Ga naar hoofdinhoud

We vieren vanavond bruiloft, maar we zijn meer dan zomaar gasten, meer dan toekijkers. Jezus kijkt ieder van ons aan, en zegt: Dit is mijn Lichaam, dat voor jou gegeven wordt. Dit is mijn Bloed. Dit is mijn Verbond met jou. Wil je het aannemen? Wil je het eten? Wil je er ja en amen op zeggen? Wil jij van Mij zijn? Ik ben van jou. Helemaal.

Eucharistieviering te Poeldijk, op 17 januari 2004, 19.00 uur en te Poeldijk en Monster 18 januari 2004, om 09.30 en 11.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: C2004DHJ02C

Lezingen

E.L.: Jes. 62, 1-5
Ev.L.: Joh. 2, 1-12

Homilie

Toch handig, zo’n Jezus in de buurt. Partyservice Kana. Dat is nog eens een bedrijf. Op alle noodsituaties voorbereid. Jezus in de buurt en je hoeft je geen zorgen meer te maken. Te weinig wijn, hop een paar kruiken water en ja hoor, lekker doorfeesten.

Vind u dit niet een beetje vreemd verhaal? Voelde Jezus zich misschien schuldig? Waren er toch wat meer leerlingen met Hem meegekomen? Hadden die leerlingen zich niet beheerst en waren flink doorgezakt, zodat nu de wijn op raakte? Is Jezus zelf zo’n fuifnummer? Ze noemden Hem niet voor niets vriend van tollenaars en zondaars!?

Handig zo’n Jezus, je loopt even naar Hem toe, zegt dat de wijn opraakt. Alleen nog een kwestie van kruiken vullen, een wondertje en daar gaat ie weer.

Handig zo’n Jezus, ik weet wel wie ik uitnodig als ik een feestje bouw.

Vind u het niet een vreemd wonder? Als wij het Evangelie hadden geschreven dan hadden we er vast een mooie morele of spirituele draai aan gegeven.

“In die tijd kwam Jezus op een bruiloft. Toen de wijn opraakte zei Jezus tot de genodigden: ‘Hebt wijn in uzelf en u zult leven. Drinkt het water uit de bron en wordt zelf een bron van levend water’. Daarop dronken de gasten het water dat werd geschonken en verheugden zich in Gods goedheid. Allen die tot de bruiloft waren gekomen, lesten hun dorst, want zij hadden de bron van levend water gevonden (evangelie volgens mij).”

Mooi toch? Maar zou het een teken zijn? Of hooguit een stuk groepsdynamica. De vriend van de bruidegom die na de bruiloft thuiskomt zal zeggen: ‘Dat water was wel goed, maar de wijn was toch beter’. En zijn vrouw zou zeggen: ‘Ja maar nu heb je geen hoofdpijn, anders wel’. En hij zou zeggen: ‘Maar de volgende keer – hoop ik op meer!’.

Waarom schrijft Johannes over dit wonderlijke wijnteken in Kana? Hij noemt het geen wonder. Het is een teken. Vergelijk het met het uitdelen van het brood; vijf broden en twee vissen; Jezus spreekt een dankgebed tot zijn hemelse Vader en zegt: ‘Deel maar uit’. Daarvan zou je hetzelfde kunnen zeggen: ‘Dat is handig. Helaas gaan alle bakkers failliet, maar zorg dat Jezus in de buurt is en je hebt geen honger meer. Brood genoeg’. Het zou alleen maar gemakzucht bewerken, luiheid: ‘Ik neem geen brood meer mee. Jezus is er toch. Hij hoeft maar een gebedje te zeggen en er is voor vijfduizend man brood genoeg’.

Twee tekenen. Johannes weet wat hij in zijn Evangelie schrijft. Het zijn twee tekenen die naar hetzelfde wijzen, een wijnteken en een brood-teken. En wat we hier vanavond vieren verwijst ook naar hetzelfde. Straks neem ik hier brood in mijn handen en spreek ik het dankgebed; net als Jezus. Dan neem ik de beker en spreek net als Jezus bij het Laatste Avondmaal: Dit is mijn Lichaam. Dit is mijn Bloed.

