Ga naar hoofdinhoud

Op deze vierde zondag van de Advent zijn we getuigen van een kleine ontmoeting. Tegelijk worden we uitgenodigd met deze twee vrouwen verder te zien naar de grootheid van dit mysterie. De voorloper herkent zijn Heer, hij danst voor Hem uit, de heilige Geest is reeds werkzaam in de moederschoot, waar God de levensdraden vlecht. In dat kleine bouwt God aan zijn nieuwe schepping, zijn koninkrijk. Zo bouwt Hij ook met ons.

Eucharistieviering 23 december 2006, om 19.00 uur in de parochiekerken van de H. Willibrordus, te Wassenaar, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: C2007ADV04C

Lezingen

E.L.: Micha 5, 1-4a
T.L.: Hebr. 10, 5-10
EV.: Luc. 1, 39-45

Homilie

‘Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd.’ Dit is waarschijnlijk een van de vele gezegdes die zijn oorsprong vindt in de Bijbel. Jezus zegt in een van zijn gelijkenissen bij Matteüs (25, 21): ‘Over weinig was je trouw, over veel zal ik je stellen.’ En bij Lucas zegt Hij in een andere vergelijking (16, 10): ‘Wie betrouwbaar is in het kleinste, is ook betrouwbaar in het grote; en wie onrechtvaardig is in het kleinste, is ook onrechtvaardig in het grote.’

U ken natuurlijk de voorbeelden wel, schieten met een pijl en boog op grote afstand, een millimeter afwijking bij het richten en de pijl gaat ver naast de roos. Bij voetbal hetzelfde, een zandhoopje, een kleine onnauwkeurigheid en je mist het doel. En we weten het, dat gaat ook op voor de opvoeding, met dit verschil dat je tussendoor nog hoopt bij te sturen als het de verkeerde kant op gaat.

Is een kind oneerlijk met knikkeren, of met wel spelletje ook, dan maakt moeder zich zorgen. Ook al zegt de buurvrouw: ‘ach meid, het is maar een kind’. Moeder beseft: jong geleerd, is oud gedaan. Een verkeerde gewoonte, een menselijke zwakheid, een ondeugd, een negatieve karaktertrek, gemenigheid of oneerlijkheid. Je moet er vroeg bij zijn, en dan nog moet je er kundig en vindingrijk mee omgaan om het bij te kunnen sturen.

Vandaag horen we ook over klein en groot. De profeet Micha zegt in de eerste lezing: ‘Gij Betlehem, Efrata, het kleinste onder Juda’s geslachten, uit u zal geboren worden Hij die over Israël moet heersen’.

Kleine dingen zijn belangrijk, want heel de schepping, heel ons bestaan is opgebouwd uit kleine dingen. Als God slordig was geweest met atomen en moleculen, met genen en cellen. Als God slordig was geweest met de zwakke wisselwerking, met de kleine krachten. Als God slordig was geweest aan het begin van de ontwikkeling van het leven, waar de basisvormen hun bestaan hebben gekregen en de veelheid in soorten werd aangelegd. Als God slordig was geweest in het kleine ….!?

Ook Gods Koninkrijk wordt opgebouwd uit kleine dingen. Vanmorgen bracht een van de sporters een paar thermoskannen met Chocomel en twee kerstbroden mee. Zomaar een klein gebaar. We ontvangen kerstkaarten, soms van mensen waar ik de naam nog niet van ken. Kleine wensen uit een oprecht hart. Woorden van dankbaarheid die je goed doen. God bouwt zijn koninkrijk met kleine mensen en kleine daden. We kennen allemaal voorbeelden. Het gaat steeds om kleine daden, maar uit een groot hart. Kleine daden uit een grote liefde.

Alleen de grootsten kunnen echt klein zijn. Dat zien we aan God Zelf. Alleen God bestaat het om in de stof af te dalen vanuit zijn onpeilbare grootheid en afstand, vanuit zijn onschouwbaar Licht, vanuit zijn ondoorgrondelijke wijsheid. Alleen God kan zo de afstand overbruggen, omdat Hij zich klein maakt, omdat kleinheid voor Hem blijkbaar geen schande is. Klein zijn is ons probleem.

Daarom wordt Jezus ook geboren uit een vrouw die in alles klein kan zijn met een mateloos grote liefde. ‘Zie het dienstmeisje, het hulpje, de dienstmaagd van de Heer, mij geschiede naar uw Woord’. Dat is: ‘Uw wil geschiede.’ Deze bede, die Jezus ons later leert in het ‘Onze Vader’, heeft Hij in het leven van zijn moeder al ervaren. In de Hebreeënbrief worden we daaraan herinnerd, zoals de tweede lezing ons voorhoudt.

