altijd eerst bij God. Luister eerst naar zijn stem, diep in je hart, in de stilte van de ochtend, hier in de kerk, of ook thuis, begin bij Jezus. Hij zorgt dat daarna al het andere ook goed loopt.

Eucharistieviering te Delft/Bergschenhoek, weekeinde van 18 en 19 juli 1992, door kapelaan Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: C1992DHJ16C

Homilie

Als God je gast is; wat doe je dan?

Als je weet dat het God is, dan weet je wel wat je zult doen. Maar als je het niet weet …

Marta ontvangt Jezus. Wie is Jezus voor haar. En wie is Jezus voor haar zus Maria. Het beeld is zo vertrouwd dat velen van de moeders die hier zitten een warm plekje hebben voor Marta. Gasten moeten toch te drinken hebben, met iets lekkers erbij. Als ik het niet doe dan doet niemand het.

Het is in de kerk al niet anders. Actieve priesters en zusters, mannen en vrouwen die zich met alle energie inzetten voor de noden van de mensen. Daarnaast contemplatieven die de stilte zoeken van Christus’ aanwezigheid.

Maar even terug naar Marta en Maria. Is het u opgevallen dat Marta niet tegen Maria praat, maar tegen Jezus? Zij verwijt Jezus dat Hij Maria daar laat zitten. Blijkbaar is Maria niet te beroerd om een handje uit te steken, blijkbaar is zij een type dat normaal ook druk meeloopt, de handen uit de mouwen steekt en zorgt dat alles goed loopt. Daarom is Marta ook niet boos op haar zus, maar op Jezus. Het is de schuld van Jezus dat Maria daar maar blijft zitten. Heer laat het U onverschillig dat mijn zuster mij alleen laat bedienen.

Veel nijvere mannen en vrouwen kunnen dat antwoord van Jezus dan ook niet goed volgen. Zij kunnen zichzelf zo herkennen in de ijverige Marta dat ze er moeite mee hebben om dat antwoord van Jezus ook op zichzelf toe te passen.

Toch is het een antwoord dat voor ieder van ons betekenis heeft. Zoek eerst het Rijk Gods, en al het andere krijgt u erbij. Dat is het wat de stille Maria had begrepen. Het was niet alleen de normale gastvrijheid die zij beoefende, zij herkende Jezus als de gezondene van God.

Het is jammer dat wij niet horen wat Hij allemaal tegen Maria heeft verteld. Maar het zal waarschijnlijk hetzelfde zijn wat we in de rest van het Evangelie tegenkomen. Jezus is vol van het Rijk van zijn Vader, het Rijk dat dichtbij is, Hij is vol van zijn Vader, die zo goed is voor ons. Zo kan Hij blijven praten en Maria kan blijven luisteren.

Zoek eerst het Rijk Gods en al het andere komt er als vanzelf bij. Dat is het wat Marta maar zo moeilijk kan geloven. Toch als zij het broodteken had meegemaakt, dan had zij geweten dat God ook op zulke momenten in onze nood voorziet. Als zij bij de bruiloft te Kana was geweest had zij eveneens het teken van Gods overvloedige zorg kunnen ervaren. Nu is ze nog te zeer overtuigd dat als zij het niet doet dat het niet gebeurt, en eerst moet alles in orde zijn, daarna gaan we naar Jezus luisteren.

Jezus keert het om. Begin altijd eerst bij God. Luister eerst naar zijn stem, diep in je hart, in de stilte van de ochtend, hier in de kerk, of ook thuis, begin bij Jezus. Hij zorgt dat daarna al het andere ook goed loopt.

Maria heeft het begrepen. Zij begon met Christus, zij begon bij het beste deel, en dat wordt haar niet ontnomen.

Moet iedereen nu meteen het klooster ingaan, om het beste deel te kiezen. Waarschijnlijk is het beste deel niet voor iedereen hetzelfde, maar iedereen kan wel beginnen om in de ander, de naaste, de gast, de onbekende steeds Christus te zien. Want hoe weet je of het niet God zelf is die te gast komt, zoals Abraham. Jezus keert het zelfs om, Hij zegt dat Hij in iedere arme zelf aanwezig is.

Er zijn heiligen geweest die inderdaad iedere gast ontvingen alsof het Christus zelf was. In ieder arme, iedere bedelaar zagen zij Christus en zij dienden Hem door een eenvoudige maaltijd, een stuk brood, een glas water en een deken als het nodig was.

Als illustratie wil ik nog even dat bekende verhaal aanhalen van Martinus de bisschop van Tours, in het begin van de vierde eeuw, in de tijd dat hij nog soldaat was. Hij was nog niet gedoopt, maar hij was nog een catechumeen, een geloofsleerling.

Martinus komt In de stadspoort een arme tegen die verkleumd van de kou om hulp vraagt. Omstanders lopen voorbij en Martinus die alleen nog een zwaard en zijn mantel heeft (een mantel die voor de helft aan de keizer behoort) bedenkt zich niet, maar snijdt zijn mantel middendoor en geeft de helft (die van hemzelf is) aan de arme. Sommige omstanders grinniken om zijn halve mantel, want hij loopt zo toch wel een beetje voor gek, maar anderen lopen beschaamd verder omdat zij niets hadden gedaan voor de arme. De volgende avond verschijnt Christus hem in een droom, En het is Christus die de halve mantel draagt.

Dichter bij huis, in onze tijd zien we hoe moeder Teresa in Calcutta haar zusters aanspoort om ’s morgens eerst Christus te aanbidden in de Eucharistie, om daarna in de verdere dag Hem te aanbidden in de armen en stervenden die zij tegenkomen. En in een levensbeschrijving las ik hoe een jonge broeder een oude stervende vrouw met zo’n liefde verpleegde dat het een verliefde niet had misstaan.

Steeds beginnen met Christus en je steeds afvragen hoe je Hem het beste kunt dienen. Altijd beginnen als Maria, ook als je een Marta bent. Daarna in de drukte steeds Christus zoeken, in de naaste. Dan kunnen Maria en Marta samen wonen in een en dezelfde persoon. Eerst Jezus zoeken. Zoek eerst het Rijk Gods en al het andere wordt er bij gegeven. Amen.

Back To Top