Graan wordt brood, brood wordt Lichaam. Water wordt wijn, wijn wordt bloed. Niet zomaar. Die tekenen, zijn geen goedkope goocheltrucs, geen gemakkelijke wondertjes. Jezus is geen tovenaar, geen gids naar luilekkerland. Het kost Hem ‘alles’. Als je wilt zien wat dat broodteken Hem kost, kijk dan naar zijn lichaam op het kruis en zie Hem daar, doodgemarteld, weggegeven, afgewezen en weggegooid, Hij, hét teken van verzoening en vergeving. Wil je weten wat dat wijnteken Hem kost, kijk dan naar die wonde in zijn zijde. Daar stroomde water en bloed uit. Hij is leeggebloed, als een lam dat wordt geslacht en geofferd. Een onschuldig lam dat de schuld draagt van anderen.

Die bruiloft van Kana is een vreemde bruiloft, want je hoort niets over bruidegom en bruid. En als de bruidsstoet aan het einde vertrekt, gaat daar Jezus, en zijn moeder, zijn broeders en zijn leerlingen.

Toe u hierheen kwam, vanavond/vanmorgen, naar deze viering? Dacht u toen dat u naar een bruiloftsfeest kwam. Misschien had u dan toch nog snel iets anders aangetrokken. Dan denk je ook na over een cadeautje. Je maakt heel de avond vrij, want je wilt blijven. Je bent een vriend of vriendin van bruidegom en bruid. Je komt in een vriendenkring. Dacht u erbij na, dat u vanavond naar een bruiloftsfeest in de kerk zou gaan?

Straks zeg ik ook déze woorden nog, vlak voor de Communie: ‘Zalig zij die genodigd zijn aan het bruiloftsmaal van het Lam’. Als je daarover nadenkt, ga je meer en meer vermoeden wat hier feitelijk gebeurt tijdens de Mis.

Jezus geeft een teken af op die bruiloft. Want Hijzelf is de ware Bruidegom, zoals Hij de goede Herder is, zoals Hij de weg is, de Waarheid en het Leven, zoals Hij de Deur is van de schaapstal. Hij is de ware Bruidegom in het huwelijk tussen hemel en aarde. En de bruid is degene die ja zegt op de Bruidegom. In dit verhaal is dat zijn Moeder.

Dit is de beker van het Nieuwe Altijddurende Verbond. Dit is mijn Bloed. Een huwelijksverbond. God wil zo verbonden zijn met ons als een man met zijn vrouw. – Willen wij zo met God verbonden zijn als een vrouw met haar man?

God bemint ons zo, dat de bruidegom zijn leven geeft voor zijn bruid. – Houden wij zoveel van God dat wij ons leven geven voor de Bruidegom?

God blijft ons ten einde toe trouw, zelfs door de dood heen? – Blijven wij God trouw, tot in de dood?

We vieren vanavond bruiloft, maar we zijn meer dan zomaar gasten, meer dan toekijkers. Jezus kijkt ieder van ons aan, en zegt: Dit is mijn Lichaam, dat voor jou gegeven wordt. Dit is mijn Bloed. Dit is mijn Verbond met jou. Wil je het aannemen? Wil je het eten? Wil je er ja en amen op zeggen? Wil jij van Mij zijn? Ik ben van jou. Helemaal.

En dan gebeurt het, we zagen ze op de voorkant: dankbaarheid, tolerantie, humor, liefde, vreugde, fantasie; positieve krachten die opbouwen. Wie verbonden leeft met Jezus, ontdekt dat het nooit ophoudt; dat je meer kunt dan je zelf dacht, dat niets moet, maar dat je alles doet. Dat niemand je dwingt, maar dat je zelf gaat. Wie verbonden is met Jezus, gaat ontdekken dat zijn krachten in jou beginnen te werken. Niet om trucjes te doen, maar om jezelf te geven, helemaal, met huid en haar, met lichaam en bloed. Die geeft zich totaal, zoals bruidegom en bruid. Zo komt er nieuw leven voor Kerk en wereld. Amen.

Back To Top