Ga naar hoofdinhoud

Roepingen: we moeten er om bidden, maar ook moeten we een klimaat scheppen waarin Gods roepstem kan klinken en waarin het antwoord kan komen.

Eucharistieviering 8 juli 2007, om 09.30 en 11.00 uur, in de parochiekerk van de Heilige Willibrordus en De Goede Herder, te Wassenaar, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: C2007DHJ14C

Lezingen

E.L: Jes. 66, 10-14c
T.L: Gal. 6, 14-18
EV: Luc. 10, 1-12. 17-20.

Homilie

“Vraagt de Heer van de oogst, arbeiders te sturen om te oogsten.” Dit zei Jezus tegen zijn leerlingen, “want” zei Hij, “De oogst is groot, maar arbeiders zijn er weinig.” Het is een beetje opmerkelijke zin, want even daarvoor staat dat Hij tweeënzeventig leerlingen twee aan twee uitzond. Tweeënzeventig, dat is toch niet niks. Wanneer wij zoveel studenten zouden hebben voor ons bisdom, dan zou dat een compleet wonder zijn.

Jezus zegt: “Vraagt”. Die uitdrukking kennen we ook van een ander moment, als Hij zegt: “Vraagt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden (Luc. 11,9. Mat. 7,7).” Blijkbaar heeft Jezus gebeden en gekregen, gezocht en gevonden, want nu zendt Hij zijn leerlingen uit. Maar aan diezelfde leerlingen geeft Hij de opdracht om te blijven vragen, want de oogst is veel groter dan deze tweeënzeventig leerlingen aankunnen.

Roepingen. Is het bij roepingen alleen een kwestie van bidden, van vragen? Nee, natuurlijk niet, maar het is wel het belangrijkste. Het is zelfs zo dat als we denken dat we zelf roepingen kunnen maken, zelf leerlingen van de Heer kunnen creëren, dat we onherroepelijk vastlopen. We hebben een tijd gehad waarin uit de grote katholieke gezinnen altijd wel een, en soms ook meer kinderen voor een religieuze roeping kozen. Op een of andere manier was er in de gezinnen een klimaat waarin zich dat zo kon ontwikkelen. Maar er zat in die tijd ook een keerzijde aan, want toen de zeventiger jaren doorbraken, waren er veel priesters die er in korte tijd mee stopten. Op een of andere manier was de roeping niet zo diep verankerd dat hij stand kon houden in de tijd van beproeving.

Wanneer de aanzet tot de roeping teveel uit sociale en humane factoren bestaat, dan houdt de roeping het niet vol, wanneer deze factoren wegvallen en de roeping beproefd wordt op zijn gelovige gehalte. Wanneer priesterschap bijvoorbeeld de enige manier is om te kunnen studeren, dan is de roeping niet sterk, wanneer je geroepen wordt omdat je neef en je beste vriend ook naar het seminarie gaan, dan houdt die roeping geen stand als zij vertrekken, tenzij er inmiddels een andere, diepere roeping is gegroeid.

“Vraagt de Heer van de oogst, arbeiders te sturen om te oogsten.” Wij moeten vragen. We kunnen beginnen om in iedere viering te vragen om roepingen. Wanneer je vraagt, erken je dat je het niet uit jezelf hebt, dan erken je dat het van God komt, dat het een geschenk is. Maar misschien zit daar wel een knelpunt. Misschien zijn we daarin iets vergeten.

Priesters zijn in de vorige eeuw teveel een vanzelfsprekendheid geworden, er waren er lange tijd meer dan genoeg. Het ging vanzelf; we hoefden er niet meer om te vragen. Daar kwam nog bij dat er op een goed moment een geest waaide die zei dat nu de tijd van de leek was aangebroken, priesters waren minder nodig, de nadruk lag erop dat we allemaal samen een priesterlijk volk zijn. Soms leek de priester zelfs een opponent te worden van de leek, een concurrent in bevoegdheden en taken. In zo’n periode vragen mensen niet meer nadrukkelijk om roepingen, ze worden niet als een cadeau ervaren, niet gezien als een gave van God.

Wanneer we naar de Evangelie-lezing kijken, dan zien we nog meer aspecten. Een bisschop, een priester, een diaken, een catecheet, een evangelist, ieder die geroepen wordt voor de wijngaard van Christus is een arbeider, arbeider voor God. Zijn eerste taak is arbeid voor Gods wijngaard, voor Gods koninkrijk. Jezus heeft zichzelf zo gezien. Gods Zoon, zoon van de timmerman, is een arbeider geworden voor Gods koninkrijk. Dat is zeer inspannend, vermoeiend, je komt ook afwijzing tegen en ongeloof, je moet op weg gaan, naar mensen toe, om te praten over geloof, over God, over liefde voor elkaar, over trouw en soberheid, over leven voorbij de dood en over innerlijk vrij worden. Over aalmoezen geven en delen met elkaar. En voor wie echt nu, hier op aarde reeds Gods Koninkrijk wil ervaren, zegt Hij: ‘Verkoop alles wat je bezit, geef het aan de armen en kom dan terug om Mij te volgen”.

