Maria is een subliem voorbeeld van iemand die doet wat ze zegt. Ze wijdt zich toe aan God en houdt dat vol tot en met het kruis van haar Zoon. Ze blijft bij de Kerk van het begin totdat ze naar de hemel gaat. Ze blijft zelfs nu bij de Kerk, want dat is haar roeping en zending van Godswege en die gaat door in eeuwigheid.
Preek in de parochiekerk van de H. Bartholomeus te Poeldijk, 1 januari 2001, 10.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.
Preek: C2001NIEUWJAAR1C
Lezingen
E.L: Num. 6, 22-27
T.L: Gal. 4, 4-7
EV.: Luc. 2, 16-21
Homilie
Wanneer je eigen moeder al is overleden, besef je des te beter wat het waard is wanneer je haar nog wel hebt. Deze dag, 1 januari, is een soort kerkelijke Moederdag. Maria, Moeder van God. Een tiental jaren geleden heeft de paus in de litanie van Loreto, Maria de titel gegeven: ‘Moeder van de Kerk’. Zij is de moeder van Jezus, en dus ook de moeder van de Kerk. Niet de oma, maar de moeder. Maar vandaag een oudere titel, ook moeder, maar nu moeder van God. Jaren geleden maakte ik al een keer een schertsende opmerking: ‘God vond het moederschap zoiets moois, dat Hijzelf een moeder wilde hebben.’ God wordt mens in zijn Zoon, in Jezus, en maakt daarmee Maria tot zijn moeder. Een vreemd gebeuren, want Maria is niet God, Maria is van de tijd, God bestaat van eeuwigheid. Maria is niet de oorsprong van God, en toch wordt zij moeder van God.
Ik wil u zo vroeg in het nieuwe jaar, dat voor velen waarschijnlijk met een korte nacht begon, niet al te moeilijk doen en geen ingewikkeld theologisch verhaal ophangen. Maar toch even kijken waarom Maria met deze titel op 1 januari staat. Zou het zo kunnen zijn dat de Kerk graag het jaar met Maria begint? Ik kan me daar alles bij voorstellen. Zoals de meesten van u, als u nog ouders hebt, stellig probeert om even langs te gaan. Zo beginnen we hier ook. We gaan even langs het Vaderhuis, waar ook Moeder is.
Hier hebben we de tijd om na te denken over het komende jaar. Hier kunnen we geestelijk tanken, elkaar bemoedigen, en Gods goedheid en liefde vieren. Het is Nieuwjaar en we willen eens kijken hoe we met Maria, moeder van alle levenden dit jaar in kunnen gaan.
U hoort ongetwijfeld af en toe de reclame van Sire op de radio. Goede voornemens, stoppen met roken, gelach, beter gedragen, nog meer gelach, een keer op bezoek bij oma, hard gelach. Zo van, je maakt voornemens om er daarna niets meer mee te doen. Daarom misschien die start van het jaar met Maria. We herkennen allemaal die menselijke zwakheid dat je niet doet wat je zou willen doen. Maria is een subliem voorbeeld van iemand die doet wat ze zegt. Ze wijdt zich toe aan God en houdt dat vol tot en met het kruis van haar Zoon. Ze blijft bij de Kerk van het begin totdat ze naar de hemel gaat. Ze blijft zelfs nu bij de Kerk, want dat is haar roeping en zending van Godswege en die gaat door in eeuwigheid.
Maria deed wat ze beloofde. Hoe kon ze dat? Want dat is natuurlijk onze vraag. Waarom lukt het haar wel en ons niet? Dan zit je in het mysterie van haar persoon. Maria heeft de genade vooraf gekregen, die wij pas gaandeweg het leven verwerven. Maar soms is dat ook zo bij ons, dat we Gods hulp ervaren waardoor dingen lichter en sneller gaan en we plotseling vooruit gaan op de weg van de goede voornemens. Sommigen krijgen zo’n genade ook al vroeg mee, in aanleg en in opvoeding. Dan is dat een extra genade die God ons geeft met het oog op onszelf en onze omgeving, bedoeld voor onze roeping en zending.
