Ga naar hoofdinhoud

Van gewone visser – mensenvisser worden, is net zoiets als van gewone herder – mensenherder worden. Dat is wat Jezus doet, dat is zijn leerschool. Ieder van ons is uitgenodigd in die leerschool mee te doen. En soms word je heel speciaal uitgenodigd om dicht in Jezus’ nabijheid in zijn school te komen.

Eucharistieviering in de parochiekerk van de H. Bartholomeus te Poeldijk, weekeinde van 3 en 4 februari 2001, 19.00 en 10.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: C2001DHJ05C

Lezingen

E.L: Jes. 6, 1-2a. 3-8
EV.: Lc. 5, 1-11

Homilie

Wanneer zou u nu zeggen tegen Jezus: ‘Heer, ga weg van mij, want ik ben een zondig mens!’ Zoiets als: je moet niet bij mij blijven, want dat ben ik niet waard, of: je kunt beter ergens anders heen gaan, want met mij is niets te beginnen. Is dat nu een minderwaardigheidcomplex van Petrus, of heeft de plaatselijke rabbi hem aangepraat dat hij een zware zondaar is? Vanwaar die bijna hopeloos klinkende woorden: ‘Heer, ga weg van mij, want ik ben een zondig mens!’

Hebt u ooit een ervaring opgedaan dat je zo iets puurs, moois, zuivers, oprechts, zoiets verhevens meemaakte, dat je terstond dacht: ‘Daar kan ik niet aan tippen.’ Ouders kunnen dat hebben met de geboorte van een kind. Je kunt het ook hebben in de natuur, vanmorgen reed ik door een sneeuwwit Nederland, op weg naar een bruispaar net over de grens in Duitsland, Zwillbrock. Die schoonheid kan betoveren.

Vandaag zoiets met Petrus. ‘Heer, ga weg van mij, want ik ben een zondig mens!’

Hij staat totaal perplex. Waarom? Vanwege die vangst? Toeval toch!? Een bijzondere vangst, nou en! Dat gebeurt toch wel vaker dat je het ene moment weinig vangt en het andere moment ineens veel? Waarom staat Petrus zo verslagen?

Petrus is op school bij Jezus. Het is de leerschool van de Geest. Wat is die zonde van Petrus, waarom hij zegt: ‘Heer, ga weg van mij, want ik ben een zondig mens!’? Hij ervaart zijn zonde in het verschil met Jezus. Zijn werk heeft geen zegen, Jezus’ werk wel. Op het woord van Petrus hebben de medewerkers de hele nacht gevist en niets gevangen. Op Jezus’ Woord werpen ze de netten uit en het is teveel om binnen te halen. Petrus vist in de nacht, het gunstige moment. Jezus spreekt overdag, dat kan niets worden. Maar het is precies omgekeerd.

Petrus ervaart zijn zondigheid in het verschil met Jezus. Blijkbaar doet Jezus wat God bevalt en Petrus niet. Het is als met het offer van Abel, u weet wel, de zoon van Adam die door zijn broer Kaïn werd vermoord. Waarom vermoordde hij hem? Omdat het offer van Abel recht omhoog steeg naar de hemel en zijn offer niet, omdat God het offer van Abel aanvaardde, omdat het een God aangenaam offer was en dat van Kaïn niet.

Maar in plaats dat Petrus boos en jaloers wordt op Jezus, ervaart hij zijn eigen kleinheid, zwakheid, zondigheid, hij weet zich geen raad meer in Jezus’ nabijheid: ‘Heer, ga weg van mij, want ik ben een zondig mens!’

Het is vandaag een roepingsverhaal. Petrus in een hopeloos moment, die grote vent, nu zo klein. En dat is precies wat er nodig is om geroepen te worden. Petrus in de leerschool bij Jezus. Wat leert hij op dit ogenblik? Dat het in Gods koninkrijk precies omgekeerd is. Gaat het in de wereld om jouw kracht, jouw talent, jouw inzicht, jouw energie, jouw doorzettingsvermogen!? Draait het om jou, omdat jij het bent die dat kan; in Gods koninkrijk gaat het erom wat God doet door ons. Het is niet Jezus’ visserstalent, zijn kennis van het water en van de getijden, zijn kennersblik waar de vangst zit, Hij luistert naar de Vader, Hij doet wat de vader Hem zegt.

