Ga naar hoofdinhoud

Verhaal voor kinderen over de heilige Geest.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Bartholomeus te Poeldijk, zaterdag 30 mei 1998, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: C1998TMPTPiCGEZIN

Lezingen

Evangelie: Joh. 14, 15-16 en 23b-26

Homilie

De kinderen in de klas hadden catechese, deze keer ging het over Pinksteren. De meester vertelde over de leerlingen van Jezus, over de apostelen, over de moeder van Jezus en nog andere vrouwen. Hij vertelde dit verhaal uit de Bijbel:

Het was op de ochtend van Pinksteren om een uur of acht. Ze waren bij elkaar gekomen om samen te bidden, niet alleen om stil te bidden, ieder voor zich, maar ook hardop, en niet alleen een Onze Vader, maar ook andere gebeden die in hun gedachten kwamen. Iemand bad: ‘Vader in de hemel, zend ons uw heilige Geest’. Een ander bad: ‘Heer Jezus, help ons net zo te leven als U’. Soms zongen ze liederen. Dan bad weer iemand anders: ‘Goede God, wij voelen ons zo alleen, stuur ons de Helper die Jezus ons heeft beloofd’. Zo bleven ze de hele ochtend bidden. Soms was het even stil, dan weer zongen ze samen of ze lazen een stuk uit de Bijbel.

Ze waren zo aandachtig aan het bidden, dat ze eerst niet hoorden dat het begon te waaien. Er waaide een wind rond het huis, het leek wel een storm en ineens waaide het ook in huis. Dat kon toch niet, de ramen en de deuren waren nog dicht. Ze wisten nog niet wat er was, maar ze voelden dat God hen kwam helpen. Ineens zagen op ieders hoofd iets vurigs, alsof er een vlammetje zweefde. Wat was dat? Petrus begon te spreken, en Andreas en Johannes begon ineens in een andere taal, en Jacobus ook. Ze zongen alleluia, en Groot is God, hosanna, Jezus is onze Heer en God heeft ons geholpen. Dat duurde zo even, totdat Petrus de ramen open deed en de balkondeuren en naar buiten ging.

Die dag hield Petrus zijn eerste preek, zomaar voor het huis en een hele groep mensen raakte enthousiast, en de andere apostelen begonnen ook te preken, de een hier, de ander daar, soms ineens in een andere taal. En ze zeiden: Jezus leeft, Hij is niet dood, God heeft een heel nieuw begin gemaakt met de wereld, als we allemaal doen wat God vraagt zal alles beter worden.

Vanaf die tijd was niemand meer bang. Nu wisten ze wat Jezus had bedoeld toen Hij zei, Ik zal jullie de heilige Geest sturen.

Even was het stil in de klas totdat Jeremy vroeg: meester, hoe kan het nu dat ze vuur op het hoofd hadden en dat hun haar niet in brand vloog. Esther vroeg: meester, wat is nu de heilige Geest? Een geest is toch net zoiets als zo’n ding in de film of in een spookhuis, iets griezeligs? En Sandy vroeg: meester, een geest kun je toch niet zien en wat je niet kunt zien is toch niet echt?

Tja, dat waren heel wat vragen. Zal ik eens met de laatste beginnen, zei de meester. Sandy, kan jij zien of de theepot heet is? Nee, maar ik kan het wel voelen zei Sandy. Kan jij zien dat er stroom door een draad gaat, ook niet hè, maar toch moet je heel voorzichtig zijn met een stopcontact, anders krijg je stroom. Er gaan ook allerlei radiosignalen door de lucht, als je de radio aanzet kun je het horen, maar je kunt ze niet zien. Er is dus veel wat je niet kunt zien dat toch echt bestaat.

Nu de tweede vraag. De heilige Geest is juist niet griezelig, de heilige Geest maakt je blij, hij zorgt dat je van papa en mama houdt en van je broertjes en zusjes en de leerlingen op school en van nog veel meer mensen. De heilige Geest helpt je ook om aardig te zijn tegen onaardige mensen. De dingen in de film lijken echt maar ze zijn het vaak niet. De dingen van het geloof lijken soms niet echt en ze zijn het juist wel. God kun je niet zien, en toch bestaat Hij.

En nu de eerste vraag. Jeremy, weet je nog dat je in de kring had verteld dat jij een keer met vuur speelde en dat het tafelkleed begon te branden. Je zei dat je daarna nooit meer met vuur had gespeeld. Vuur is gevaarlijk, daar moet je voorzichtig mee zijn. Maar er is ook een ander soort vuur, een vuur dat bij ons van binnen zit. Zo ken ik een jongen die heel snel boos wordt. Dat lijkt ook op vuur. Als je even een verkeerd woord tegen hem zegt, krijgt hij een rood hoofd en wil meteen gaan vechten.Mijn jongste dochter is juist heel verlegen. Als een onbekende iets tegen haar zegt, krijgt ze ook een vuurrood hoofd maar zij durft niets meer te antwoorden. Dat is dus ook een soort vuur waardoor de een zich opwindt en waardoor een ander juist niets meer durft te zeggen. Maar het is geen vuur waardoor het tafelkleed in de brand vliegt.

Jeremy knikte, hij begreep het.

Nu snappen jullie dat we vandaag in de kerk rode bloemen hebben, rode kaarsen en rode klederen rond het altaar en dat we zingen over vuur, want vandaag vieren we de heilige Geest. Hij is zo’n soort vuur. De heilige Geest maakt bange mensen dapper, Hij helpt ons te geloven wat Jezus heeft geleerd. Hij helpt ons naar de Kerk te gaan om samen te bidden en God te danken. Hij maakt je vurig van binnen. We zouden nog veel meer over de heilige Geest kunnen vertellen, maar dat bewaren wij voor een volgende keer. We gaan nu zingen over ons geloof, in God de Vader, God de Zoon en God de heilige Geest. Amen.

Back To Top