Ik weet niet wat voor voornemens u heeft gemaakt. Ik denk weleens, maak er niet teveel, dan raak je niet gedesillusioneerd. of maak er een hele rij, maar maak dan ook meteen een plan hoe je eraan wilt werken en hoe en wanneer je ze wilt realiseren. Maar bij dit alles, doe het op de manier van Maria. Hoe is dat? Begin bij God!
Het grootste in haar leven, begon bij het klein zijn. Zij wilde van God zijn, met hart en ziel. Of beter gezegd, zij was reeds van God met hart en ziel. Ofwel, ze zocht eerst Gods koninkrijk en al het andere kwam op de tweede plaats. Ze wilde dat ook in lijf en leden, in doen en laten zijn. Maria is zo’n schitterende vrouw. Ze is groot en klein tegelijk, ze is enerzijds bescheiden, ze zingt: ‘God heeft omgezien naar de kleinheid van zijn dienstmeisje.’ Maar tegelijk is ze zich haar bijzondere plaats bewust: ‘Van nu af zullen alle geslachten mij zalig prijzen.’ Maria is een doener en een mediterende, zij is Martha en Maria tegelijk. Wanneer zij hoort over haar tante Elisabet, aarzelt ze geen ogenblik, maar gaat meteen op weg om haar te helpen. Tegelijk horen we vandaag: ‘Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en overwoog ze bij zichzelf.’
Goede voornemens en goede plannen voor het nieuwe jaar. Wanneer we ze met Maria samen maken en haar vragen om hulp in het realiseren ervan, dan heeft het kans van slagen. Zo ook voor onze parochie. We willen kijken of er een nieuwe ronde van groothuisbezoek opgestart kan worden. Nu op een nieuwe manier, een ronde waarbij u te gast bent op de pastorie. Misschien moeten we dan meteen maar een Mariabeeld in de ruimte plaatsen, zodat u zich ook wat bij moeder thuis voelt.
We willen kijken of we de benedenverdieping van de pastorie kunnen aanpassen om het geheel meer tot een parochiehuis te maken. Dat betekent kijken wat nodig is, wat gewenst is, wat haalbaar is, wat uitbesteed moet worden en wat we zelf samen kunnen. We moeten kijken wat mogelijk is voor onze begraafplaats. Want wanneer we zo doorgaan is het binnen tien jaar vol. Als er genoeg aanmeldingen zijn, gaat deze maand de achtste Alpha-cursus van start. We zijn ook bezig met plannen voor over een jaar, om met jongeren naar de volgende wereldjongerendagen te gaan in Toronto.
En last but not least; deze maand begint ook weer de actie kerkbalans. Ik hoop dat we elkaar kunnen stimuleren om te geven wat mogelijk is. Van deze actie zijn veel van onze plannen afhankelijk. We willen de actie ook aan Maria toevertrouwen, als zijnde een goede raadgeefster met het oog op onze grote huishoudportemonnee.
Zijn er nog meer plannen? O zeker, in alle werkvelden kom je plannen tegen, bij de diaconie, in de liturgie, in de historie, bij de gemeenschapsopbouw, in de catechese. Voor al die plannen geldt hetzelfde als voor de goede voornemens. Niet teveel plannen, dan raak je niet gedesillusioneerd. Of maak er zoveel je kunt, maar schat dan goed in en plan zorgvuldig wat gerealiseerd kan worden.
Bij dit alles willen we Maria, die zo kleine en zo grote vrouw, als Moeder van God en Moeder van de Kerk erbij vragen. Dan zal wat bij ons klein begint, met Gods hulp uitgroeien tot iets waarvan God zegt: ‘dat is goed, dat is zeer goed,’ als op de zesde dag van de schepping. Amen.