Maar we kunnen ook doorschieten naar de andere kant. Alleen bidden is niet genoeg. Wanneer we beseffen dat een arbeider voor Gods wijngaard een gave is, en we bidden, we vragen God daarom. Dan is vragen alleen niet genoeg. Ook wijzelf moeten weer een klimaat scheppen waarin Gods roepstem kan klinken en waarin het antwoord kan komen.

Wat betekent dat? Het betekent dat ouders met twee of drie kinderen, in hun hart bereid moeten zijn om hun kind innerlijk die vrijheid te geven om een religieuze roeping te volgen. Soms betekent dat geen kleinkinderen, geen verdergaand familieleven. Dat is een offer. Daar staat tegenover dat je dat toch al niet in de hand hebt. Wie gelooft, weet dat wie aan God geeft, ook van zal God ontvangen, wie op God vertrouwt zal niet worden teleurgesteld.

Een klimaat waarin Gods roepstem kan klinken en waarin een antwoord kan groeien. Dat is een gezinsklimaat waarin God ter sprake komt, op een goede manier. Een klimaat waarin kinderen meemaken dat hun ouders bidden en zo ook zelf leren bidden. Een klimaat waarin ouders zich inzetten voor de omgeving, voor de kerk, voor de arme, de vluchteling, zodat de kinderen leren zich ook voor hen in te zetten. Een klimaat, waarin God kan roepen en waarin een antwoord kan klinken, vraagt om een sfeer van liefde, om ouders die van elkaar houden en elkaar trouw blijven, liefde voor God en de naaste, liefde voor de kerk, voor de zondag, liefde voor de zwakste, de kleinste, de weerloze mens.

Anders gezegd, pas als wijzelf antwoord geven op onze eigen, persoonlijke roeping, als ouder, als grootouder, als parochiaan, als gedoopte en gevormde mens, wanneer we daar gaandeweg echt iets van waarmaken, wanneer we zelf zo leven, kan een klimaat groeien waarin roepingen kunnen gedijen.

“Vraagt de Heer van de oogst, arbeiders te sturen om te oogsten.” Ik hoop eigenlijk niet dat het Rijke Roomsche leven weer terugkomt op de manier zoals velen het nog gekend hebben. Daar zaten teveel eenzijdigheden in. Ik hoop wel dat het klimaat terugkeert waarin roepingen kunnen gedijen. Dan wordt het visioen van Jesaja werkelijk. Dan ervaren we de Kerk van Christus als het nieuwe Jeruzalem, als de kiem van Gods Koninkrijk. Dan maken we deel van haar uit en verschaft ze ons troost, zoals een moeder die haar kinderen aan haar boezem legt. Dan is er jong groen in ons gebeente, in onze kinderen, in jonge mensen die enthousiast zijn voor Christus en zijn Kerk.

Maar daar doorheen klinkt wel het woord van Paulus, als hij schrijft: “God beware mij ervoor op iets anders te roemen dan op het kruis van onze Heer Jezus Christus, waardoor de wereld voor mij gekruisigd is en ik voor de wereld.” Het betekent dat wie zijn heil in de wereld zoekt, Gods Koninkrijk niet zal vinden. Wie begint met loslaten, zal ontvangen. Amen.

Voorbede

Bidden wij vol vertrouwen tot God die ons nabij is.

Bidden wij voor de Kerk wereldwijd en hier concreet in Wassenaar. Bidden we dat Gods Geest ons steeds opnieuw zijn levensadem inblaast, ons moed geeft en vertrouwen, ons inspireert en kracht geeft. Dat we in het dagelijks leven in de praktijk brengen wat Jezus ons hier leert, dienstbare liefde voor Kerk en wereld. Laat ons bidden.

Bidden we voor onze wereld, onze maatschappij. In deze dagen waarin mensen zich meer bewust worden van hun verantwoordelijkheid voor milieu en omgeving. Dat we elkaar steunen in soberheid en verantwoordelijkheid. Dat we Jezus navolgen in zijn onthechtheid aan het materiële, om meer te leven vanuit de Geest. Laat ons bidden.

Bidden we voor onszelf, hier samen. Dat we delen in elkaars vreugde. Blij zijn met wat we mogen doen en vertrouwvol zijn naar de toekomst. Bidden we voor onszelf en voor de jongere generatie, dat wij allen Gods roepstem horen en beantwoorden, dat we kracht vinden om op weg te gaan in het voetspoor van Jezus. Laat ons bidden.

Bidden we vanwege alle dagelijkse zorgen, bidden we om vrede in gezinnen, stabiele huwelijken, wijsheid voor leerkrachten en toewijding voor politici. Bidden we voor zieken, vluchtelingen en mensen in armoede, om een oprechte betrokkenheid voor hen, dat zij niet in de steek worden gelaten. Laat ons bidden.

Intenties

Back To Top