En dat is precies wat de leerlingen moeten leren; doen wat Jezus zegt, in Jezus’ stem, in zijn woord het Woord van de Vader herkennen. Ze hebben gezwoegd, niet geslapen, daarna nog een drukke dag met zoveel mensen die naar Jezus komen luisteren. En dan hier zomaar cadeau, twee boten afgeladen vol met vis, winst voor een hele week.

Is Jezus nu de perfecte visser, zou Hij de perfecte tuinder zijn, of architect, of makelaar, of leerkracht of wat dan ook. Nee, wat Hij doet is een teken stellen, zo brengt Hij het ook over op zijn leerlingen. Het is een les: ‘Wees niet bevreesd, voortaan zul je mensen vangen.’ Dat is Jezus’ antwoord op de opmerking van Petrus: ‘Heer, ga weg van mij, want ik ben een zondig mens!’ Jezus zegt: ‘Wees niet bevreesd, voortaan zul je mensen vangen.’

Het is een roepingsverhaal. Petrus moet eerst ervaren dat hij het echte werk niet uit zichzelf kan, hij moet het verschil gaan zien tussen hemzelf en Jezus, hij moet zijn eigen kleinheid, zondigheid, hoogmoed, eigenwijzigheid, twijfelachtigheid en dubbelzinnigheid onder ogen zien. Zien dat hij eigenlijk niet past in het gezelschap van Jezus; dan pas hoort hij de woorden: ‘Wees niet bevreesd, voortaan zul je mensen vangen.’

Van gewone visser – mensenvisser worden, is net zoiets als van gewone herder – mensenherder worden. Dat is wat Jezus doet, dat is zijn leerschool. Ieder van ons is uitgenodigd in die leerschool mee te doen. En soms word je heel speciaal uitgenodigd om dicht in Jezus’ nabijheid in zijn school te komen. Daar leert Petrus zichzelf kennen en de veel grotere liefde van Jezus. Jezus heeft het al voorzien, Hij heeft de kleine Petrus al gezien in die visser die zo groot doet en Hij heeft het moment afgewacht waarin Petrus de juiste houding vindt om mensenvisser te worden.

De leerschool van de geest is een school in het luisteren. Precies wat Petrus zei: Meester, op uw Woord zal ik de netten uitgooien’. Het beste dat een priester kan doen is veel innerlijk luisteren. Anders kan het gebeuren dat hij hele nachten zwoegt, zonder iets te vangen. Maar luistert hij en doet hij het op Gods Woord, dan gebeurt het dat de vangst alle verwachtingen overtreft.

Jezus roept ieder van ons in het algemeen en Hij roept speciaal. De algemene roeping is wat al die mensen daar meemaakten aan de oever van het meer, zij die kwamen om Gods Woord te horen. De speciale roeping is zo in Jezus’ nabijheid leven, studeren, werken, dat Hij zijn woord tot jou en door jou kan spreken. Dat geldt in het algemeen voor iedere gedoopte, maar heel speciaal voor hen tot wie Hij zegt: ‘Wees niet bevreesd, voortaan zul je mensen vangen.’

We mogen deze viering bidden voor roepingen voor het priesterschap, het diaconaat, het religieuze leven, het missionaire werk in de vreemde, het opbouwwerk in achterstandswijken, het dienstwerk in het pastoraat, maar ook het vrijwilligerswerk in de parochies, de ondersteuning aan zieken en bejaarden, zoveel manieren waarin je mensen samenbrengt in zijn levensnet, het net waarmee Hij ons binnenhaalt in zijn huis. Mogen er veel roepingen komen, ook weer uit onze parochie. Amen.

Back To Top