Ga naar hoofdinhoud

Hoe genezend is het om je eigen handicaps te zien en je toch geaccepteerd te weten. Dan kun je op een gezonde manier ook van jezelf houden. Dan ga je voelen dat God van jou houdt. Dan kun je de ander beminnen op de manier van Jezus.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Bartholomeus te Poeldijk, zaterdag 16 mei 1998, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: C1998TMP06CJONGEREN

Lezingen

Evangelie: Joh. 14, 23-29

Homilie

De afgelopen dagen was ik op bezoek bij mijn nichtje, de tweede dochter van mijn tweede zus. Nu denkt u misschien, wat gaat ons dat aan? Ik zou het ook niet verteld hebben als dat bezoek niet iets te maken had met het thema van vanavond. Mijn nichtje leeft en werkt al bijna vier jaar in een Ark gemeenschap. Dat zegt u nog niets? Dan noem ik een paar namen: Père Thomas Philippe, Jean Vanier, Henry Nouwen. Nog geen bekende namen, of misschien die laatste, Henry Nouwen, omdat hij een Nederlander is, wel eens op de televisie is geweest, veel boeken geschreven heeft en onlangs is overleden. Als er nog weinig herkenning is geeft dat niets, ik zal het zo verduidelijken.

Het gaat vanavond over liefde, maar zoals de inleidende teksten al aangaven, willen we dieper doordenken. Denken over liefde die pijn kan doen, liefde als opdracht, om zelfs je vijanden te beminnen.

Op de voorkant van uw boekje staat een verliefd stel met een donkere bril en een blindenstok in de hand. Het is een cartoon op het thema: liefde maakt blind. Ouders kunnen wel eens verzuchten: ik weet niet wat je in die jongen of dat meisje ziet. Het kan zijn dat je in je verkering zo op wolken loopt en je allebei zo van je beste kant laat zien, dat de gebreken, karaktertrekken, eigenwijzigheden bijna niet zichtbaar zijn, behalve voor degenen die niet verliefd zijn, die kijken dwars door het oppervlak heen en denken er het hunne van.

Liefde maakt blind is dan het gezegde. Maar is dat waar? Is het niet eerder zo dat verliefdheid blind maakt. Want je kunt voor hetzelfde geld het standpunt verdedigen dat liefde, echte liefde, de ogen opent, liefde doet je kijken met nieuwe ogen, doet je de dingen op een nieuwe manier zien.

Nu kom ik terug bij de Ark-gemeenschap waar ik vanaf donderdagmiddag tot vanochtend ben geweest. Bij het woord Ark denk je al snel aan de Ark van Noach. Je zit allemaal in hetzelfde bootje, met gevogelte en schepsels van allerlei pluimage. Soms denk je zonder die of die zou mijn leven veel gemakkelijker zijn. Als ik meer tijd voor mezelf zou hebben, zou ik ook meer tot mijn recht komen. Die gedachte of dat gevoel is wijd verbreid, want dat heeft de maatschappij eeuwenlang met gehandicapte mensen gedaan, of het nu ging om een geestelijk of lichamelijk handicap, of het nu ging om de melaatsen in de tijd van Jezus of de gekken in de middeleeuwen. Eeuwenlang mochten zij er niet zijn, was er voor hen geen ruimte in ons midden.

In 1964 begon Jean Vanier, doctor in de filosofie, een nieuwe vorm van omgaan met gehandicapten. Wie de gehandicaptenzorg in die tijd, in Frankrijk maar ook vrijwel overal elders kent, weet van de grote huizen, vroeger al te vaak gekkenhuizen genoemd, waar alles op slot is en waarin mensen met allerlei handicaps door elkaar heen met teveel personen in een te kleine ruimte werden geplaatst. Jean wilde iets doen. Waarom? Omwille van de liefde.