Vandaag zijn we getuigen van een ontmoeting, zomaar, een kleine ontmoeting van twee vrouwen, beiden zwanger, de een al wat ouder, de ander nog jong, maar ze zijn één in hetzelfde, ze zijn vol bewondering voor God die grote dingen doet aan kleine mensen.

Elisabeth begroet haar nichtje, en zij drukt meteen uit waar het om gaat. Die jonge vrouw, die haar komt helpen, dat meisje, zo gaaf, zo echt en zo oprecht, zij is de moeder van de Heer. ‘Waaraan heb ik het te danken, dat de moeder van mijn Heer naar mij toekomt’.

En hoe weet Elisabet dat? Het gaat om kleine dingen. Wie aan de kleine dingen geen geloof hecht, die blijft blind voor de komst van Gods Koninkrijk. ‘Zie, zodra de klank van jouw groet mijn oor bereikte, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot’. Gewoon iets dat iedere moeder meemaakt: de baby beweegt. In deze tijd zou de aanstaande moeder zeggen, ‘nou dat wordt vast een voetballer’. Maar deze vrome moeder herkent iets anders. Het kind trappelt op het horen van de stem van Maria. Inderdaad, Maria is vol van Gods aanwezigheid die groeit onder haar hart. God vertrouwt zich in kwetsbaarheid aan ons toe.

De kleine Maria is groot, waarom? Omdat ze als eerste ‘de kleinheid van God’ heeft moeten accepteren, helemaal, in de uiterste consequentie. Zij heeft als eerste zich moeten toevertrouwen aan God die zich klein maakt. Zou zij niet graag een sterke God hebben, een stoere God, een krachtpatser, de God van het Eerste-, van het Oude Verbond?

Is Maria niet opgegroeid met de verhalen van de schepping, of de plagen over Egypte, de sterke staaltjes bij de zee die uiteen week, de tocht door de woestijn, de stenen tafelen, met donder en bliksem? Is Maria niet opgegroeid met de Psalmen, waarin we Gods grootheid bezingen en dat Hij met sterke arm de machtigen en rijken de baas is? Bezingt zij dat niet zelf in haar lofzang?

Toch heeft zij zich als eerste moeten toevertrouwen aan dit besef, aan deze openbaring: God treedt binnen in zijn eigen schepping, of anders gezegd, de schepping wordt voltooid en hersteld, omdat de mens naar ziel en lichaam beeld wordt van God. De eenheid tussen God en mens wordt hersteld, het Nieuwe Verbond.

Elizabet spreekt haar zaligspreking uit, omdat Maria de moeder is geworden van alle gelovigen, van allen die leven vanuit het geloof: ‘Zalig, gij die geloofd hebt dat tot vervulling zal komen wat haar vanwege de Heer gezegd is!’

Op deze vierde zondag van de Advent zijn we getuigen van een kleine ontmoeting. Tegelijk worden we uitgenodigd met deze twee vrouwen verder te zien naar de grootheid van dit mysterie. De voorloper herkent zijn Heer, hij danst voor Hem uit, de heilige Geest is reeds werkzaam in de moederschoot, waar God de levensdraden vlecht. In dat kleine bouwt God aan zijn nieuwe schepping, zijn koninkrijk. Zo bouwt Hij ook met ons. Ofwel, zoals God ons door Jesaja zegt (30, 15): ‘In stille berusting ligt uw redding, in rustig vertrouwen uw kracht.’ Amen.

Voorbede

Bidden wij tot God, die ons in het kleine nabij komt.

Bidden wij voor Gods Kerk, dat zij niet de verkeerde grootheid zoekt, maar in het kleine steeds Gods wil vervult. Bidden we om een geest van dienstbaarheid en trouw, van vertrouwen en geloof. Dat heel de Kerk meer en meer het mysterie, dat we in Maria reeds gewaar worden, weerspiegelt en gestalte geeft. Laat ons bidden.

Bidden wij voor onze wereld. Bidden we dat de groten van de aarde leren zien wat ware grootheid betekent. Bidden we dat alle religies opengaan voor de Godsopenbaring in Christus, opdat allen één worden in een echte Godsvrucht, één in dienstbaarheid en liefde. Laat ons bidden.

Bidden wij voor onze parochiegemeenschappen, voor allen die deze dagen naar de Kerk gaan, dat zij Christus mogen ontmoeten. Voor allen die verhinderd zijn, voor allen die hun innerlijke weerstand niet kunnen overwinnen en voor allen die niet willen komen. Dat mensen hen nabij zijn om hen terug te brengen bij Christus en zijn Kerk. Laat ons bidden.

Bidden wij om vrede in de wereld. Dat de groten van deze aarde mogen ontdekken waar de echte vrede te vinden is. Dat alle machtigen hun almacht laten varen om God en de mensen te dienen. Dat alle rijken hun armoede erkennen en rijk mogen worden bij God en de naaste. Laat ons bidden.

Intenties

Back To Top