Hij vertelt in zijn biografie over zichzelf dat hij van zijn ouders vertrouwen kreeg. Hij mocht zijn weg door het leven kiezen, ook toen hij weg wilde en bij de Marine ging, kreeg hij van hen de ruimte. En wat hij op een natuurlijke, menselijke manier van zijn ouders kreeg, ging hij later op een bovennatuurlijke manier van God ervaren. Wat is een mens als hij of zij niet bemind wordt, geen waarderende woorden krijgt, niet bevestigd wordt in zijn of haar goede eigenschappen en goede pogingen? Wat blijft er over van een mens die alleen gestraft wordt, die voortdurend op zijn zwakheden wordt aangesproken, die alleen gecorrigeerd wordt, te horen krijgt dat hij dit of dat toch niet kan, die geen geduld en begrip ontvangt die er niet mag zijn zoals hij of zij is?

Jean Vanier wilde iets voor de gehandicapten doen. Met dit woord van Jezus in gedachten: wat je voor de minsten van mijn broeders of zuster doet, dat doe je voor Mij, voor God. Jean Vanier voelde in zijn hart een liefde branden die verder ging dan de gewone liefde. Hij ervaarde Gods liefde in zijn hart, en hij begreep dat het zijn roeping was die liefde aan de gehandicapten te schenken.

Père Thomas Philippe was in die periode aalmoezenier in een huis voor gehandicapten en tevens geestelijk raadsman van Jean en hij bevestigde die roeping in hem. Dan besluit Jean een huis te kopen en met twee gehandicapten een leefgemeenschap te stichten. Hij kan niets doen voor die enorme wereld, voor die miljoenen gehandicapten op aarde, maar voor deze twee kan hij iets betekenen en dat is genoeg.

In zijn huis is niets op slot. Hij gaat met hen om als met gelijken. Zijn stelling is: wij zijn op een of ander manier allemaal gehandicapt. De een lichamelijk, de ander geestelijk. Bij sommige duidelijk zichtbaar, bij anderen bijna onzichtbaar. De een is gehandicapt in zijn gevoelens, kan moeilijk liefde geven of ontvangen, een ander is gehandicapt in zijn of haar verleden, teveel pijnpunten achter elkaar, waardoor mensen verbitterd zijn geraakt. Er is geen mens die geen genezing nodig heeft. En soms zijn er handicaps waarvan je weet dat ze blijven tot je dood toe.

We hebben het over liefde. Geen blijer mens dan een mens die echt bemind wordt. Als je verkering hebt en je bent niet echt blij van binnen, onderzoek dan of die relatie de diepte van je hart heeft geraakt. Of onderzoek of je beiden dicht genoeg bij God leeft, of jullie samen leven vanuit Gods liefde. Wat is de kracht van liefde ontvangen? Als iemand jou liefheeft betekent het dat jij het waard bent om bemind te worden. Hoe groots is dat wanneer iemand lichamelijk het aanzien niet meer waard is. Geen grotere bevestiging voor jou als mens dan liefde en waardering ontvangen als alle aantrekkelijkheid verdwenen is, in een misvormd lichaam met spastische bewegingen, met onsmakelijk gedrag bij het eten, met onverstaanbare klanken. Als je ook dan liefde ontvangt omdat er iemand bij je blijft, je hand vasthoudt ondanks die krampachtige bewegingen, en zo luistert dat hij of zij je begint te verstaan. Dan kom je tot bloei, dan wordt je gekend als mens, dan weet je dat je er mag zijn.

U begrijpt dat mijn verblijf in Frankrijk indruk op me heeft gemaakt. Hetzelfde zie ik bij de zusters van Moeder Teresa, als zij die liefde van God doorgeven aan zwervers, mannen en vrouwen die leven aan de rand van onze welvaartstaat.

Diezelfde liefde mogen wij keer op keer vormgeven. Hoe genezend is het om je eigen handicaps te zien en je toch geaccepteerd te weten. Dan kun je op een gezonde manier ook van jezelf houden. Dan ga je voelen dat God van jou houdt. Dan kun je de ander beminnen op de manier van Jezus, want echte liefde is goddelijk. Amen.

Back To Top